Col. 9- Taking action 2 Flashcards

Boek H7 + affordances

1
Q

Inschatten wel/niet bal vangen

A
  • bal volgen met ogen
  • hoofd stil houden
  • -> evenwichtsorgaan doet niet mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Actief bal (proberen) vangen

A
  • bal volgen met ogen EN hoofd

- -> evenwichtsorgaan speelt ook rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Moving room experiment

A

ruimte kan naar voren en naar achteren bewegen t.o.v. een stationaire vloer
- conflicterende info aanbieden; optic flow waarnemen tegengesteld aan mechanische beweegrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Visuomotor gripp cells

A

verschillende neuronen die coderen voor verschillende manieren van grijpen

  • afhankelijk van object hoe beste grijpen
  • bij heel kort zien al hand goed vormen
  • -> zowel bij perceptie alleen als ook actie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Audiovisuele spiegelneuronen

A

neuronen die vuren bij ZELF uitvoeren handeling EN ZIEN + HOREN wanneer IEMAND anders die handeling op vergelijkbare manier uitvoert
- vermeende INTENTIE beïnvloedt respons van spiegelneuronen –> herkennen WAT iemand doet en WAAROM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Affordances

A

actiemogelijkheden van omgeving, = info over hoe je een object kunt gebruiken, = interactiemogelijkheden

  • Gibson: WAT je ziet is obv optic flow (ventrale baan), een PERCEPTIE is in termen van affordances (dorsale baan)
  • waargenomen affordances altijd afhankelijk van karakteristieken individu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Intentie

A

reden waarom iemand een bepaalde handeling uitvoert

  • afhankelijk van context waarin handeling uitgevoerd wordt
  • andere intentie –> andere neurale activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pie-getal

A

= hoogte van traptrede / beenlengte

  • bepaalt of iemand idee heeft wel/niet een bepaalde trede op te kunnen stappen
  • kritieke pie-getal = 0,88, groter –> niet meer opstapbaar
  • optimale pie-getal = 0,26; dat is meest energie-efficiënt traplopen
  • -> pie-waarden ob.v. perceptie klopt met pie-waarden o.b.v. biomechanica/ inspanningsfysio!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Body-scaling

A

handelingsmogelijkheden van zelf en anderen inschatten o.b.v. eigen ANATOMISCHE mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Action-sclaing

A

handelingsomgelijkheden van zelf en andere inschatten o.b.v. eigen FYSIOLOGISCHE mogelijkheden
- snelheid, spronghoogte, uithoudingsvermogen etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Action-specific perception hypothesis

A

perceptie is ook gebaseerd op actie (top-down); in de roos geschoten –> achteraf report dat roos groter leek dan werkelijkheid
!! vooraf wel gewoon grootte roos goed inschatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Perceptie van een object

A
  • fysieke eigenschapen; WAT is het (ventrale baan)
  • affordances van object; wat KAN ik ermee (dorsale baan)
  • -> Gibson: perceptie is in termen van affordances
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mirror neuron system

A

audiovisuele spiegelneuronen liggen heel wijd verspreid in cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Traditionele benadering visuele perceptie

A

visuele perceptie is nodig voor interne representatie –> identificeren WAT het is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ecologische benadering visuele perceptie

A

visuele perceptie is nodig om acties te sturen

- actie is cruciaal voor survival

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly