H7 Flashcards
1
Q
Foto’s die men niet bekijkt
A
- Laag contrast
- Slechte kwaliteit
- Rommelige en drukke achtergrond
- Geen relaties met inhoud
- Heel generiek zijn
- Stockfoto’s
- Kil, nep of gepolijst
- Lijken op advertenties
2
Q
Foto’s die men wel bekijkt
A
- Hoog contrast
- Hoge kwaliteit
- Rustige achtergrond
- Sterke relatie met inhoud
- Gemakkelijk te begrijpen
- Weggesneden wat irrelevant is
- Magnetische foto’s
3
Q
Magnetische foto;s
A
- Glimlachende, vriendelijke gezichten
- Mensen die in de camera kijken of gezicht naar de camera hebben gericht
- Sexy lichaamsdelen en lichamen
- Smakelijk uitziend voedsel
4
Q
Twee soorten lettertype
A
- Tekst type
- Display type
5
Q
Tekst type
A
Makkelijk om in grote hoeveelheden en kleine maat te lezen
6
Q
Display type
A
Makkelijk om in kleine hoeveelheden en grote maat te lezen
7
Q
Serifs (schreven)
A
De haakjes en schreven aan de uiteinden van letters
8
Q
Sans serif
A
Schreefloze letters
9
Q
Functies van kleur
A
- Accentueren
- Signaalfunctie
- Sfeer/emotie
- Compositie
- Organiseren
10
Q
Drie componenten van kleur
A
- Hue
- Value
- Chroma
11
Q
Hue
A
De kleurtint
12
Q
Value
A
Licht of donker
13
Q
Chroma
A
Verzadiging of intensiteit
14
Q
Vier manieren om een kleur te kiezen
A
- Level of arousal
- Soort product
- Positionering
- Colour wheel
15
Q
Level of arousal
A
Je kan kleuren op mate van opwinding onderscheiden
