A2/5-6 T/M 5-10 Flashcards
(38 cards)
1
Q
Streng
A
سخت گیر
2
Q
Het onderwijs
A
آموزش
3
Q
Fabrieken
A
کارخانه
4
Q
Verdienden (verdienen)
A
بدست آوردن،کسب کردن
5
Q
Regering
A
حکومت
6
Q
Wet
A
قانون
7
Q
Vasthouden
A
نگه داشتن
8
Q
Straf
A
تنبیه
9
Q
Hoek
A
گوشه
10
Q
Sloegen (slaan)
A
کتک زدن
11
Q
Stok
A
یک تکه چوب (در اینجا)
12
Q
Gewoon
A
عادی،معمولی
13
Q
Ben benieuwd naar
(Benieuwd zijn naar)
A
مشتاق دانستن چیزی بودن
14
Q
Dienst
A
کار،خدمت(در اینجا)
15
Q
Waren afgelopen (afgelopen zijn)
A
تمام شدن
16
Q
Bewoners
A
ساکن
17
Q
Aankleden
A
لباس پوشیدن
18
Q
Dekens
A
پتو
19
Q
Langs
A
کنار(در اینجا)
20
Q
Ruimde…op(opruimen)
A
جمع و جور
21
Q
Lastig
A
دردسر ساز
22
Q
Gestolen (stelen)
A
دزدیدن
23
Q
Kwaad
A
عصبانی
24
Q
Ervaring
A
تجربه
25
Serieus
جدی
26
Dat klopt
درست است
27
Toets
آزمون
28
Bedoeling
منظور
29
Een paar
چندتا
30
Het geluid
صدا
31
Omhoog
بالا
32
Af
تمام شده
33
Afmaken
تمام کردن
34
Het totaal
کلا
35
Nakijken
تصیح کردن
36
Hoop(hopen)
امید داشتن
37
Het lukt(lukken)
نتیجه بخش بودن، موفق شدن
38
Haast hebben
عجله داشتن
