5 moments of need Flashcards

1
Q

Wat is ‘5 moments of need’?

A

Een framework gebruikt in leren en prestatieverbetering. Het identificeert 5 specifieke situaties waarin individuen een verhoogde behoefte hebben aan informatie of instructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de vijf verschillende moments of need?

A
  1. Nieuw (new) - dit ontstaat als een individu geconfronteerd wordt met een nieuwe taak of concept voor de eerste keer. Ze hebben informatie nodig om het te snappen en uit te kunnen voeren.
  2. Meer (more) - dit ontstaat als een individu meer wilt leren over een bepaald onderwerp. Ze zijn wellicht op zoek naar diepgang op een bepaald onderwerp om skills te verhogen of hun prestaties.
  3. toepassen (apply) - Dit ontstaat als een individu bepaalde kennis of vaardigheden gaat toepassen. Sommige gebruikers hebben dan behoefte aan begeleiding of coaching tijdens de taak om er zeker van te zijn dat ze het correct uitvoeren.
  4. Oplossen (slove) - Dit ontstaat als een individu tegen een probleem oploopt, terwijl ze bezig zijn met het uitvoeren van de kennis of vaardigheid. Sommige hebben informatie en ondersteuning nodig om tot oplossingen te komen.
  5. Verandering (change) - dit ontstaat als er een verandering is in het proces of procedure of techniek. Sommige hebben kennis en vaardigheden of informatie nodig om te snappen waarom ze bepaalde zaken op een andere manier uitvoeren om het te kunnen toe te passen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voordelen van het toepassen van de 5m’s?

A
  • verhoogde leeruitkomst (door te focussen op bepaalde behoefte kan er gerichter worden geleerd en ontwikkeld);
  • Verhoogde toewijding vanuit gebruikers (hogere betrokkenheid door het gevoel dat men op behoefte wordt geholpen);
  • Gereduceerde prestatie gaps (door te focussen op bepaalde behoefte wordt de kans op errors of fouten verkleind);
  • Just in time leren ( door naar de 5 momenten te kijken wordt het concept van just in time just enough toegepast, waardoor je een overload voorkomt).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly