A6 Flashcards

(15 cards)

1
Q

wat is de Trias Politica ?

A

de trias politica is de scheiding van de machten in Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem de drie machten van de Trias Politica

A

1.Wetgevende macht
2.Uitvoerende macht
3.Rechtsprekende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet de justitiële keten eruit en wie kom je als eerst tegen ?

A

Politie—>Openbaar ministerie—>Rechter—>Dienst Justitiële Inrichtingen(DJI)—> Reclassering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welken 2 taken heeft de Politie

A

Handhaven
Hulp verlenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een high impact crime ?

A

Dit zijn delicten met een groot impact bijvoorbeeld criminaliteit die impact heeft op de economie of die impact hebben op het milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn twee manieren om onveiligheid te meten ?

A

slachtofferenquêtes
zelfrapportage enquêtes

Politie, Justitie, rechterlijke macht deze organisaties meten ook hoeveel onveiligheid er is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het verschil tussen een risico en een gevaar ?

A

gevaar= iets wat we gevaarlijk vinden bijvoorbeeld lopen op het spoor
risico= is de kans en waarschijnlijkheid dat er een ongewenste gebeurtenis kan plaatsvinden

voorbeeld
gevaar risico
elektriciteit elektrocutie
gladde vloer uitglijden
brand verbranding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke 3 termen gebruiken we als we het hebben over een ongeval ?

A

Ongewenste gebeurtenis
plotseling
schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe werkt de ongevallenpiramide ?

A

Bij de ongevallenpriamide denken we dat voor elke dodelijk ongeval dat er gebeurt. Zijn er zoizo onveilige situaties voorgekomen

/1\              -dodelijk  ongeval    /30\             -ernstig ongeval, blijvend letsel   /300 \           -ongeval met letsel en verzuim  /3.000 \         -ongeval zonder verzuim /30.000  \       -bijna ongeval (bijna ongeval)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe werk het ijsberg model ?

A

Bij de ijsberg theorie denken we dat we eigenlijk allen maar het topje van de ijsberg zien het gene wat bovenwater drijft. zeg maar het dodelijke ongeval en alles wat daar onder zit zien we over het hoofd. Zoals de ernstige ongevallen met verzuim of de bijna ongevallen die zien we dan niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

noem de 5 dominostenen/ factoren van de dominotheorie

A

Heinrich’s domino theorie
de 5 factoren die leiden tot een ongeval (dominostenen)
1.persoonlijke achtergrond
2.menselijk falen
3.onveilige handeling of situatie
4.ongeval
5.letsel en/of schade

Hierbij zeggen ze als je een van de dominostenen weghaalt dat de domino ook niet doorgaat en je dus ook niet bij de volgende stap kan komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 3 invalshoeken hebben we als we het ongeval zien als organisatorische tekortkoming ?

A

1.Technische factoren
2.Organisatorische factoren
3.Gedragsfactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke 2 oorzaken zien we bij ongevallen

A

Basisoorzaken——————–>Structureel aanwezig
voorbeeld:
straat niet goed betegeld

Directe oorzaken——————->Tijdelijk aanwezig
voorbeeld:
een tegel die uitsteekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat betekend het Zwitserse gatenkaas model

A

we hebben allemaal maatregelen/barrières om een ongeval te voorkomen echter zitten er soms ook gaten in de barrières en kan je zo soms nog een ongeval hebben.

voorbeeld:
je bedrijf wordt gehackt en alle personeel gegevens worden gestolen maar je hebt het personeel uitgelegd dat ze een sterk wachtwoord moeten hebben heb ze op een cursus gezet om beter te leren waarom het zo belangrijk is om verschillende wachtwoorden te hebben zo heb je allemaal barrières gemaakt om er voor te zorgen dat iets niet gebeurt echter doordat er bij elk barrière nog een gaatje in kan zitten kan er dus alsnog een ongeval gebeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leg uit wat het visgraat model is

A

Visgraatmodel, Ishikawa
hierbij ga je de 6 m’s af (directe oorzaken) die kunnen leiden tot een ongeval. en als je weet wat die 6 ms zijn dan kun je weten wat er is gebeurt en wat dus het probleem is.
1 Mens
2 Materiaal
3 Management
4 Machine
5 Methode
6 Milieu
als je wet wat de bovenste 6 zijn dan kom je op de uitkomst het
7Probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly