4: ribbenvloeren Flashcards
1
Q
Formule doorbuiging houten balk
A
5/314* p*l^4/E*I p= belasting per lopend meter l= overspanning E= elasticiteitsmodus I= traagheidmoment= (b*h^3) /12
2
Q
soorten ribbenvloeren per materiaal
A
- houten ribbenvloeren
- hout-betonvloeren
- glazen ribbenvloeren
- potten en balken (beton)
- ter plaatse gestort beton
- staalplaat-beton
- met omgekeerde U-, T-, en TT- elementen
3
Q
casettevloeren
A
- ribbenvloeren met ribben in twee richtingen
- uitgevoerd als hoge plaatvloer met uitsparingen
- bijna altijd onafgewerkt onderaan, dus nauwkeurig te werk gaan
- meestal van beton
- voor esthetisch effect
4
Q
houten ribbenvloeren - constructie
A
- houten balken of ribben worden op de draagconstructie geplaatst
- meestal 40 à 60 cm afstand tussen de elementen
- balklaag wordt met planken of platen bedekt: als basis voor de afwerking en om de belasting te verdelen
5
Q
soorten hout in balken
A
- massief
- bouwelementen in hout zoals gelijmd-gelamineerde balken
- engineered wood: minder veiligheidsfactor nodig
6
Q
Houten ribbenvloeren - eigenschappen
A
- lage geluidsisolatie: laag eigengewicht en niet-massiviteit
- daarom meestal met zwevende dekvloer of akoestische isolatie in vals plafond
7
Q
glazen ribbenvloeren
A
- toegepast voor architectonische effecten
- ribben uit metalen profielen of glas
- bestaat uit gelijmde glasplaten met telkens folie ertussen voor de veiligheid
8
Q
potten en balken
A
- geschikt voor matige gebruiksbelasting
- vooral bij verbouwingen
- arbeidsintensief
- bestaat uit voorgespannen betonbalken en vulblokken of potten ertussen
- balkjes met 0,4 tot 0,8 m tussenafstand
- balkjes geschoord bij plaatsing
- met al dan niet gewapende laag tweede fase beton
9
Q
soorten balkjes bij potten en balken
A
- omgekeerde T (meest courant)
- U-vormig uit gebakken klei, gevuld met gewapend of voorgespannen beton
- betonnen onderflens die de onderste staven van een tralieligger omhuld
10
Q
soorten potten bij potten en balken
A
- gebakken klei
- normaal of lichtgewicht beton
- geëxpandeerd polystyreen (thermische isolatie)
- vezelcementachtige samenstellingen
- plastiek en metaal
- doorgaans met afgesloten holle ruimten voor warmte- en geluidsisolatie
11
Q
hout-betonvloeren
A
- vooral bij renovaties
- soms ook bij nieuwbouw: grotere overspanning mogelijk dan bij houten vloer met dezelfde hoogte
- een betonnen druklaag wordt aangebracht op een (bestaande) houten vloeren ze worden mechanisch verbonden
12
Q
hout-betonvloeren: optimale samenwerking
A
- afschuifkrachten worden overgedragen, verplaatsingen in raakvlak beperkt
- hout belast op trek, beton op druk
- met folie tegen vocht
13
Q
ter plaatse gestorte ribbenvloeren
A
- hoge vloeren zonder overmatig eigengewicht
- steeds gewapend
- vergelijkbare uitvoering met casettevloeren
- duur, wordt nog weinig gedaan
14
Q
staalplaat-betonvloeren
A
- dunne geprofileerde staalplaten met betonnen druklaag, staan samen in voor mechanische sterkte
- staalplaat: werkvloer, verloren bekisting en dragend element tijdens het storten
- overspanningen tot 6 m
- vooral bij constructies met dragend skelet in staal
15
Q
staalplaat-betonvloeren - voor- en nadelen
A
Voor:
- hoge plaatsingssnelheid
- flexibel in ontwerp
- gemakkelijk toepasbaar bij renovatiewerken
Na:
- extra maatregelen nodig voor brandveiligheid
- weinig geschikt voor eengezinswoningen wegens de afwerking