Karl Marx (1818-1883) Flashcards

1
Q

Noem twee inspiratiebronnen voor Marx.

A
  1. Hegel.

2. Feuerbach.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de filosofie eruit na Hegel?

A

Alle filosofie na Hegel is ook echt filosofie na Hegel. De school van Hegel in Berlijn valt in twee fracties:

  1. Links-hegelianen: gebruiken Hegels begrippen om Hegel voorbij te gaan en nieuw materiaal te leveren (Marx).
  2. Rechts-hegelianen: conservatief, proberen Hegel uit te leggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het grootste verschil tussen Hegel en Marx?

A

Bij Hegel komt de geest tot zelfbewustheid, de materiële omstandigheden zijn een reflectie van de geest. Marx zit Hegel op zijn kop. Bij Marx bepalen de materiële (sociale) omstandigheden de geest. Er zit nog veel Hegel in Marx, maar dit is de belangrijkste vernieuwing die Marx aanlevert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie zijn de meesters van de achterdocht volgens Paul Ricoeur?

A

Drie auteurs die het modern rationele subject ontmaskeren. Het subject dat transpirant is, overzicht heeft op zichzelf en de basis vormt voor al het verdere denken. Met hun achterdocht hebben ze enorme invloed gehad op de continentale filosofie.

  1. Marx: onze rationaliteit wordt bepaald door materiële omstandigheden. Het modern subject is niet autonoom.
  2. Nietzsche: onze rationaliteit wordt bepaald door de wil tot macht.
  3. Freud: onze rationaliteit wordt bepaald door het onbewuste.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarover schreef Ludwig Feuerbach?

A

Das Wesen des Christentums: waar komt religie vandaan (1841)? We beseffen dat we niet zonder elkaar en de natuur kunnen. Die afhankelijkheid is zo belangrijk dat we er geen hoger wezen van kunnen maken. Op dat hoge wezen projecteren we de hoogste menselijke eigenschappen waar we labels op plakken die we zelf belangrijk vinden. De projectie van God.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zou Hegel op Feuerbach reageren?

A

De projectie van God is een vervreemding van wie we echt zijn. We pakken iets, onze afhankelijkheid, dat ons menselijk maakt en projecteren dat op iets hogers. De slogan die hij daarbij heeft: van (verticale) theologie moeten we terug naar (horizontale) antropologie. In plaats van geloven in een hogere God moeten we beseffen hoe afhankelijk we van elkaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke punten is Marx het eens met Hegel?

A
  • De werkelijkheid is een dialectische ontwikkeling. Het is een dynamisch proces, geen statisch feit. Het heeft een einddoel het werkt ergens naartoe.
  • Dit proces werkt volgens de logica van dialectische ontwikkeling.
  • Deze ontwikkeling is teleologisch en eindigt als alle tegenstellingen zijn verzoend.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke punten is Marx het eens met Feuerbach?

A
  • Weg van de theologie.

- Religie toont menselijke vervreemding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het materialisme van Marx?

A

Marx gaat door met het materialisme van Feuerbach en ziet dat als een revolutionaire praxis. Dit combineert hij met de visie op geschiedenis van Hegel. Het materialisme: de geschiedenis het dialectische proces van veranderende materiële omstandigheden. Materiële omstandigheden zijn leidend, veranderen op niveau van het denken volgens de materiële omstandigheden.

Dit staat tegenover het idealisme van Hegel, waarin de geest het leidende principe is en zorgt voor veranderingen op materiële en maatschappelijk niveau van ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn haves en haves not?

A

Er zijn mensen die heel veel bezit hebben en mensen die bijna niets bezitten. Die productieverhouding (materialisme) bepaald de werkelijkheid. Wie heeft het bezit?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het onderscheid tussen de boven- en de onderbouw?

A

Ideologische bovenbouw: politiek, recht, wetenschap, filosofie, kunst en religie.

Materiële onderbouw: productieverhoudingen, eigendomsverhoudingen.

Alle vormen van bewustzijn staan niet meer op zichzelf, maar worden bepaald door de materiële oorzaken: de onderbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke kritiek heeft Marx op Feuerbach?

A

Met het materialisme vindt Marx een kritiek op Feuerbach: wat veroorzaakt de religieuze vervreemding? Feuerbach maakt de goede beweging, maar blijft steken bij de mensheid. Het is nog steeds een abstractie en projectie van God. Marx focust op concrete menselijke individuen en de sociale materiële omstandigheden waarin zij leven. Om religieuze vervreemding (bovenbouw) te kunnen begrijpen moet je naar de materiële oorzaken (onderbouw) kijken. Je moet niet kijken naar de mens als abstractie, maar naar waarom mensen het religieuze naar streven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe is geloof ontstaan volgens Marx?

A

In de 19e eeuw zien we de werkende klasse die leeft in verschrikkelijke omstandigheden. Als troostmiddel vinden zijn het geloof uit. Het is een uitvinding van de klasse als hoop voor het vreselijke; in de hemel is het immers wel goed. Het is een verdoving van het volk. Het volk grijpt zelf naar een verdovend middel om de erge gebeurtenissen te ontvluchten en hoop te leggen bij het hiernamaals. Dit religie opium is bij Marx van het volk, die wordt uitgevonden door de werkende klasse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de Theses on Feuerbach I?

A

Feuerbach’s materialisme blijft theoretisch, daarom kan hij het hebben over de mens als abstractie. Marx kan het hebben over de praktische mensen. Hij heeft aandacht voor de werkende mens en de nodigen voor de mens. Feuerbach kan de actieve kant niet bekijken, het blijft incompleet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de Theses on Feuerbach IV?

A

De basis van die zelfvervreemding moet je begrijpen als praxis en bekritiseren als een praktijk. Religie is niet zomaar een zelfvervreemding van de mens, maar een zelfvervreemding van de werkende klasse. Als je dat begrijpt, moet je zien dat die omstandigheden gerevolutioneerd moeten worden. De rol van de filosofie moet veranderen. Als filosoof moet je een actieve rol aannemen, daarom heeft de filosofie bij Marx een revolutionaire actieve positie. Marx werd daarom ook de oprichter van de arbeidsbeweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de Theses on Feuerbach VI en VII?

A

Het religieuze is een soort van gegeven voor Feuerbach, maar hij ziet niet in dat het een product is van sociale omstandigheden. Het is niet van de abstractie de mens, maar van de klasse van de samenleving: de praktische mens.

17
Q

Hoe verloopt de geschiedenis van de klassenstrijd?

A

Marx begint met een analyse van religie en dat religie een product is van de werkende klasse. Van die kritiek gaat hij naar de kritiek op de maatschappelijke omstandigheden. Dan komt hij op de visie van de geschiedenis, die loodrecht tegenover Hegel staat. Bij Marx begint de geschiedenis bij een originele basale samenleving: communisme. De productiemiddelen worden eerlijk verdeeld en er zijn geen klassen. Het werk is gericht, nog niet verdeeld. Maar de samenleving gaat groeien: er bestaat arbeidsverdeling en specialisatie. De arbeider wordt vervreemd van zichzelf; de relatie tussen de arbeid en het product wordt een proces van vervreemding. Die arbeidsverdeling splits in klassen. Een klassenverdeling van mensen die hebben en die niets hebben. Vanaf daar is het een dialectische strijd van klassen die wordt voortgedreven door de meester-slaaf dialectiek van Hegel.

18
Q

Wat is er zo oneerlijk aan een klassenverdeling?

A

De kapitalist (kleine groep) bezit alle productiemiddelen. Terwijl de grootste groep slechts zijn eigen lichaam bezit en dat moet verkopen aan de kapitalist in de vorm van werk. De proletariërs aan de machines in de fabrieken in de 19e eeuw zijn volkomen vervreemd van het product van hun werk. Het product is niet meer van hun, hij is vervreemd van het werk en van zijn medemens (geen contact mogelijk op de werkvloer). Die vervreemding zit aan de kapitalist. Die kapitalist vervreemdt zich van zijn menszijn. Hij is meer dan een kapitalist, maar gaat helemaal op in de rol van degene die de productiemiddelen bezit.

19
Q

Wat is de surplus value?

A

Er wordt meer geproduceerd dan dat er vraag naar is. Deze meerwaarde gaat in de zakken van de kapitalist. Dus je krijgt een steeds grotere vervreemding en ongelijkheid. Die spanning tussen de kapitalist en de proletariërs wordt steeds groter. In de industriële samenleving komt die vervreemding tot een hoogtepunt. De groeiende ongelijkheid en uitbuiting van de proletariërs kan niet anders dan leiden tot een oplossing van de spanning. Het proletariaat kan niets anders dan iets doen aan de ongelijkheid.

20
Q

Wat is het Communistisch manifest?

A

Een boek van Marx waarin Marx de proletariërs oproept om zich te verenigen. Marx roept op tot de revolutie. Hij ziet dat de spanning te groot geworden is en dat het niet anders kan dan dat de revolutie tot stand komt.

21
Q

Waarom is Marx’ filosofie wetenschappelijk?

A

Het is een wetenschappelijke analyse. Daardoor kan Marx voorspellen dat die revolutie daadwerkelijk gebeuren moet. Hij ziet de oorzaken van de ongelijkheid en kan vanuit die oorzaken de revolutie voorspellen. Die revolutie leidt eerst tot dictatuur van het proletariaat, waarin het proletariaat de leidende rol van de kapitalisten overneemt.

22
Q

Waneer komt de geschiedenis tot einde volgens Marx?

A

In het ultieme communisme. Het eindstadium van de maatschappelijke ontwikkeling. In dat communisme is er een klassenloze samenleving. Marx vult niet goed in wat die inhoudt, maar dit is wel duidelijk:

  1. Globaal: niet beperkt tot bepaalde werelddelen.
  2. Geen arbeidsdeling.
  3. Geen klassen: er is niets meer met elkaar te verzoenen, geen disposities meer. Alle spanningen zijn opgeheven, daarom is het communisme het eindstadium van de geschiedenis, het eind van het dialectische proces.
23
Q

Wat is de elfde theses on Feuerbach?

A

De meest beroemde. “Filosofen hebben alleen nog maar de wereld geïnterpreteerd, maar we moeten die juist veranderen”. De filosofie interpreteert het proces van sociale omstandigheden: de relaties tussen haves en haves not. Maar als je dat interpreteert, interpreet je dat als een revolutionaire actie. Dan kun je niet stil zitten, Als je in je theorie ziet hoe erg het is, moet je meehelpen. Zo gaat filosofie op van een pure theoretische discipline tot een revolutionaire praxis. Daarmee hebben we weer een einde van filosofie bereikt. Filosofie wordt een revolutionaire actie: het houdt op in zijn traditionele traditie. (Belangrijk thema in de hedendaagse filosofie, bij o.a. Heidegger en Wittgenstein).