veroudering en kwetsbaarheid: gastdocent les 1 Flashcards

1
Q

gerontologie + wat houdt dit in? (2)

A

wetenschap van de veroudering

  • veroudering van volgroeide levende wezens
  • individuele en sociale gevolgen van veroudering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat betekent verzilvering

A

stijging van de oudste ouderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het verschil tussen het primaire verouderingsproces en het secundaire verouderingsproces?

A

primaire verouderingsproces is genetisch bepaald. het secundaire verouderingsproces is niet genetisch bepaald maar afhankelijk van veranderingsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hutchinson gilford progeria. valt deze ziekte onder primaire of secudaire verouderingsproces?

A

primaire verouderingsproces–> genetisch, kinderen die heel snel verouderen met uiterlijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

secundaire verouderingsproces omvat veranderlijke omgevingesfactoren en onveranderlijke omgevingsfactoren. wat is het verschil?

A

veranderlijke omgevingsfactoren zijn leefgewoonten en ziekten. onveranderlijke omgevingsfactoren zijn geboortegewicht, geboorteseizoen, educatieniveau, inkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat wilt maximaal reserve en minimale reserve zeggen?

A

als iemand maximale reserve heeft wilt dit zeggen dat iemand erg fit is. goede reserve betekent weinig bijkomende ziektes. minimale reserve wilt zeggen dat een oudere volledig afhankelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

frailty fenotype volgens fried

  • niet intentioneel gewichtsverlies
  • spier ziekte
  • daling wandelsnelheid
  • daling uithoudingsvermoge
  • daling lichamelijke activiteit
A
  • niet intentioneel gewichtsverlies = shrinking
  • spier ziekte = weakness
  • daling wandelsnelheid = slowness
  • daling uithoudingsvermoge = poor endurance
  • daling lichamelijke activiteit = low psychical activity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

frailty index volgens rockwood: er wordt op een andere manier naar kwetsbaarheid gekeken. geef de formule

A

aantal vastgestelde tekortkomingen (deficits)/ aantal potentiële tekortkomingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn deficits?

A

tekens, symptomen, ziekte, disability

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reverse epidemiology

A

factoren die op een jonge leeftijd prognostisch slecht zijn en op een latere leeftijd net in je voordeel werken ( bv overgewicht hebben)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

CGA betekenis + wat doet het

A

geriatrische evaluatie –> multidimensioneel interdisciplinair diagnostisch proces voor het in kaart brengen van de medische psychologische en functionele mogelijkheden van kwetsbare ouderen met als doelstelling de ontwikkeling van een gecoördineerd en geïntegreerd plan voor behandelingen en lange-termijn opvolging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

doel van CGA (3)

A
  • evaluatie van mogelijkheid tot uitvoeren van activiteiten
  • wijze van omgaan met een probleem
  • overzicht van mogelijkheden van beperkingen van oudere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cga is een basis voor (4)

A
  • zorgvuldige probleemanalyse
  • formuleren van diagnosen/aandachtspunten
  • opstellen zorgplan
  • prognose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken geriatrische pt (5)

A
  • fragiliteit en beperkte homeostase
  • actieve polypathologie
  • atypische klinische beelden
  • verstoorde farmacokinetica
  • gevaar voor functionele achteruitgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geestelijke problemen: de 3 d’s

A
  • dementie
  • depressie
  • delier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekent liasion

A

grote groep ouderen je kennis brengen, advies geven

17
Q

wat is de functie van interne liasion?(4)

A
  • evaluatie van patiënten
  • verslag naar huisarts
  • geven van aanbevelingen aan het zorgteam
  • verspreiden van de geriatrische kennis in het ziekenhuis
18
Q

doel van externe liasion (3)

A
  • optimale samenwerking zorgprogramma en thuiszorg
  • continuïteit van de zorg optimaliseren
  • onnodige heropnames voorkomen
19
Q

wat houdt transmurale zorg in?

A

samenwerking met eerstelijnszorg, WZC, ziekenhuisnetwerken in de buurt