Enkelbandletsel Flashcards

1
Q

Hoe hoog is het percentage breuken bij patiënten die met een enkeldistorsie bij de huisarts komen?

A

Bij de patiënten met een enkeldistorsie varieert het percentage patiënten met een fractuur van ongeveer 5% in de huisartsenpraktijk tot 20% op de eerstehulpafdeling van een ziekenhuis.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke botten zijn het vaakst gebroken bij een distorsie?

A

Het betreft meestal een fractuur van de malleolus lateralis of de basis van het os metatarsale V en soms van de malleolus medialis of het os naviculare.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke enkelband is bij een enkelbandruptuur het vaakst aangedaan?

A

Bij een ruptuur is vrijwel altijd het ligamentum talofibulare anterius aangedaan, soms in combinatie met een ruptuur van een van de andere ligamenten.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de risicofactoren voor het ontstaan van enkelbandletsel?

A

Er zijn aanwijzingen dat, voornamelijk bij sporters, de volgende onafhankelijke risicofactoren een rol spelen bij het oplopen van een acuut lateraal enkelbandletsel: een verminderde balans, een enkeldistorsie in de voorgeschiedenis en fysiek contact met een medespeler zoals bij volleybal of voetbal.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Binnen welke tijd zijn de Ottowa ankle rules het meest effectief om een breuk uit te sluiten?

A

De Ottawa Ankle Rules zijn vooral geschikt om fracturen uit te sluiten. De toepassing ervan is het meest betrouwbaar binnen 48 uur na het trauma.

Het is aangetoond dat de OAR een accuraat instrument is om fracturen uit te sluiten op de SEH binnen de eerste week na acuut lateraal enkelbandletsel. Er is slechts één onderzoek gevonden over de toepassing van de OAR in de eerstelijnsfysiotherapiepraktijk. De OAR hebben een hoge sensitiviteit en zijn daarom met name geschikt om fracturen uit te sluiten. Echter, in een eerstelijnspopulatie met een lage incidentie aan fracturen zal het gebruik van de OAR leiden tot een hoger aantal fout-positieven en een lagere positief-voorspellende waarde. Niettemin adviseert de werkgroep deze beslisregel in de eerste lijn toe te passen.

NHG standaard enkelbandletsel en noot 5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de Ottowa ankle rules.

A
  • onvermogen van de patiënt om direct na het trauma én in de onderzoekkamer de enkel te belasten door het maken van 4 stappen zonder hulp, óf
  • pijn bij palpatie van de achterzijde van de onderste 6 cm van de laterale malleolus, óf
  • pijn bij palpatie van de achterzijde van de onderste 6 cm van de mediale malleolus, óf
  • pijn bij palpatie van de basis van het os metatarsale V, óf
  • pijn bij palpatie van het os naviculare.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer kun je bij lichamelijk onderzoek onderscheid maken tussen een distorsie en een ruptuur van de enkelbanden?

A

Als een fractuur niet waarschijnlijk dan wel uitgesloten is, maakt de huisarts met aanvullend lichamelijk onderzoek een onderscheid tussen een distorsie en een ruptuur. Bij veel pijn en zwelling is het onderscheid tussen een distorsie of een ruptuur in het eerste consult niet goed te maken. Maak in dat geval een nieuwe afspraak voor 4 tot 7 dagen later. Een eventuele hematoomverkleuring zal doorgaans ook pas na deze periode zichtbaar worden.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar moet je de enkel onderzoeken om het ligamentum talofibulare anterius te onderzoeken?

A

Palpeer en beoordeel de drukpijnlijkheid van de voorzijde van de laterale malleolus (de insertie van het ligamentum talofibulare anterius).

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk onderzoek voor je uit om het verschil te maken tussen een distorsie en een ruptuur en hoe voor je het uit?

A

Stel bij patiënten die na vier tot zeven dagen voor herbeoordeling terug worden gezien de diagnose ruptuur bij pijn bij palpatie van de voorzijde van de laterale malleolus in combinatie met hematoomverkleuring of een positieve voorsteschuifladetest. Bij afwezigheid van pijn aan de voorzijde van de laterale malleolus of bij pijn zonder hematoom en zonder positieve schuifladetest is er sprake van een distorsie.

Voer de voorsteschuifladetest uit. Plaats de patiënt in rugligging of zittend met bovenbeen op de onderzoeksbank en onderbeen afhangend. Omvat de hiel en ondersteun de voetzool met de onderarm. Plaats de enkel in 15 graden plantairflexie. Omvat met de andere arm de voorzijde van het onderbeen ongeveer 10 cm boven de enkel. Vraag de patiënt te ontspannen en beweeg de voet naar ventraal bij een gefixeerd onderbeen. De test is positief indien de voet ten opzichte van het onderbeen circa 1 cm of meer naar ventraal beweegt in vergelijking met de gezonde zijde.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat voor voorlichting geef je bij een distorsie?

A

Leg bij een distorsie uit dat de enkelband is uitgerekt. Het hervatten van de normale activiteiten is in de regel binnen een tot twee weken mogelijk. De patiënt mag de enkel op geleide van de pijn belasten. Als de patiënt dat prettig vindt, kan voor enkele dagen een steunende elastische zwachtel worden aangelegd. Een tapebandage is niet nodig.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat voor voorlichting geef je bij een enkelbandruptuur>

A
  • de enkelband is zodanig uitgerekt dat deze (gedeeltelijk) is gescheurd;
  • het herstel zal in de regel enkele weken (werkhervatting) tot maanden (sporten) in beslag nemen, maar de prognose ten aanzien van het hervatten van de gebruikelijke activiteiten is goed. In deze fase kan de enkel (bijvoorbeeld na inspanning) nog klachten geven (pijn, zwelling en een onzeker gevoel), maar hoeft de enkel niet te worden ontzien; een functionele behandeling met een tapebandage of enkelbrace ondersteunt het herstel.

Geef bij een ruptuur voorts de volgende instructies:
- beweeg tijdens zitten of liggen regelmatig de enkel door het uitvoeren van plantair- en dorsaalflexie;
- oefen het lopen dagelijks; zet daarbij de voet recht naar voren en wikkel deze zo normaal mogelijk af;
gebruik bij veel pijn desgewenst enkele dagen elleboogskrukken;
- neemt de pijn ten gevolge van het lopen toe, stop dan het oefenen met lopen een dag en begin de volgende dag opnieuw;
- voer de belasting geleidelijk op door de paslengte en de duur van het lopen te verlengen.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer je een tapebandage aanlegt, wanneer moet deze weer vervangen worden?

A

Het principe van de behandeling met een tapebandage is het voorkomen van inversie, waardoor de laterale band wordt beschermd. Tegelijkertijd dienen dorsaal- en plantairflexie in voldoende mate mogelijk te blijven, zodat de voet tijdens het lopen normaal kan worden afgewikkeld. De duur van de behandeling bedraagt zes weken.

De tapebandage wordt, nadat de zwelling is afgenomen, aangebracht met de voet in negentig graden ten opzichte van het onderbeen en in lichte eversie. Verwissel de bandage iedere twee weken, of zo nodig eerder als deze te strak of te los zit of vies geworden is. Adviseer de bandage droog te houden ter voorkoming van verweking en infectie van de huid.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer kun je weer gaan starten met sporten na een enkelbandruptuur?

A

Patiënten met een enkelbandruptuur die sporten, kunnen doorgaans na zes weken de training geleidelijk hervatten. Adviseer te starten met fietsen, zwemmen of (hard)lopen op een egale onderlaag. Adviseer het hervatten van wedstrijdsport pas indien normale trainingen goed worden volbracht.

Overweeg huiswerkoefeningen te adviseren of te verwijzen voor oefentherapie bij patiënten met ernstig enkelbandletsel ter bevordering van het herstel en bij sporters of personen met enkelbelastend werk ter preventie van een recidief.

Fysiotechnische applicaties (ultrageluid, kortegolftherapie (UKG), diadynamische stroom en laser) zijn niet bewezen effectief.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer moet een patiënt met een enkeldistorsie terugkomen?

A

Bij patiënten met een enkelbanddistorsie zijn controles niet nodig. Instrueer de patiënt terug te komen indien na een tot twee weken geen verbetering is opgetreden. Herhaal in dat geval het lichamelijk onderzoek.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer moet een patiënt met een enkelbandruptuur weer op het SU komen?

A

Controleer patiënten met een laterale enkelbandruptuur die worden behandeld met een tapebandage of een enkelbrace gedurende zes weken tweewekelijks, of eerder indien daar behoefte aan is. Informeer naar klachten, inspecteer het looppatroon (belasting en afwikkelen van de voet) en verwissel de bandage. Een gunstig beloop wordt gekenmerkt door een spoedige afname van pijn en zwelling, herstel van het normale looppatroon en een volledig herstel van het dagelijks functioneren (waaronder werk en sport). Adviseer om het gebruik van de brace daarna te verminderen.

NHG standaard enkelbandletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar moet je aan denken bij een afwijkend beloop?

A

Bij een afwijkend beloop: evalueer de klachten opnieuw en heroverweeg een (avulsie)fractuur (van de enkel, voetwortel- of middenvoetbeentjes).

NHG standaard enkelbandletsel

17
Q

Wanneer verwijs je en naar wie?

A
  • Bij een fractuur: verwijs naar een traumachirurg of (orthopedisch) chirurg. Verwijs met spoed bij een standsafwijking van voet of onderbeen of een open fractuur.
  • Bij patiënten die na een adequate behandeling en ondanks preventieve maatregelen forse beperkingen ondervinden door een onzeker gevoel, recidiverend zwikken of spierzwakte: overweeg verwijzing naar een fysiotherapeut voor oefentherapie (coördinatie- en spierkrachttraining). Dit geldt ook bij patiënten die sporten of met enkelbelastend werk, met als doel recidieven te voorkomen.19),20)
  • Bij onvoldoende effect en aanhoudende klachten in de vorm van persisterende pijn, functiebeperking of chronische laxiteit kan de huisarts verwijzen naar een traumachirurg of (orthopedisch) chirurg ter evaluatie van onderliggende aandoeningen en eventueel chirurgische behandeling.
  • Bij patiënten met enkelbelastend werk: ga na wat voor werk de patiënt doet en verwijs voor overleg en een werkhervattingsstrategie naar de bedrijfsarts.
  • Bij problemen op sportmedisch gebied: verwijs zo nodig naar sportfysiotherapeut of sportarts.

NHG standaard enkelbandletsel