Week 1 Flashcards

(57 cards)

1
Q

Uit welke weefsels kan osteogenese (verbeening) plaatsvinden?

A
  • mesenchymaal bindweefsel platte botten doen het zo
  • hyalien kraakbeen (intersitiele lenge=tegroei): pijpbeenderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe ontwikkelen pijpbeenderen zicht?

A
  • als er bloedvaten aaangwezig zijn
  • lengtegroei vanuit epifysaischijven
  • breedtegroei vanuit periost : bindweefsel gaat aan het bot zitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke krachten vangen bind- en botweefsel op?

A

bot: compressiekrachten
bindweefsel: tractiekrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar bestaat gewrichtskapsel uit?

A
  • membrana fibrosa
  • membrana synovialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

principes voor veilig opereren?

A
  • Voorkomen schade aan zenuwen en bloedvaten (vooral venen moeilijk te herstellen)
  • Internervous plane
  • Voorkomen weefselschade (druk, hitte tractie)
  • Minimaal invasief
  • Kennis anatomie ( maar ook de variaties want ieder mens is anders)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is fascie?

A

bindweefsellaag over de spier heen die compartimenten met neurovasculaire bundels sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het retinaculum?

A

uitlopers van fascie van de belangrijkste structuren die het gewricht laten bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is aponeurose?

A

uitloper van de fascie van de spier die door veel tractie verdikt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een bursa?

A

met vocht gevuld zakje tussen een pees en onderliggende structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is meniscus?

A

onstaat onder invloed van beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke gewrichtsbehandelingen zijn er?

A
  • arthroscopie (en endoscopie)
  • arthroplastiek: kunstgewricht
  • arthrodese: verstijven
  • arthrolyse: losmaken
  • arthroscentese: gewrichtspunctie
  • synovectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke ossale behandelingen zijn er?

A
  • osteotomie: doorsnijden, zagen of beitelen
  • osteosynthese: verbinden
  • verlengen
  • inkortgen
  • resectie
  • excochleatie
  • bottransplantatie: homoloog/ autoloog
  • nettoyage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kan je een pees behandelen?

A
  • hechten
  • verlengen
  • nettoyage
  • vastzetten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan je een ligament behandelen?

A
  • hechten
  • reinsertie
  • reconstructie
  • shrinking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan je een fascie behandelen?

A
  • fasciotomie
  • fasciectomie
  • fascieplastiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kan je een bursae behandelen?

A
  • bursectomie
  • drainage bursa
  • injectie bursa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kan je een spier behandelen?

A

resectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hoe kan je een zenuw behandelen?

A
  • decompressie
  • transpositie
  • hechting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Uit welke 4 gewrichten bestaat het shoudergewricht?

A
  • glenohumeraal gewricht
  • arcomioclaviculair
  • sternoclaviculair
  • scapulothoracaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

schouderklachten

A

-pijn
- functiebeperking: verlies ROM of krachtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

dd cuff atrofie

A
  • glenohumorale artrose
  • acromioclaviculaire afwijking
  • cervicale wervelkolom pathologie
  • frozen shoulder
  • suprascapulaire neuropahtie
  • niet-orthopedisch
  • glenohumerale instabiliteit
  • m. infraspinatus en supraspinatus letsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

painfull arc test

A

bij rotatorcuff afwijking pijn bij abductie tussen 60 en 120 graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

internal rotation lag test

A

arm kan niet op rug blijven = letstel m. subscapularis

24
Q

external rotation lag test

A

externe rotatie in 90 graden flexie niet vasthouden = probleem m. supraspinatus en m. infraspinatus

25
drop arm test
functie m. supraspinatus
26
subluxatie schouder
instabiele schouder maar nog geen luxatie
27
instabiliteit schoudergewricht door
- gewrichtscongruentie - gewrichtsversie - glenoid met labrum - kapsel - rotatorcuff - bicepspees - negatieve druk - scapulothoracale beweging stand
28
welke soorten instabiliteit zijn er?
- TUBS, post traumatisch - AMBRI
29
Wat is de opbouw van revalidatie?
- eerst moeten propriosepsis en cooirdinatie goed zijn - dit moet zorgen voor lokale stabiliteit - dan kan kracht en uithoudingsvermogen worden getraind - hierna kan functioneel worden getraind
30
Welke manieren zijn er om te reponeren?
- chinese tractie bij anterieure luxatie - klassieke manier van hippocratis (met voet) - elegante manier van hippocrates (met doek in oksel)
31
Wat is een Hill- Sachs laesie?
cortikale deuk in kop humerus na anteriereure luxatie
32
wat is een bankard laesie?
labrum glenoidale is beschadigd
33
omartrose
- artrose schouder - verlies kraakbeen en osteofytvorming - therapie: aanpassen belasting, anagelica en oefentherapie, schouder prothese (maar eerst conservatief)
34
biomechanica
studie van structuur en functie van biologische systemen
35
kinematica
beschrijving beweging zonder naar oorzaak te kijken
36
dynamica
beschrijft verband kracht en beweging
37
statica
systemen in rust
38
materiaalkunde
relatie kracht en vervorming
39
Hoofdfuncties botten
- bescherming - ondersteuning - beweging - aanhechting van spieren en banden - aanmaak bloedcellen - schok absorptie - geluidsiverdracht - calcium opsalg
40
verschillen corticaal en spongieus bot
- compact vs sponsachtig en open - corticaal is minder poreus - cortiCaal heeft minder rek --> breekt eerder - corticaal kan grotere spanning verdragen
41
functies gewrichtskapsel
- Houdt botten bij elkaar - Mechanoreceptoren en propriosepsis, meestal aan eind van beweging - Beschermd gewricht tegen abnormale bewegingen
42
functies ligamenten
- Verbinding tussen botten - Beperken gewrichtsexcursie - Geleiden beweging
43
typen collageen vezels
- collagene: sterk en stijfheid - elastische: rekbaarheid onder belasting - reticulaire vezels: steun, volume en vorm
44
plat gewricht
Voet of SI- gewricht - Geschikt voor compressie - Ongeschikt voor dwarskrachten/ afschuiving - Weinig dragbaar Geschikt voor grote buigende momenten
45
bol gewricht
Heup of schouder: - Minder voor buigend moment - Grotere momentarm om dit naadeel te overwinnen - Gewoonlijk zeer draaibaar - Voor grote dwarskrachten (heft weerstand tegen afschuiving) Mobilidatie door buigend moment
46
krachten in ons lichaam
- Compressiekracht, 2 krachten tegen elkaar - Tekkracht, botten uit elkaar - Afschuifkracht, loodrecht op andere en zorgt dat botten weg van elkaar schuiven
47
wat doet calcium
- prikkelgeleiding - spiercontracite - immuunrespons - bloedstolling
48
wat doet fosfaat
- energievoorziening - DNA/ RNA - Enzymen
49
welke signalen zijn voor calcium fosfaat huishouding?
- Vit D: verhoog Ca, verhoogd fosfaaat - PTH: verhoogd CA, verlaagt fosfaat - calcitonine: verlaagt Ca - FDF23: verlaagt fosfaat
50
rachitis en osteomalacie oorzaak
te kort aan Vit D: - te weinig in voeidng - te weinig bloodstelling zonlicht - malabsorptie - onvoldoende 25-hydroxylering (leverziekten) - onvloedoende 1- alfa hydroxylase activiteit (nierziekten) - Vit D resistentie - anti- epileptica gebruik
51
XLH
- genmutatie: verhoogde urine excretie van fosfaat door verhoogde FGF23 spiegles - klein, verkromming benen en tandproblemen - behandleing: fosfaatdrank en actief vit d of burosumab ( anti FGF 23
52
hyperparathyreoidie
- primair: afwijking in bijschildklier - secundair: bij neiging tot daling calciumconcentratie: nieraandoening of vit D gebrek - tertiar: bij secundair de bijschildklieren autonoom gaan functioneren geeft: - gegeneraliseerd botverlies - subperiostale botresporptie - multipele botcysten - zout- en peper aspect schedel -
53
risicofactoren osteoporose
- leeftijd - geslacht - prevalente fractuur -positieve fam an - gewicht/ lengte - corticorsteroidgebruik - immobiliteit
54
secundaire oorzaken osteoporose
- endocrien: paratheroidie, hypogonadisme, hypercorticosolisme, laag vit d - medicamenteus - lever/ nierziekten - auto- immuunziekten
55
behandeling patient met hoog risio op fractuur
- inname calcium en vit D - gevarieerder voeding met voldoende zuivel, groente, noten en fruit - gezonde levensstijl - beweegadviezen - valpreventie - evt. medicatie
56
m paget
- osteitis deformans - focale skeletaandoening - teogenomen botombouw in 1 of meerdere botdelen - acitiveit osteocalsten neemt toe daarna ook osteobalsten - geen duidelijke oorzaak
57
Ziekte van Buchem
- genmutatie - gebrek aan sclerostine - veel bot metname in schedel --> zenuwen door bot beschadigd