Les 13 Flashcards

1
Q

Astma

A

verhoogde prikkelbaarheid van luchtwegen –> allergische of niet allergisch eprikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen van astma

A

kortademigheid
piepen op de borst
hoesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevolgen mz bij astma

A

gm kunnen soms afwijkingen veroorzaken

mandibulair blok niet links en rechts toepassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

COPD

A

chronic obstructive pulmonary disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

symptomen bij COPD

A
daling longfunctie
hoesten
kortademigheid die stijgt bij inspanning
sputum ophoesten
gewichtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevolgen mz bij COPD

A

mondademhaling –> xerostomie

rechtopzitten behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tuberculose

A

door infectie met myvobacterium tuberculosis

overdracht via aerosol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

symptomen tuberculose

A
hoesten
koorts
nachtelijk zweten
vermagering
soms blauwe verdikkkingen in de huid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gevolgen mz bij tuberculose

A

orale laesies kunnen ontstaan: pijnlijke ulcus op de tongrug
effecten gm: rode verkleuring speeksel
besmettingsgevaar: open TBC –> niet behandelen met TBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Carcinoom gevolgen mz

A

metastasen naar kaak/orale weke delen

lichamelijke belasting afwegen tegen levensverwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Slaapapneu

A

centrale type: afwijking in de hersenen

obstructieve type: vnl bij mensen met overgewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

MRA

A

mandibulair repositieapparaat: mandibula wordt naar voren gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symptomen slaapapneu

A

schokkende bewegingen tijdens de slaap

stijging aantal rode bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

syncope

A

te weinig bloedvoorziening naar de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

MS

A

multipelesclerose

aandoening van witte stof myeline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

symtomen MS

A

eerste: dubbel zien, duizeligheid, verlammingen

latere fase: verlamming benen, verhoogde spierspanning, incontinentie, psychische stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

gevolgen mz bij ms

A

trigeminusneuralgie
mh wordt moeilijker
kortdurende behandelsessie,liefst sochtends
patient kan soms moelijk plaats van pijn aanduiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

neurodegeneratieve aandoeningen

A

ziekten die uitgaan van zenuwcellen
Parkinson
Huntington

19
Q

parkinson

A

degeeratie van hersenstam, kan ontstaan door dopaminetekort

20
Q

symptomen parkinson

A
trillen
spierstijfheid
bewegingsarmoede
moeiljk traag spreken
slikstoornissen
acenesie
bradykinesie
21
Q

bradykinesie

A

trage beweging

22
Q

acenesie

A

het niet kunnen starten van een beweging

23
Q

parkinsonisme

A

gm die symptomen van parkinson opwekken, komt niet vanuit de hersenstam

24
Q

gevolgen mz bij parkinson

A
problemen met kauwen
tremor
speeksel loopt vanzelf uit de mond
xerostomie
probleme communicatie
niet te ver achterover
25
Q

huntington

A

atrofie van de nucleus caudatus en het putamen

26
Q

symptomen huntington

A
choreatische bewegingen
personlijkheidsveranderingen
dementie
spraak en slikstoornissen
incontinentie
27
Q

behandeling huntington

A

symtomatische behandeling

28
Q

gevolgen mz bij huntington

A

last met slikken
mh wordt moeoilijker
xerostomie
ongewilde bewegingen van hoofd en tong bemoeilijken dragen van prothesse

29
Q

dystonie

A

verhoogde spierspanning in een deel van lichaam, afwijkende stand van het betreffende lichaamsdeel

30
Q

dementie symptomen

A

geheugenverlies
slechte orientatie
moeilijker ocmmuniceren
stemmingswisselingen

31
Q

gevolgen mz bij dementie

A

mh moeilijker zelfstandig
patient werkt vaak niet goed mee
fluroide appliatie
korte zinnen in communicatie

32
Q

creutzfeldt jakob

A

speciale vorm van dementie, gekke koeien ziekte

vacuolevorming en amyloidneerslag in hersenen

33
Q

intoxicaties

A

alcohol: invloed op centrale en perifeer zenuwstelsel

34
Q

gevolgen mz bij alcoholmisbruik

A

attritie
bruxisme
candidasis
glossitis

35
Q

cocaine gevolg mz

A

xerostomie
bruxisme
caries
parodontitisverminderde smaak en reuk

36
Q

marihuana gevolgen mz

A

verhoogd risico oorale carcinomen

geen adrenaline toedienen vlak na mrihuanagebruik

37
Q

heroine gevolgen mz

A
sterk verminderde mh
caries
xerostomie
parodontitis
bruxisme
38
Q

CVA

A

cerebrovasculair accidetn
verorete, attaque
plots optreden uitval in hersenen

39
Q

2 vormen van CVA

A

herseninfarct

hersenbloeding

40
Q

herseninfarct

A

onvoldoende aanvoer O2 door afsluiting bloedvat

41
Q

hersenbloeding

A

ontstaan vaak door onderliggdend hypertensie

42
Q

TIA

A

verschijnselen van CVA maar kortdurend

Transient ischemic attack

43
Q

verschil gecompenseerd en gedecompenseerd hartfalen

A

hartfalen: hart onvoldoende in staat om lichaam van bloed te voorzien
gecompenseerd hartfalen: stijging vullingsdruk maar geen oedeem
gedecompenseerd hartfalen: stijging vullingsdruk en perifeer longoedeem

44
Q

barrett mucosa

A

meerlagig plaveisel –> cilindrisch epitheel