TOS EN DYSLEXIE Flashcards

1
Q

dyslexie

A

= stoornis gekenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau
=> heterogene groep : comorbiditeit
etiologie
- erfelijke basis : verschillende genlocaties
- kwaliteit van het leerproces thuis en op school => pseudodyslexie = een probleem dat kan onstaan door inadequaat onderwijs
oorzakelijke factoren
- problemen met foneembewustzijn –> en rol bij de ontwikkeling van accuraat decoderen
- problemen met benoemsnelheid
=> weinig duidelijkheid exacte verschijningsvorm, afgrenzing van andere stoornissen, oorzaken zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

samen voorkomen dyslexie en TOS

A

onderscheid tussen leesbegripsproblemen en dyslexie
- leesbegripsproblemen = begripsproblemen in de mondelinge taal –> begripsproblemen in de geschreven taal => beperkte WS en zwakker begrip complexe zinnen –> leesbegripsproblemen en problemen met vloeiendheid voorlezen van teksten
- dyslexie = stoornis op woordniveau ten aanzien van het technisch lezen/spellen
–> ongeveer 50% overlap tussen TOS en dyslexie
multicomponentenmodel
- niet-fonologische factor : WS, morf, synt
- twee fonologische factoren :
- fonologische verwerkingsvaardigheden = taken die taalgebruikers uitvoeren o.b.v. fonologische representaties => problemen met fono rep –> niet altijd problemen met fono verwerk. en ook niet altijd dyslexie
- fonologische representaties (articulatietaak, discriminatietaak) => vaak verstoord, maar leidt niet noodzakelijk tot dyslexie
BESLUIT
TOS en dyslexie kunnen aan elkaar verwant zijn en soms niet –> mate : geconstateerde onderliggende oorzaken en de ernstgraad
NADEEL
model houdt alleen rekening met oorzakelijke factoren en niet met kwaliteit van leerprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorspellers dyslexie

A

woordherkenning
- benoemsnelheid
- letterkennis
(- foneembewustzijn)
=> standaard bij TOS genoemde risicofactoren onderzoeken
specifiek voor TOS met klankproductieproblemen (aanvullende opmerkingen)
- geen verhoogd risico t.a.v. leren lezen mist spraakproblemen opgelost zijn voor het beginnen leren lezen en mits geen andere taalontwikkelingsproblemen (niet opgelost : wel extra risico)
- kinderen met problemen in andere taalaspecten : zwakker leesbegrip dan verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

implicaties voor diagnostiek

A

van groot belang dat problemen met geletterdheid onderkend en gelabeld worden –> remediëren, compenseren en dispenseren
=> leesontwikkeling belangrijke invloed taalontwikkeling
expliciet inzetten op motivatie en zelfvertrouwen t.a.v. lezen
indicatie voor diagnostisch onderzoek : 3 achtereenvolgende toetsmomenten =< pc 10 op DMT en/of landelijk genormeerde spellingtoets, ondanks gerichte extra interventies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

implicaties voor behandeling

A

–> afhankelijk van de gemaakte afspraken binnen instellingen en actuele regels
- in allerlei settings (binnen instelling : interventie, buiten instelling : behandeling)
- effectieve leesinterventies sluiten aan bij effectieve leesonderwijs –> extra investering nodig en extra aandacht voor motivatie en zelfbeeld => vroeg beginnen, minstens 3 keer per week
volgen fasering lees- en spellingonderwijs
- aanvankelijk lezen : aanleren van letters en leesbehandeling centraal
- voortgezet lezen : het lezen van hele boeken (beginfase : luidop lezen, vervolgfase : stillezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly