5 Flashcards
(62 cards)
Vraag
Antwoord
Hij maakt zich er met een jantje-van-leiden van af.
hij raffelt het af
In de schaduw van iemand staan.
minder goed dan een ander zijn
De goeden niet te na gesproken.
iets geldt niet voor degenen die zich er niet schuldig aan maken
Goedkoop is duurkoop.
iets wat goedkoop gekocht is, blijkt vaak niet goed te zijn
Het gaat hard tegen hard.
geen van de partijen wil toegeven
De nieuwe directeur is een onbeschreven blad.
iemand van wie nog niets bijzonders bekend is
De afgetreden burgemeester werd aan de schandpaal genageld.
in het openbaar vernederd door op zijn fouten te wijzen
Hij heeft ruggengraat.
is een doorzetter
Het is op een oor na gevild.
het is bijna klaar
Iets met argusogen bekijken.
iets met argwaan in de gaten houden
typografie
De manier waarop iets gedrukt is.
synoniem
Een ander woord met dezelfde betekenis.
associatie
Een gedachte die door iets opgeroepen wordt.
correlatie
Het verband tussen twee zaken/dingen.
epidemie
Een zich snel uitbreidende besmettelijke ziekte.
eruptie
De uitbarsting van een vulkaan.
monopolie
Het alleenrecht om te handelen.
vivisectie
Het nemen van proeven op levende dieren.
titulatuur
Het gebruik van titels, bv. in correspondentie.
relikwie
Een overblijfsel van een heilige.
Iemand iets op de mouw spelden
iemand iets wijs maken
Naar de bekende weg vragen
iets vragen wat je al weet
Het ruime sop kiezen
de zee opgaan