Les 8 Flashcards

1
Q

vormen van weerstand (4)

A
  • ontkenning en minimalisering
  • rationalisatie
  • projecteren en externaliseren
  • internaliseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 fasen motiverende gespreksvoering

A
  • fase 1: opbouwen van motivatie

- fase 2: versterken van engagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

reflectief luisteren =

A

letterlijk: teruggeven wat je hebt gezien of gehoord bij de patiënt (kan ook n eigen woorden zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom stel je open vragen (4)

A
  • sfeer van vertrouwen
  • teken van aanvaarden, respect
  • patiënt zelf aan het woord
  • laten nadenken over zichzelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

samenvatten =

A

verschillende dingen van wat patiënt jou heeft verteld koppelen, en teruggeven in het gesprek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waarom samenvatten? (5)

A
  • je toont dat je geluisterd hebt
  • je doet de pat verder nadenken
  • je nodigt uit om verder te vertellen
  • om iemand te confronteren met dingen die wat tegenstrijdig klinken
  • om over te gaan naar een ander onderwerp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

affirmeren/bevestigen =

A

patiënt aanmoedigen, bekrachtigen in wat hij/zij al heeft geprobeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

doel uitlokken van veranderingsuitspraken

A

hoe meer een patiënt praat over verandering, hoe groter de kans dat hij/zij wil veranderen, en ook pogingen zal doen om te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe merk je dat iemand wil veranderen? (5)

A
  • minder discussie
  • oplossing komt vanuit pat zelf
  • veranderingsuitspraken
  • vragen over verandering
  • experimenteren met verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

empowerment =

A

het sterker maken van individuen in hun sociale context zodat ze beter in staat zijn hun omgeving te controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

empowerment stimuleren door: (3)

A
  • gevoelens van persoonlijke controle te vergroten
  • mensen kritisch inzicht en vaardigheden te laten ontwikkelen die ze helpen om de controle over hun leven te vergroten
  • mensen de mogelijkheid te geven om te participeren in voor hun relevante activiteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoofdkenmerken empowerment (4)

A
  • gevoel van zinvolheid
  • gevoel van competentie
  • gevoel van zelfstandigheid
  • gevoel invloed te hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 vormen agressie ingedeeld op basis van motieven

A
  • instrumentele agressie
  • vijandige agressie
  • expressieve agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 vormen agressie ingedeeld op basis van de oorzaak

A
  • reactieve agressie

- proactieve agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 vormen agressie ingedeeld op basis van de verschijningsvorm

A
  • fysieke agressie
  • verbale agressie
  • sociale agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly