4. Communicatiebeleid en ethiek Flashcards

1
Q

Naast communicatie kan een organisatie twee andere beleidsinstrumenten inzetten om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Welke zijn dan?

A
  • voorzieningen

- dwang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van strategie?

A
  • Het bepalen van de langetermijndoelstellingen van een organisatie en het plannen en ondernemen van actie om die doelstellingen te bereiken (waarbij je een keuze moet maken tussen de bronnen die je ter beschikking staan.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee belangrijke eigenschappen heeft strategie?

A
  • Richting geven

- Alle neuzen dezelfde kant op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat dient er in de besluitvorming binnen organisaties door het topmanagement vanaf het eerste moment te worden meegenomen?

A
  • de communicatieve kant. (Anders wordt het paard achter de wagen gespannen.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is het commitment van de leiding belangrijk in het communicatiebeleid?

A
  • Omdat anders geen enkele communicatieactiviteit op strategisch of beleidsmatig niveau kan worden uitgevoerd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 4 communicatiestrategieën kent het communicatiekruispunt?

A
  • Informeren | Gecontroleerd eenrichtingsverkeer + Bekendmaking
  • Overreden | Gecontroleerd eenrichtingsverkeer + Beïnvloeding
  • Dialogiseren | Tweerichtingsverkeer + Bekendmaking
  • Formeren | Tweerichtingsverkeer + Beïnvloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen strategie en tactiek?

A
  • Strategie, gaat het om het bepalen van langetermijndoelstellingen en een paar jaar vooruitkijken.
  • Tactiek heeft met de kortere termijn te maken; tactiek vormt de optelsom van een aantal activiteiten om een strategische doelstelling te kunne bereiken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de 4 stappen uit het cyclische proces van strategisch communicatieplanning.

A
  1. Probleem definiëren
    - Wat gebeurt er nu?
    - Situatieanalyse (zowel in als extern)
  2. Planning en programmering
    - Gewenste situatie?
    - Welke stakeholders?
    - Welke doelen?
  3. Actie/uitvoering
    - Actiestrategieën
    - Communicatiestrategieën
  4. Evaluatie
    - Evaluatie
    - Feedback en aanpassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat staat er in een probleemstatement?

A
  • Wat is de bron van het probleem?
  • Waar is het een probleem?
  • Wanneer is het een probleem?
  • Wie is er betrokken bij het probleem?
  • Op welke manier?
  • Waarom is het een probleem voor de organisatie en haar publiek?

De Probleemdefinitie komt in wisselwerking en in samenhang met de situatieanalyse van dat moment tot stand. De situatieanalyse omvat alles achtergrondinformatie van elk onderdeel van het probleemstatement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat omschrijft u in de fase van planning en programmering?

A

Wat is de gewenste situatie? Is het probleem dermate belangrijk dat het helemaal moet verdwijnen of zijn er bepaalde compromissen mogelijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is moraal?

A

Het geheel van morale regels (essentiële gedragsregels) en principes die mensen er als individu of als groep op nahouden en waaraan zij zich gebonden achten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een waarde?

A

Een principe waarmee uitgedrukt wordt waaruit een goed leven en een goede maatschappij bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een norm?

A

Een norm, geformuleerd als ene morele regel of als een moreel recht, is een gebod of verbod waarvan de naleving wezenlijk is voor het samenleven van mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ethiek?

A

Ethiek is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van moraal. Deze bestudering kan zowel descriptief, dat wil zeggen beschrijvend, als prescriptief, dat wil zeggen voorschrijvend, van aard zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is individuele ethiek?

A

Alle ethiek begint bij het individu: de communicatiefunctionaris in dit geval.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is micro-ethiek?

A

Hierbij vraagt men zich af: welke waarden en normen hanteert deze persoon in de uitoefening van zijn beroep?

17
Q

Wat is beroepsethiek?

A

Beroepsethiek bevat expliciete en systematisch doordachte morele uitgangspunten die afgeleid uit de beroepsverantwoordelijkheid normerend zijn voor de deskundigheid en de zorgvuldigheid in de relaties tussen beroepsbeoefenaars:

  • en hun clienten of opdrachtgevers
  • onderling
  • en hun werkgever
  • en de samenleving of derden, en soms ook
  • het natuurlijk leefmilieu
18
Q

Wat is een beroepscode?

A

Als de ethische opvattingen zijn opgeschreven heet dit de beroepscode.

19
Q

Welke 2 elementen zitten er opgesloten in beroepsethiek

A

Enerzijds heeft de beroepsbeoefenaar te maken met de taken die hij zo goed mogelijk moet en wil uitoefenen.
Anderzijds krijgt hij in zijn beroepsuitoefening te maken met allerlei mensen waarmee hij relaties onderhoudt en verantwoordelijkheid voor draagt.

20
Q

Wat is zelfregulering?

A

Binnen de communicatieberoepswereld is ook sprake van zelfregulering van beroepscodes, waarbij getracht wordt de betrouwbaarheid van het vakgebied zo groot mogelijk te laten zijn. Deze betrouwbaarheid komt tot uitdrukking in:

  • Het persoonlijke gedragspatroon van de communicatiebeoefenaar
  • Het omgaan met in vertrouwen verstrekte gegevens van de werkgever of client
  • Het onverantwoord achterhouden van vertrouwelijke gegevens
  • Het verstrekken van betrouwbare gegevens
  • Het zorgvuldig handelen in financiële transacties
  • Het zorgvuldig handelen inzake de “publiciteit” voor eigen professie
  • Het zorgvuldig optreden in concurrentiepositie.
21
Q

Wat is meso-ethiek?

A

De meso-ethiek houdt zich met ethiek en morele vragen op het niveau van organisaties bezig.

22
Q

Wat is organisatie - ethiek?

A

Het mission statement. Hierin worden de geldende waarden en normen voor de organisatie vastgelegd.
Er zijn 4 categorieën te onderscheiden.
1: De organisatie neemt minimale maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid; al het handelen wordt ondergeschikt gemaakt aan de economische doelstellingen. Winst maken staat voorop.
2: De organisatie aanvaardt dat de samenleving belangen heeft bij het functioneren van de onderneming. Hierdoor houdt de organisatie zich vooral aan de regels van de wet en zorgt ze ervoor dat ze op elke wijziging binnen deze regelgeving adequaat reageert. Continuïteit van de organisatie staat voorop.
3: De organisatie draagt een ruime maatschappelijke verantwoordelijkheid; in het handelen worden alle effecten van dit handelen voor anderen betrokken. Er bestaat daarbij een ruime opvatting over wie er nu eigenlijk belanghebbende bij de organisatie is. De organisatie heeft hierbij de morele plicht om de samenleving zo min mogelijk schade te berokkenen.
4: De organisatie draagt bij aan het oplossen van maatschappelijke en politieke problemen die geen relatie hebben met het eigenlijke terrein/gebied waarin de organisatie actief is

23
Q

Wat is maatschappelijke ethiek?

A

De steeds wisselende, met haar tijd meegaande, maatschappelijke ethiek die gedeeld wordt door de massa;.
Als je opzoek gaat naar die massa blijken er alleen nog maar delen van die massa te bestaan met deelbelangen. Die deelbelangen worden in het publieke debat uitgevochten waaraan de politiek, de overheid, belangenorganisaties van consumenten, burgers, gelovigen enz. de media en allerlei overlegorganen deelnemen.

24
Q

Wat is macro - ethiek?

A

Dit is maatschappelijke ethiek

25
Q

Hoe ontstaan ethische dilemma’s?

A

Deze ontstaan als de verschillende niveaus van ethiek met elkaar in botsing komen.

26
Q

Met welke tactieken kan men een ethisch dilemma oplossen?

A
  • Negeren en er niet meer aan denken
  • Morele bezwaren uiten
  • Onderhandelen
  • Werk weigeren op grond van gewetensbezwaren
  • Vertrekken
  • Saboteren
  • Aan de grote klok hangen (anoniem of openlijk, intern of extern of dreigen met een van de andere tactieken.)
27
Q

Waartoe dient strategische planning?

A

Om rekening te houden met de toenemende onderzekerheden in de omgeving.

28
Q

Wat is de dominante coalitie binnen een organisatie?

A

Het topmanagement van de organisatie

29
Q

Een communicatiedoelstelling heeft altijd betrekking op

A

Kennis, houding en gedrag van de doelgroep

30
Q

Waar kan de kwaliteit van een communicatieactiviteit worden afgemeten?

A

Aan het behalen van de gestelde doelstelling voor deze activiteit.

31
Q

Naast communicatie als beleidsinstrument om het gedrag van mensen te veranderen, kan een organisatie ook kiezen voor het inzetten van

A

Voorzieningen en dwang

32
Q

Noem de vier stappen uit het strategisch planningsproces voor communicatie in de juiste volgorde.

A

Probleem definiëren
Planning en programmering
Actie en uitvoering
Evaluatie

33
Q
Bij een rookverbod, waarbij slechts de regels worden aangekondigd, speelt communicatie als beleidsinstrument
A geen enkele rol
B een bovengeschikte rol
C een ondergeschikte rol
D een nevengeschikte rol
A

C

34
Q

Wat is: een principe waarmee uitgedrukt wordt waaruit een goed leven en een goede maatschappij bestaan?

A

Waarde

35
Q

Binnen de ethiek bestaan verschillende niveaus. De organisatie-ethiek behoort bij

A

De meso-ethiek (b)

36
Q

Als een technische organisatie Natuurmomumenten sponsort bij het in oude staat terugbrengen van een uniek stuk bos in Nederland, dan….

A

Draagt ze bij aan het oplossen van maatschappelijke en politieke problemen die geen relatie hebben met het eigenlijke terrein waarin de organisatie actief is.

37
Q

Welke bewering is of welke beweringen zijn juist?

  1. Negeren en er niet meer aan denken is een te volgen tactiek om een ethisch dilemma op te lossen.
  2. Aan de grote klok hangen is een te volgen tactiek om een ethisch dilemma op te lossen.
A

beide zijn juist