Aardrijkskunde - examen 2 (begrippen) Flashcards

(86 cards)

1
Q

Vergeet niet alle landen, gebergtes, rivieren etc te leren

A

!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de 15-minutenstad

A

een stad waarbij werkplaatsen, scholen, sportcentra en winkels op minder dan 15 minuten wandel- of fietsafstand liggen van waar je woont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heet aankomstland

A

een land waar migranten naartoe gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het albedo

A

De mate waarin een oppervlakte de zonnestraling weerkaatst.
Het is een getal dat aangeeft hoeveel procent van de zonneinstraling weerkaatst wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de alfabetiseringsgraad

A

Het aandeel van de bevolking dat kan lezen en schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de arbeidsmigraties

A

Migratie om in een ander land tijdelijk of permanent te gaan werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de asielzoeker

A

Iemand die asiel aanvraag in een bepaald land.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de banlieu

A

Het Franse woord voor voorstad, een gemeente aan de rand van een grote stad die met die stad vergroeid is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de beroepsactieve leeftijd.

A

De leeftijd waarop iemand geschikt is om te werken.
(15-64 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de beroepsactieve leeftijd?

A

15-64 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de biocapaciteit

A

De totale beschikbare productieve oppervlakte van een gebied of van de hele aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de borough

A

Officieel stadsdeel van de stad NYC.
Een borough heeft een beperkt zelfbestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de braindrain

A

De emigratie van hoogopgeleide mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de carbon capture and storage

A

Carbon capture and storage (CCS) is een techniek waarbij uitgestoten broeikasgassen worden opgevangen en worden opgeslagen bv in de diepe ondergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CCS betekenis

A

Carbon Capture and Storage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de circulaire economie

A

Dat is een model van productie en consumptie waarbij bestaande materialen en producten zo lang mogelijk gedeeld, verhuurd, hergebruikt, hersteld, opgeknapt en gerecycleerd om meer waarde te creëren. Op die manier wordt de levencyclus van producten uitgebreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

het central bussiness districs (CBD)

A

De Engelse term voor zakendistrict. Dat is de wijk in het centrum van de stad waar veel winkels en vooral kantoor-gebouwen staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het dambordpatroon

A

Een stratenpatroon waarbij de straten bijna loodrecht op elkaar staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de deeleconomie

A

een economie waarbij dezelfde goederen door verschillende mensen worden gebruikt. bv deelauto’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

het donutmodel

A

Een duurzaamheidsmodel ontwikkeld door Kate Raworth waarin de grenzen van duurzaamheid worden voorgeseld door 2 ringen, een ecologische en een sociale.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de duurzame ontwikkeling

A

Een ontwikkeling waarbij voldaan wordt aan de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van de toekomstige generaties in gevaar te brengen.
Kortom: een ontwikkeling die rekening houdt met de toekomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

het ecologisch plafond

A

De buitenste ring in het donutmodel: voorbij dit plafond loop het milieu onherstelbare schade op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de ecologische reserve

A

Het verschil tussen de ecologische voetafdruk en het eerlijke aarde-aandeel, wanneer de voetafdruk kleiner is dan het eerlijke aarde-aandeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het ecologische tekort.

A

Het verschil tussen de ecologische voetafdruk en het eerlijke aarde-aandeel, wanneer de voetafdruk groter is dan het eerlijke aarde-aandeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de ecologische voetafdruk
De totale oppervlakte die iemand of een groep mensen nodig heeft voor consumptie en om het geproduceerde afval te verwerken.
26
het eerlijke aarde-aandeel
De oppervlakte die voor iedereen op aarde beschikbaar is voor consumptie en de verwerking van afval. Het wordt berekend door de totale biocapaciteit op aarde te delen door de wereldbevolking.
27
hoeveel bedraagt het eerlijke aarde-aandeel?
+/- 1,6 ha per persoon
28
EVA betekenis
afkorting voor ecologische voetafdruk
29
het getto
Een stadswijk waarin de meeste mensen die er wonen tot dezelfde sociale groep behoren
30
de globale hectare
De eenheid van de ecologische voetafdruk. Het is 1 hectare biologisch productieve ruimte met een gemiddelde productiviteit.
31
de Global North
Een verzameling landen met hoge welvaart en inkomen, voornamelijk gelegen in het noordelijk halfrond
32
de Global South
Een verzameling landen met lage welvaart en inkomen, voornamelijk gelegen in het zuidelijk halfrond.
33
de Green Deal
Een pakket van maatregelen van de EU om klimaatneutraal te worden.
34
HDI betekenis
de Human Development Index
35
hittegolf
Een periode met hoge temperaturen. Volgens het KMI een periode van min 5 dagen achtereen waarop de max temperatuur 25,0°C of meer bedraagt; waarbij ten minste op 3 dagen de max temperatuur 30°C of meer bedraagt.
36
de hittestress
De negatieve gevolgen voor de mens van extreme hitte: meer agressie, minder goede nachtrust, meer luchtweg- en hartproblemen, meer overlijdens bij ouderen, ...
37
Het hoge inkomensland
Een land dat volgens de Wereldbank een bruto nationaal inkomen heeft per hoofd van de bevolking van 12 535 US dollar of meer (2019).
38
de Human Development Index
" of menselijke ontwikkelingsindex geeft de ontwikkelingsgraad van een land weer. Het is een cijfer tussen 0 en 1, waarbij 0 zeer lage ontwikkeling en 1 zeer hoge ontwikkeling is.
39
IDP betekenis
afkorting internally displaced person (de ontheemde)
40
de illegaal
Een persoon die in een land verblijft zonder geldig verblijfsdocumenten
41
de intercontinentale migratie
Migratie tussen verschillende werelddelen
42
intercontinentaal
tussen verschillende continenten of werelddelen
43
de internally displaced person
De ontheemde. Een persoon die in zijn eigen land vlucht of naar een grensregio van een buurland gaat omwille van geweld of natuurrampen.
44
de internationale migrant
Een persoon die in een ander land leeft dan waar hij/zij geboren is.
45
International Organisation for Migration
De IOM van de Verenigde Naties.
46
klimaatneutraal
Dat betekent dat er netto geen uitstoot is van broeikasgassen.
47
de klimaatvluchteling
Mensen die hun land verlaten omwille van de gevolgen van de opwarming van de aarde of klimaatverandering.
48
de lage-emissiezone (LEZ)
Een zone in een stad waar de meest vervuilende auto's niet meer in mogen, vooral bedoeld om de oudere dieselwagens uit de stad te bannen.
49
het lage-inkomensland
Een land dat volgens de Wereldbank een bruto nationaal inkomen heeft per hoofd van de bevolking van 1 036 US dollar of minder (2019).
50
LEZ betekenis
afkorting lage-emissiezone
51
de lineaire economie
Een economie waarbij er gebruik gemaakt word van eindige grondstoffen en waarbij afval verbrand of gedumpt wordt.
52
het microklimaat
Een klimaat dat erg plaatselijk voorkomt en anders is dan het klimaat daar omheen.
53
het microkrediet
Een (kleine) som geld die startende ondernemers kunnen lenen om te investeren in bv. een winkel, enkele kippen, ...
54
het middel-inkomensland
Een land dat volgen de Wereldbank een bruto nationaal inkomen heft per hoofd van de bevolking tussen 1 036 en 12 535 US dollar (2019).
55
het migratiesaldo
Dat is het verschil tussen het aantal immigranten en het aantal emigranten van een plaats, land of regio. migratiesaldo = immigratie - emigratie
56
multicultureel
Samengesteld uit verschillende culturen. Cultuur is het geheel van gewoonten en gedragsregels van een bevolkingsgroep
57
de neighborhood
Een wijk in een Amerikaanse stad met bepaalde kenmerken en een eigen identiteit. Dat zijn soms bijna aparte "dorpen in de stad". bv. Little Italy, Chinatown in NYC
58
de Noord-ZUidkloof
Het verschil in inkomen en ontwikkeling tussen de Global North en de Global South.
59
de ontheemde
Een persoon die in zijn eigen land vlucht of naar een grensregio van een buurland gaat omwille van geweld of natuurrampen.
60
de oversterfte
Het aantal sterftes boven het normale (gemiddelde) aantal gedurende een bepaald periode
61
de paradox
Een schijnbare tegenstelling. Een paradox bestaat uit 2 zaken die op het eerste gezicht niet kunnen, maar als je er dieper over nadenkt toch wel.
62
de planetaire grens
Het ecologische plafond van het donutmodel bestaat uit 9 planetaire grenzen, zoals de grnes van klimaatverandering.
63
de pullfactor
de aantrekkingsfactor
64
de pushfactor
de afstotingsfactor
65
de ruimtelijke segregatie
Mensen uit verschillende sociale groepen die gescheiden wonen van elkaar. De sociale groepen wonen elk in een eigen wijk/regio.
66
de SDG-index
Een getal tussen 0 en 100 dat aangeeft hoe ver een land staat in het bereiken van de 17 SDG's. SDG is de afkorting voor SUstainable Development Goal.
67
de sociale cohesie
De mate waarin een groep mensen samenhangt en samen dingen doen.
68
het sociale fundament
De binnenste ring van het donutmodel. Het bestaat uit 12 basisbehoeften waaraan voor iedereen in de wereld moet voldaan zijn.
69
de sociale huisvestiging
Bij sociale huisvestiging gaat het om huurwoningen waarbij de huurprijs afgestemd wordt op het inkomen van de huurders. De verhuur gebeurt door een huisvestigingsmaatschappij.
70
de sociale segregatie
Mensen uit verschillende sociale groepen die weinig contacten met elkaar hebben.
71
de sociale woning
Een woning die bij sociale huisvesting wordt verhuurd. De huurprijs is afgestemd op het inkomen van de huurders.
72
het spinnenwebpatroon
bij dit stratenpatroon lopen een aantal grote wegen naar het centrum. Ze zijn verbonden door een of meerdere ringwegen. Daar stond vroeger de stadsomwalling.
73
het stadsklimaat
Het stadsklimaat wordt vooral gekenmerkt door een hogere temperatuur. Dit fenomeen heet het stedelijke hitt-eilandeffect
74
de stadsvernieuwing
Bij stadsvernieuwing worden wijken, of delen daarvan, beter leefbaar gemaakt. Het kan nieuwbouw van woningen na sloop zijn, maar ook renovatie. Niet allen de woningen, maar ook de woonomgeving wordt verbeterd. Er worden bijvoorbeeld bredere straten aangelegd met meer ruimte voor fietsers en voetgangers.
75
het stedelijk hitte-eilandeffect
Dit verschijnsel wordt ook wel urban heat island genoemd. Het wijst op de hogere temperaturen in een stedelijk omgeving. Die ontstaan omdat materialen zoals steen en beton opwarmen en die warmte erg traag weer uitstralen.
76
het stratenpatroon
Het patroon waarin de straten in een stad of dorp liggen.
77
de transmigrant
Een migrant die tijdelijk in een land verblijft omdat hij op doortocht is naar een ander land.
78
UNHCR
afkorting voor United Nations High Commisioner for Refugees. Dit is de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties. Ze coördineert over de hele wereld hulpacties om vluchtelingen te beschermen en oplossingen te zoeken voor de vluchtelingenproblematiek
79
het urban heat island
Ook wel stedelijk hitte-eiland. Het wijs op de hogere temperaturen in een stedelijke omgeving. Die ontstaan omdat materialen zoals steen en beton opwarmen en die warmte erg traag weer uitstralen.
80
de urban mining
Het recycleren van grondstoffen uit afval. Het speelt een belangrijke rol in de circulaire economie.
81
de verharding
Verhard oppervlak. Kunstgras en kiezels worden ook beschouwd als verharding, omdat die het ecosysteem van de bodem verstoren.
82
het vertrekland
Het land dat een persoon wilt verlaten
83
de vluchteling
Persoon die zijn land verlaat uit vrees dat hij er niet gaat overleven.
84
de voorstad
Een gemeente aan de rand van een grote stad die met die stad vergroeid is.
85
het wetland
Of drasland. Laag gelegen land dat permanent of tijdelijk verzadigd is/wordt door opkomend water.
86
het zakendistrict
De wijk in het centrum van de stad waar veel winkels en vooral kantoorgebouwen staan.