6.2 en 6.3 Flashcards

(22 cards)

1
Q

Karel V en Filips II
Gelijkenissen

A
  • Streng Katholiek (bv. Bloedplakkaat)
  • Lid van Habsburgse dynastie (heersen over immens rijk, Habsburgse kin, strategische huwelijkspolitiek).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Karel V en Filips II
Verschillen

A
  • Karel reisde veel rond in zijn rijk en had een band met Nederlanden (bv. opgevoed in Mechelen, Bv. sprak goed Nederlands)
  • Filips verbleef in Spanje en keek neer op de Nederlanden (bv.. trok zich terug in Escorial, bv. sprak geen Nederlands)
  • Filips was géén keizer zoals zijn vader.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Groeiend ongenoegen in de Nederlanden
fase 1

A

Filips II wordt vorst (1555)

Spaanse belangen voorop

Zware belastingen: Hij legt hoge belastingen op om Spaanse oorlogen te financieren

Centralisatie van het bestuur: Filips zet de centralisatiepolitiek van zijn vader voort en sluit de hoge adel uit van bestuur.

Religieuze repressie: Als streng katholiek voert hij harde vervolgingen van protestanten in.

Economische zorgen: Stadsbesturen, zoals dat van Antwerpen, vrezen economische schade door het vertrek van protestantse handelaren naar tolerantere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De beeldenstorm (1566)
fase 2

A

Tijdelijke versoepeling (1566): Landvoogdes Margaretha van Parma vermindert tijdelijk de vervolging van protestanten.

Terugkeer protestanten

Hagenpreken ontstaan: Protestanten organiseren openluchtpreken

Kritiek op katholieke rijkdom: Protestanten keren zich tegen de katholieke kerken.

Oproep tot vernieling: Er wordt opgeroepen tot het vernietigen van religieuze beelden.

Beeldenstorm: In augustus en september worden honderden kerken en kloosters geplunderd in Vlaanderen; beelden en religieuze objecten worden vernield.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het schrikbewind
fase 3

A

Alva naar de Nederlanden (na 1566)

Strenge vervolging: Duizenden processen worden gevoerd; velen worden geëxecuteerd.

Executie van edelen (1568): Alva laat twee populaire edelen onthoofden

Begin van de Opstand: Prins Willem van Oranje neemt de leiding van het verzet op zich; de Tachtigjarige Oorlog begint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De scheuring van de Nederlanden
fase 4

A

Unie van Atrecht (1579): Filips II sluit een bondgenootschap met de katholieke, Franstalige zuidelijke gewesten.

Unie van Utrecht (1579): De noordelijke gewesten, die tegen Filips II strijden, vormen hun eigen verbond: de Unie van Utrecht.

Plakkaat van Verlatinghe (1581): De noordelijke gewesten verklaren zich onafhankelijk van Spanje.

Oprichting van de Republiek: De Republiek der 7 Verenigde Provinciën wordt gevormd.

Spaanse heroveringen: Spanje herovert onder andere Gent en Antwerpen.

Einde van de oorlog (1648): Met de Vrede van Münster komt er een officieel einde aan de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is de opstand te verklaren?

A
  • Politiek: geen inspraak voor de adel en de steden.
  • Economisch: hoge belastingen.
  • Cultureel: zware vervolgingen van de protestanten.
  • Sociaal-economisch: rijke protestantse handelaars vluchten weg naar het buitenland (Heilig Roomse Rijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verwachtte de bevolking (lees: de adel en de rijke burgerij) in de 16de eeuw van een vorst? Baseer je hiervoor op het Plakkaat van Verlatinghe.

A

Een vorst moet zijn onderdanen beschermen en rechtvaardig zijn. Doet een vorst dat niet, dan mag het volk die vorst afzetten en een andere vorst aanstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zuidelijke Nederlanden
politiek

A

-Bleef onder de spaanse tak van de Habsburgers
-Gecentraliseerd bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zuidelijke Nederlanden
economisch

A

Landbouweconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zuidelijke Nederlanden
cultureel

A

Katholiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noordelijke Nederlanden
politiek

A

-Onafhankelijk Republiek
-Gedecentraliseerd bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noordelijke Nederlanden
economisch

A

Bloeiend wereldwijde handel in combinatie met landbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noordelijke Nederlanden
cultureel

A

Protestant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vernieuwend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Politiek

A
  • Veel autonomie (= zelfstandigheid) / macht voor de 7 verschillende gewesten (= provincies) = decentralisatie!
  • Republiek i.p.v. monarchie: - Stadhouder in plaats van koning. * zonder erfelijke troonsopvolging.
  • Veel macht voor de rijkere burgerij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vernieuwend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Economisch

A

De VOC en handel stijgt
- Amsterdam = handelscentrum van Europa

17
Q

Vernieuwend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Sociaal

A
  • Veel sociaal aanzien voor de rijke burgerij (o.a. de kooplieden).
  • Handelaars vormen de toplaag in de samenleving.
18
Q

Vernieuwend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Cultureel

A

-Protestantisme officiele godsdienst
-Katholiek mag
-De Hollandse barok
- Nieuwe thema’s in de schilderkunst
- Kunst is niet langer een propagandamiddel van de adel en de kerk maar dient ook voor de versiering van burgerhuizen

19
Q

Behoudend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Politiek

A
  • Volk heeft in de praktijk weinig macht.
  • Nog steeds een “dynastie”: de familie van Oranje levert telkens de stadhouders.
20
Q

Behoudend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Economisch

A
  • De landbouwsector blijft in heel het ancien régime (476-1789) de belangrijkste sector.
21
Q

Behoudend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Sociaal

A
  • Veel armoede Bv. de grote bezitloze massa = het gemeen.
  • Standensamenleving blijft min of meer bestaan tot de aan de Franse Revolutie.
22
Q

Behoudend in vergelijking met de Habsburgse politiek

Cultureel

A
  • Geen vrije meningsuiting.
  • Godsdienst blijft een belangrijke rol spelen in het dagelijkse leven.
  • Zelfde barokke stijlkenmerken in de schilderkunst.