neurologie epilepsie Flashcards

1
Q

epilepsie

A
  • chronische aandoening
  • aanvalsgewijs optredende verstoring met elektrische activiteit van grote hersenen
  • gelijktijdige ontlading van grote aantallen zenuwcellen in cortex
  • verhoogde elektrische lading tussen neuronen
  • -> typische vormen kinderepilepsie: koortsconvulsies, absences, salaamkrampen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

status epilepticus

A

gegeneraliseerde tonisch klonische aanval die langer dan 30 min duurt OF
herhaaldelijke gegeneraliseerde tonisch klonische aanval, zo frequent dat patiënt niet hersteld.

  • hoe langer aanval duurt, hoe moeilijker te stoppen
  • > 5 min is de kans groot dat er geen spontaan herstel plaatsvindt –> behandelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mortaliteit

A

mortaliteit is laag bij kinderen
mortaliteit door complicaties bij convulsies:
hypoxie door obstructie
hypoventilatie
aspiratie bij braken
onderliggende oorzaak: meningitis
complicatie van behandeling: onjuist gedoseerd/toegediende medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verhoogde sympathische activiteit bij gegeneraliseerde aanval

A

perifere vasoconstrictie: hypertensie –> verdwijnen cerebrale autoregulatie –> toename hersenperfusie –> = meer O2 en glucose in hersenen

bij persisterende gegeneraliseerde convulsies:
tensie daling: geen perfusie hersenen dus anaerobe verbranding –> lactaatstapeling ( + aanwezige verstoorde natrium) –> =celdood –> oedeem –> ICP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

complicatie langdurige convulsie

A
hartritme stoornissen
hypertensie
longoedeem
hyperthermie
diffuse intravasale stolling
myoglobinurie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

neurologische restverschijnselen

A

persisterende epilepsie
neurologische uitval
leer- en gedragsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

koortsconvulsie

A
  • leeftijdsgebonden vorm van epilepsie - genetische achtergrond
  • gemiddeld kind 6 mnd-4 jr
    tonisch: strekkrampen
    klonisch: gegeneraliseerde schokken
    vervolg: posticaal coma/posticaal slaap/compleet herstel
  • optioneel: halfzijdig schokken, bewustzijnsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerken koortsconvulsie

A

uitlokkende factor = plotseling snelle temp stijging en koorts boven 39
gewoonlijk niet 2x in dezelfde koortsperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

handelen koortsconvulsie

A
  • zijligging met hoofd naar beneden : aspiratie voorkomen
  • tijd bijhouden insult
  • bij cyanose : op kap nemen , daarna anti epileptica toedienen
  • na aanval infectiefocus uitzoeken: meningitis uitsluiten, otitis media/LWI, UWI
  • monitor bewaking en EMV
  • prognose= goed. 5% blijft gegeneraliseerde aanvallen houden
    frequent optredende koortsconvulsies–> continue profylactische anti epileptica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

salaamkrampen

A

gemiddeld kind 3 mnd-1 jaar, icm aangeboren neurologische/stofwisselingsziekte
manifestatie van epilepsie waarbij:
- massale schok - gegeneraliseerde myoclonus
- naar voren knikken van hoofd en naar voren strekken van armen en benen
- vaak in series, bij slaperigheid of net wakker worden
- geen bewustzijnsverlies, voelt hinderlijk en vaak reactie met huilen
- mentale retardatie kan ontstaan, vroege diagnostiek en behandeling noodzakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oorzaak salaamkrampen

A
cerebrale misvormingen
postcefalitische resttoestand
aangeboren stofwisselingsziekte
infantiele encefalopatie
--> daarom uitvoerig onderzoek, beeldvorming en naar stofwisselingziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aanvallen die niet op epilepsie berusten

A
  • breath holding spells
  • syndroom van sandifer: abnormale torderende bewegingen van hoofd, nek en lichaam, meestal aansluitend op voeding. Verschijnsel doet zich voor bij GOR en berust op zuurbranden
  • bleekheid, verminderde wekbaarheid en omhoog draaien van oogbollen, optredend in aansluiting van voeding –> geen pathologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

absences

A

manifestatie van epilepsie/epileptische haarden waarbij:

  • kortdurend bewustzijnsverlies
  • geringe motorische verschijnselen
  • vaak bewustzijns schommelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

medicatie toedienen: diazepam

A
  • effectief
  • snelwerkend (enkele minuten)
  • kortdurend werkzaam (40 min-1 uur)
  • rectale dosis wordt goed geabsorbeerd
  • midazolam schijnt effectiever
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

medicatie toedienen: midazolam

A
  • effectief
  • snelwerkend (enkele minuten)
  • korte werkingsduur (<1 uur)
  • kan buccal, nasaal, rectaal en IV. IM kan wel, wordt niet aanbevolen
  • kans op ademdepressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

medicatie toedienen: lorazepam

A
  • effectief (IV effectiever dan diazepam rectaal)
  • langwerkend (12-24 uur)
  • minder kans op ademdepressie
17
Q

medicatie toedienen:fenytoine

A
  • oplaaddosis status epileptica
  • oplossing in NACL
  • 24 uurs werking
  • kans op ritmestoornissen en hypotensie
18
Q

medicatie toedienen: thiopental/propofol

A
  • krachtige werking
  • bij langdurig status epilepticus, persisterend ondanks midazolam
  • kind op dit moment vrijwel altijd geïntubeerd en beademend
  • cardiorespiratoire bijwerkingen (intensivist)