AK - Klimaatverandering TW3 Flashcards

(34 cards)

1
Q

Zeespiegelstijging =

A

toename van de hoogte van de zeespiegelniveau (smelten van het landijs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Factoren die hierin spelen zijn natuurlijk en onnatuurlijk. Natuurlijke factoren bestaan uit: (leg uit)

A
  1. Interne factoren = wisselwerkingen tussen onderdelen van het klimaatsysteem. (oceaan, land, ijs, atmosfeer, etc.)
  2. Externe factoren = Externe factoren zoals de energie van de zon, de baan van de aarde, platentektoniek etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit: extern on intern:
1. El Nino
2. zonnevlekkencyclus
3. Vulkaanuitbarstingen

A
  1. Intern (-0.2 C tot 0.2 C)
  2. Extern (0 tot 0.2 C)
  3. Extern (-0.05 tot -0.55)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gemiddelde stijging van temperatuur op basis van natuurlijke factoren:

A

in 125 jaar werd er 0.8 C temperatuur gestegen, maar als we alleen de opwarmende elementen nemen: 0.4 C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Maar de grootste onnatuurlijke factor van klimaatverandering:

A

externe factor: de mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(versterkte) broeikaseffect=

A

het proces waarbij de straling van de zon geabsorbeerdt wordt door de atmosfeer door de broeikasgassen ( CO2, CH4, N2O)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Door welke factoren kwam er een versterkte broeikaseffect?

A

Populatie groeit, waardoor er meer landbouwgrond is en vee, vermindering van bossen en natuurlijke gebieden. Vee stoot CH4 uit, N2O komt vrij uit kunstmest, CO2 door verbranding van fossiele brandstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeelden van fossiele brandstoffen

opwekking

A

Aardgas, aardolie, steenkool

deze stoffen zullen lang gebruikt worden voor opwekking van energie..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

demografische factoren (van klimaatverandering) =

A

factor die te maken heeft met de ontwikkeling van een bevolking (bevolkingsgroei, verstedelijking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Duurzame energiebronnen =

A

energiebronnen die Co2 neutraal zijn en de broeikaseffect niet versterken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe onderzoeken klimaatwetenschappers prognoses?

A

Klimaatmodellen op computers die een klimaat simuleren met verschillende factoren erin gestopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tipping point =

A

een moment waarop (een onderdeel van) het klimaatsysteem in een korte tijd drastisch en onomkeerbaar verandert. de nieuwe situatie is dan onherstelbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeelden vab tipping points:

A
  1. smelten van ijskappen op groenland
  2. stilvallen van de thermohaline circulatie in de atlantische oceaan.
  3. permafrost ontdooit: co2 en ch4 komt vrij and we are cooked.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de IPCC en wat doen ze?

A

Een organisatie van de verenigde Naties die het meest recente onderzoek op klimaatverandering rapporteert en kijkt voor adaptatie (het aanpassen van klimaatverandering) en mitigatie (het voorkomen van klimaatverandering). dit doen ze zodat regeringen slimme keuzes maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke factoren let de IPCC?

A
  • waterbalans (smelten van landijs, uitzetten van zeewater, vernatting en verdroging
  • ecosystemen: bedreiging van biodiversiteit
  • kwetsbaarheid van kustgebieden ( erosie en overstroming)
  • landbouw en visserij: effect op productiviteit
  • industrie: relatie tussen industrie en versterking van broeikaseffect
  • gevaren voor de gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1 ding om op te merken aan gemiddelde stijging temp:

A

gemiddelde van de hele wereld, er zullen plekken die extremer opwarmen en andere minder, zelfs sommige die kouder worden.

17
Q

Waarom staat in klimaatmodellen dat de noordpoolgebied de hoogste temperatuurstijging zal zien?

A

Positive terugkoppelingseffecten (albedo-effect)

18
Q

welke gebieden zullen in prognose meer/minder neerslag zien/

A

meer:
1. noordpool
2. evenaar

minder:
1. noord-afrika
2. Spanje

19
Q

Gevolgen

Noem me een paar gevolgen van klimaatverandering (verandering neerslag en temperatuur)

A
  1. Dieren die oorspronkelijk op een bepaald plek thuisvoelden moeten weg want die ecosysteem verandert. Klimaatzones, vegetatiezones en biografische zones verschuiven.
  2. de eerste geldt ook voor de mens, planten op landbouwgronden moeten een ander ecosysteeem om te groeien.
  3. Landbouwgrond wordt onbruikbaar door verdrinking (overstromingen) en nuttig grond spoelt weg
  4. Zeespiegel stijgt door afname van landijsbedekking
  5. door 3 kan er verzilting ontstaan, want land kan lang onder water blijven en zouter worden
  6. Verdroging -> verwoestijning -> bosbranden
20
Q

Wat is neerslagvariabiliteit + debiet

q

A

verschillen in neerslaghoeveelheid (korte tijd veel regen).

hierdoor kan de debiet (hoeveel water die op een bepaald moment in een rivier stroomt) vergroten en kan het rivier dat niet goed afvoeren ->overstromingen

21
Q

Verschillende perspectieven =

A

voor sommige gebieden is het fijn dat er minder neerslag is, dan is het fijner voor de vakantie, maar slecht voor scheepvaart.

warmer klimaat is misschien goed voor toerisme, maar skitoerisme gaat kapot,

etc.

22
Q

Volgens KNMI, zal de zeespiegel in Nederland met hoeveel stijgen misschien?

A

40-85 centimer.

23
Q

Gevolgen voor Nederland specifiek?

A
  1. Overstromingen
  2. Kustgebieden: verzilting
  3. dalende drinkwatervoorziening
  4. perioden van droogte
  5. neerslagintensiteit neemt toe (niet gelijkmatig door het jaar)
24
Q

Klimaatconferenties =

A

bijeenkomst vanuit de verenigde naties waarbij landen komen om over klimaat te babbelen

25
Kyotoprotocol =
klimaatconferentie waarin erd afgesproken: vanaf 2005, in 2012 broeikasgassen 5.2% lager dan in 1990 -> in 20212 tot 2020 wereldwijd 18% lager
26
2015: Parijsconferentie
wereldwijde temperatuurstijging in 2100 maximaal 2 C (maar liever 1.5 C)
27
Landen in EU afspraak: + nationaal
in 2030 minimaal 40% minder CO2 uitstoot (landen mogen zelf kiezen hoe ze deze doel bereiken) In Nederland specifiek: 1. co2 uitstoot in 2030 met 49% verminden (t.o.v. 1990) 2. in 2050 broeikasgassen met 95% verminderen
28
Welke sectoren stoten het meeste CO2 uit?
Energieopwekking en landbouw
29
Wat is 'handel in emissierechten' en wat is de punt ervan?
= kopen en uitkopen van emissie(of uitstoot)rechten van schadelijke broeikasgassen Wetenschappers hopen zo dat fabrieken zullen innoveren om steeds minder schadelijk te stoten. de max van het aantal dat je kan uitstoten wordt elke jaar lager tot het 0 bereikt in 2057.
30
Carbon Capture & Storage =
Co2 uitstoot die door bedrijven wordt afgevangen en opgeslagen in lege grasvelden. 1. Niet per se veilig 2. Stelt het probleem uit tot latere generaties.
31
Afremmen van mobiliteit =
terugdringen van verkeer over land, lucht en zee en overstappen tot elektrisch rijden.
32
Transportpreventie =
Proberen om bepaalde vorm van transport te verminderen door efficienter om te gaan met transport. Dus afstanden tussen leverancies en afnemers klein houden bijv. of zoveel mogelijk te passen in een vrachtwagen, etc.
33
Tolheffing definitie plus waarom voor tegenstijden klimaatverandering ## Footnote individueel..
= betalen om een bepaalde vorm van infrastructuur te gebruiken. Proberen om innovatie te stimuleren om vervoer met veel co2 uitstoot veel te laten betalen. ## Footnote kan ook op individueel niveau: betalen voor elke kilometer rijden, dus openbaar vervoer!
34