aantekeningen Flashcards

(73 cards)

1
Q

verbening

A
  • uit mesenchymaal weefsel, bij platte botten:
    2 lagen met spongieus bot
    uit rood beenmerg met bloedcel vormong
  • uit hyalien kraakbeen: lange pijpbeenderen
    spongia aan uiteinden en geen direct bloedcelvoorziening
  • lengtegroei uit epifysair schijven
  • breedte groei uit periost
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

retinaculum

A

uitlopers fascie die gewricht laten bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zonen endochondral e verbening

A
  • rustzone
  • proliferatie zone
  • hypertrofische zone
  • kraakbeen zone
  • ossificatie zone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

morbus paget

A

virus in osteocyten –> verhoogde remodelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fasen fracuur genezing

A
  • hematoomvorming
  • vorming granulatie weefsel
  • intramembaneuze en endochondrale ossificatie
  • remoddeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

artrose

A
  • verlies kraakbeen
  • ombouwbot
  • synovitis
  • gewrichtspijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

erbse paralyse

A

hpge plexus laesie na geboorte letsel
–> waitertip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

klupkus paralyse

A

lage plexus leasie
–> klauwhand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvoor dient de TFCC

A
  • afstand ulna en os triquetrum overbruggen
  • betere drukverdeling
  • grotere congruentie
  • meer bewegelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe wordt de zijwaards beweging van de falangen tegengegaan

A

collateraal banden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar hechten de extensoren van de onderarm aan?

A

epicondylus medialis en lateralis
en tegen pols geduwd door retinaculum extensroum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functies comparitmenten onderarm

A

dorsaal: extensoren
radiaal: strekken
diep volair: buigen
oppervlakkig volair: flexoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat heb je bij een TFCC laesie

A
  • drukpijn fovea
  • grinding
  • laxiciteit DRU gewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat heb je bij SL laesie

A
  • drukpijn 1 cm boven tuberculum van lister
  • positieve watson test: meer bewegelijkheid en finger extensiontest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CMC1 artrose

A
  • pijn aan radiale zijde
  • zigzag deformiteit
  • drukpijn in CMC1
  • positeive grinding tes

–> spalue injectie of operatie waar os trapezium weg wordt gehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer CT onderarm/ pols en wanneer MRI

A

CT: bij ossale afwijking en intra- articulaire distale radius fractur
MRI voor mogelijk weke delen letsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

normale pols

A
  • handwortel in lijn met distale radius
  • palmair tilt 11 graden volair
  • radial tilt van 23 graden
  • radial length 10 mm
  • ulnaire variatie 0-2mm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

luxatie fracturen

A
  • galeazzi: radius breuk en luxatie ulna in DRUG
  • monteggia: ulna breuk in radiuskop luxatie
  • essex lopreski: luxatie radius en ulna en scheur membrana interrosea
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

classificatie onderarm fracturen

A

A: eenvoudig dwarslopende fractuur
B: wigvormig: grote kracht, half articulair
C: compleet articulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

soorten radius fracturen

A
  • colles: fragment naar distaal: val in dorsoflexie
  • smith fractuur: fragment naar volair
  • barton fractuur: intra- articulair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

radiologische tekenen osteomyelitis

A
  • holtevorming
  • periostale botvorming
  • sekwestervorming
  • sclerose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

septische artritis

A
  • koorts, irritatie
  • stand bonnet, lichte flexie door zwelling
  • pijnlijk ledenmaat
  • niet belasten aangedane zijde
  • bezinking > 40
  • koorts > 38,5
  • leuko’s > 12
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

typisch voor RA

A
  • lang ochtendstijf
  • laag hb
  • hoog BSE en reumafactoren
  • synovitis in gwrichten en pezen dik en gezwollen
  • destructie kraakbeen
  • pannus vorming
  • lokale boddestructie
  • osteoporose aan uiteinden
  • cyste vorming
  • ossale collaps
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

verschil RA en Artrose

A

RA: ontsteking
RA: pip, MCP en pols – A: DIP en duimbasis
RA: lang ochtendstijf
RA: klachten na rust – A : klachten na beweging
A: geen pannus vorming alleen destructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
beloop RA
- synovitis - prog inflammatie: pannusvorming - deformatie bot en weke delen - ankylose: vastgroeien van botten
24
jicht stadia
- asymptomatische hyperuricaemie - accute jicht - chornische jicht
25
sterkste ligament van het lichaam
lig. iliofemorale
26
functie n. tibialis
flexoren been en voet
27
functie n fibularis
dorsaalflexie en pronatief
28
functie n. obturatorius
innervatei adductoren
29
macuopolysacharidose
- lysosymale stapelingsziekte - stapeling GAG's in lysodymen en ECM - mutatie in ARSB- gen bij MPS VI op jonge leeftijd
30
directe diagnose artrose
- > 45 - aan acitivteiten gerelateerde knie[ijn - geen/ kortdurende ochtendstijfheid
31
radiologie artrose
- gewrichtsspleetversmalling - osteofytvorming - suchondrale cystevorming - subchondrale sclerose - deformatie - standafwijkingen
32
hoe kan je artrose chirurgisch behandelen
- gewrichtssparend - verstijven - resectie -vervangen
33
werking anasthetica
- versterkt receptore van remmende neurotransmitters - zorgt voor minder depolarisatie door remming excitatoire neurotransmitters
34
effect anesthetica op hart
- minder contractiliteit - dilatatie - lagere bd
35
toxiciteit lokale antibiotica behandelen
lipiden infuus
36
moeilijkheden bij narcose
- hypotensie - apneu - hypothermie --> wondinfectie - stress respons: ontstekingsmiddelen
37
BIBO
voeding, beweging en psychosociale steun
38
normale antreversiehoek femur
10-15 graden
39
DDH symptomen van pasgeborenen
- instabiliteit van de heup: ortolani en barlow - asymmetrische huidplooien - abductie beperking
40
stadia perthes
1: sclerose op epifyse 2: subchondrale radiolucente zonde en framentatie epifyse 3: repartatie/ re- ossificatie 4: residuale deformiteit ontwikkeld --> lastig abductie en endorotatie
41
meest voorkomende benadering THP
posterolateraal
42
garden classificatie (heupfracturen)
- 1 kop in valgus naar achter --> kan lopen -2: niet gedislokeerde mediale collm fractuur, staat anatomisch maar is instabiel - 3: gedisloceerde mediale collumfractuur --> 50% botcontact - volledig gedisloceerde mediale collumfractur
42
Ziekte van Buchem
afwijkinging in sclerose productie --> minder osteobllast remming en veel botombouw
42
pes anserinus
ganzenpoot: - m. gracilis - m. sartorius - m. semitendinosus
43
behandeling mediaal collateraal ligament letsel
- 0-5mm: functioneel: kort krukken en pijnstilling - 5-10 mm: brace - 3 helemaal door: brace
44
segond fractuur
laterale tibia plateau los met collatere fragmenten --> vaak een combinatie met voorste kruisbandletsel
45
late gevolgen van achterste kruisbandletsel
- patellofemorale artrose - mediale comparitment artrose
46
salter and harris
indeling groeischijfletsel: - type 1: kiemlaag nog intact - type 2: kiemlaag vaak ook intact - type 3 en 4: bot kan assymetrisch gaan groeien - type 5: vroegtijdige sluiting kan komen door crush letsel
47
functie spronggewrichten
onderste: pantair en dorsaal felxie bovenste: varus en valgus
48
pro en suppinatie in de voet
- art. calcaneocuboidea - art. talonaviculare
49
klapvoet
n. peroneus superficialis uitval
50
AO classificatie
A: enkelvoudige fractuur B: fractuur met los fragment C: communatief en evt door gewricht
51
Gustib- Anderson classificatie
I: wond < 1cm, lang en schoon II: wond > 1 cm zonder uitgebreid wekedelen letsel, huidflappen en spier avulsies III: uitgebreid wekedelen letsel/ traumatische amputatie a> weke delen bedekking: periost nog in tacht b> periosstripping, blootliggin gbot c> arterieel vaat of zenuwletsel
52
klompvoet
- spitse stand - varus in achtervoet - adductus in voorvoet --> cave cavus, adductus voorvoet, varus achtervoet, equinus enkel
53
soepele voet
- varus bij staan op tenen - voetboog zichtbaar bij ontspanning - voetboog zichtbaar bij optrekken grote teen - voet kan bij ontspanning soepel bewogen worden
54
open bewegingsketen
distaal beweegt tov proximaal
55
bewegingssegment van junghans
- 2 wervellichamen - discus intervertebralis - 4 facet gewrichten - ligamenten
56
ziekte van scheuerman
opening in tussenwerelschijf
57
oorzaken spondylolisthesis
- degeneratie - istmische spondylolisthesis door spondylolyse - traumatisch - dysplastisch - pathologisch
58
radiologische afwijkingen bij spondylolisthesis
- osteofyten - discusversmalling - vacuumfenomeen - versmallinggewrichtsspleet
59
wanneer operatie bij spondylodiscitits
- neurologische afwijkingen - falen AB - standsafwijkingen
60
aanwezig voor diagnose m. bechterew
- inflammatoire rugklachten - beperkte beweging wervelkolom - ssacro-illitis
61
classificatie sacro-ilitis
o: geen 1: minimaal verandering aan randen 2: verandering rand 3: rafeling randen, meer sclerose en gewrichtsspleetversmalling 4: volledige ankylose
62
voorstadium m. bechterew
- oedeem naast SI- gewricht - inflammatoire spinale laesies - degeneratieve laesies
63
wanneer denken aan spinale fractuur
- relevant trauma - bewusteloos persoon - intoxicatie - neurologische uitval - pijnklachten nek/ rug bij > 65
64
AO classificatie wervelfracturen
A: alleen ventrale zijde - A1: compressie - A2: split/pincer fractuur - A3: incomplete burstfractuur - A4: complete B: dorsale zijde C: dislocatie/ verplaatsing
65
neurlogische classificatie wervelfracturen
0: niks 1: tintelingen 2: uitstralende pijn naar been 3: incomplete dwarslaesie 4: volledige dwarslaesie
66
AISA classificatie
A: volledig sensorische en motorische uitval B: motorische uitval C: > 50% spierkracht < M3 D: meeer dan 50% spierkracht >M3 E: normaal
67
yellow flags lage rugpijn (voor chronisch beloop)
- angst - ongerust - depressief - passieve coping - psychische stress
68
primaire genezing wond
contractie, vorming bindweefsel, nieuw epitheelvorming
69
secundaire genezing wond
- inflammatie fase: vasoconstrictie en aantrekken ontstekingscellen - proliferatiefase, tot wond gesloten is: neoangiogenese, proliferatie en collageenvorming -remodeling fase