Atelier 2.3 p. 79-80 Flashcards
(32 cards)
1
Q
Une galerie d’art
A
Een kunstgalerij
2
Q
Des lunettes solaires
A
Een zonnebril
3
Q
Un plat
A
Een gerecht
4
Q
La scupture
A
Het beeldhouwwerk
5
Q
Un visiteur
A
Een bezoeker
6
Q
Insolite
A
Ongewoon
Eigenaardig
7
Q
Lumineux
Lumineuse
A
Vol licht
Helder
8
Q
Marron
A
Kastanjebruin
9
Q
Nombreux
Nombreuse
A
Talrijk
10
Q
Sous-marin
Sous-marine
A
Onderwater-
Diepzee
11
Q
Depuis que
A
Sinds
Sedert
12
Q
Connaître
A
Er iets van kennen
13
Q
En avoir assez
A
Er genoeg van hebben
14
Q
En avoir ras le bol
A
Er genoeg van hebben
15
Q
En vouloir à quelqu’un
A
Boos zijn op iemand
16
Q
il n’y en a plus
A
Er is ( er zijn) er geen meer
17
Q
Je vous en prie
A
Alstublieft
18
Q
Ne pas s’en faire
A
Het niet aantrekken
19
Q
Ne pas y arriver
A
Er niet in slagen
20
Q
Ne plus en pouvoir
A
Niet meer kunnen
21
Q
Ne rien en savoir
A
Er niets van weten/kennen
22
Q
Occuper ( s’en )
A
Ermee bezig houden ( zich
23
Q
Sortir ( s’en)
A
Eraan uit kunnen
24
Q
Une facade
A
Een gevel
25
Un niveau
Een verdieping
26
L'ovéan Indien
De indische oceaan
27
Le personnel
Het personeel
28
Un thème
Een thema
29
Acrylique
Acryl
30
Solide
Stevig
31
Transparent(e)
Doorzichtig
32
Imiter
Nadoen
