8c Flashcards
(25 cards)
1
Q
posco, poposci
A
eisen, vragen
2
Q
fero, tuli
A
dragen brengen verdragen
3
Q
mulier mulierem
A
vrouw, echtgenote
4
Q
liber libri
A
boek
5
Q
pretium
A
prijs
6
Q
rursus
A
weer terug
7
Q
puto
A
menen vinden beschouwen als
8
Q
quaero quaesivi
A
zoeken vragen
9
Q
nimius nimia nimium
A
te veel te groot
10
Q
venio veni
A
komen
11
Q
tandem
A
tenslotte uiteindelijk
12
Q
rideo risi
A
lachen
13
Q
divinus divina divinum
A
goddelijk
14
Q
pono posui
A
plaatsen neerleggen
15
Q
impono imposui
A
plaatsen op leggen op
16
Q
idem
A
hetzelfde dezelfde
17
Q
reliquus reliqua reliquum
A
overig
18
Q
tres
A
drie
19
Q
emo emi
A
kopen
20
Q
magis
A
meer
21
Q
alius alia aliud
A
ander
22
Q
paratus parata paratum
A
voorbereid gereed bereid
23
Q
incendo incendi
A
in brand steken
24
Q
eam
A
haar deze die
25
peto peti
vragen streven naar