AK - H1 nieuw boek TW2 Flashcards
(49 cards)
Waaruit bestaat de biosfeer en betekenis daarvan?
Biosfeer bestaat uit lithosfeer (alle gesteenten en bodem), hydrosfeer (grondwater, oppervlaktewaterm regen en mist) en atmosfeer (dunne laag gassen rondom de aarde)
Biosfeer = leven op aarde.
Welke rol heeft de zwaartekracht qua atmosfeer?
Het zorgt ervoor dat de gassen niet weggaan, hierdoor zijn 80% van de luchtdeeltjes op de aardoppervlak (10-15 km).
Opbouw van de atmosfeer:
- Troposfeer
- Stratosfeer
- Mesosfeer
- Thermosfeer
Wat geldt voor troposfeer? + vuistregel.
Het is waar het weer zich afspeelt.
per 1000 meter gaat er 6 graden Celsius af.
Hoe verwarm je aarde van onderaf met de zon?
De zon zendt kortgolvige straling en het aardoppervlak weerkaatst het met langgolvige straling. Hierin dienen wolken als dekentjes, waardoor de temperatuurverschillen dag en nacht tijdens bewolking kleiner zijn.
Wat is het albedo-effect?
Wolken?
= hoe witter het oppervlakte, hoe beter het zonlicht kan weerkaatsen.
Wolken kunnen ook weerkaatsen, want ze zijn wit.
Wat geldt voor de stratosfeer?
Daar neemt de temperatuur toe hoe hoger je gaat, hier is ook de ozonlaag die ons beschermt tegen UV-straling.
Wat geldt voor de mesosfeer?
Het beschermt tegen meteorieten door ze te verbranden voordat ze de aarde bereiken.
Wat geldt voor de thermosfeer?
Heeft minder dan 1% van de atmosfeer gassen.
De motor van het weer + zijn essentie
De zon! Zonne-energie is essentieel!
Hoeveelheid straling is afhankelijk van 2 factoren. Leg ze uit.
- Albedo-effect: bergen met witte sneeuw krijgen minder straling door de kleur -> veel weerkaatsing.
- Breedteligging. Hoe groter de afstand (vanaf de damprking) hoe minder straling, hoe hoger je gaat, is er ook een groter invalshoek, dus meer verdeling van energie.
Waardoor warmt de evenaar zich niet als een gekke op?
Doordat er transport plaatsvindt in de vorm van wind en zee, hoewel er een overschot ligt, wilt de aarde balans.
Wat zijn de temperatuurfactoren?
- Breedteligging
- Hoogteligging
- Het soort gebied/gesteldheid
- Aanlandig/aflandig wind
- Aanvoer van warme of koude weer door zeestromen.
Leg temperatuurfactor: breedteligging uit.
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
Leg temperatuurfactor: hoogteligging uit.
Per 1000 meter, neemt er 6 graden celsius af.
Leg temperatuurfactor: gesteldheid uit.
De zee kan veel warmte aanhouden en duurt langer om af te koelen. De zonnestralen moeten namelijk diep komen en vanaf die diepte weer uit.
Leg temperatuurfactor: aanlandig/aflandig wind uit.
Aanlandig= koeler in de zomer, want zee wordt minder snel warm en warm in de winter.
Aflandig = koud in winter, warm in zomer. (landlocked landen -> helaas)
Leg temperatuurfactor: aanvoer warmte/koudheid via zeestromingen uit.
Warm water uit de tropen en koude water uit de polen. Door transport van zonnestralingoverschotten.
Leg kort stijgingsregen en stuwingsregen uit en waar het gebeurt.
Stijgingsregen: tropen/evenaar = veel verdamping
Stuwingsregen: gebergte = ene kant veel, andere kant niet.
Verschil weer en klimaat
weer = klein gebied, 1 moment
klimaat = groot gebied, 30 jaar + voortschrijdend gemiddelde
Mondiale luchtcirculatie =
grootschalige verplaatsing van lucht
Hoe ontstaan een laagdrukgebied bij de evenaar?
Zon verwarmt de gebied, luchtdeeltjes bewegen en nemen ruimte in -> stijgen
Doordat ze stijgen zal op de aardoppervlak minder deeltjes zijn, dus laagdrukgebied.
Hoe ontstaat een hoogdrukgebied?
Het is koud, de deeltjes bewegen minder, nemen minder ruimte in en zakken.
Op de aardoppervlak zijn er veel deeltjes, dus hoogdrukgebied.