Au travail et a la maison Flashcards
(80 cards)
1
Q
adorer (j’adoré)
A
dol zijn op
2
Q
à neuf heures
A
om negen uur
3
Q
ah voilà
A
kijk eens aan
4
Q
aimer (j’aime)
A
houden van
5
Q
aller (vous êtes allé)
A
gaan (bent u gegaan?)
6
Q
au bureau
A
op kantoor
7
Q
au travail
A
aan het werk
8
Q
bien sûr
A
natuurlijk
9
Q
bonjour
A
goedendag
10
Q
charmant
A
bekoorlijk, lieflijk
11
Q
commencer
A
beginnen
12
Q
compliment (M)
A
compliment
13
Q
du matin
A
’s morgens
14
Q
étudier (j’étudie)
A
studeren
15
Q
exporter (j’exporte)
A
exporteren, uitvoeren
16
Q
faire un tour
A
bezichtigen, alles bekijken
17
Q
grand
A
groot
18
Q
ici
A
hier
19
Q
il est neuf heures
A
het is negen uur
20
Q
interview (F)
A
interview, vraaggesprek
21
Q
j’aime bien
A
ik houd wel van
22
Q
je suis né
A
ik ben geboren
23
Q
journal (M)
A
krant
24
Q
journaliste (m/f)
A
journalist
25
là
daar
26
la Hollande (f)
Nederland
27
L'électronique
electronica
28
l'école polytechnique
de Technische Hogeschool
29
nom (m)
naam
30
merci
dank u wel
31
pays (M)
land
32
petit
klein
33
pour
voor
34
pouvoir (je peux)
mogen
35
préparer (je prépare)
voorbereiden
36
question (f)
vraag
37
son bureau (m)
zijn/haar kantoor
38
souvent
vaak
39
travailler (je travaille)
werken
40
usine (f)
fabriek
41
voir
zien
42
votre
uw/jullie
43
au premier étage
op de eerste verdieping
44
aussi
ook
45
cave (f)
kelder
46
c'est moi
dat ben ik
47
chambre à coucher
slaapkamer
48
cuisine (f)
keuken
49
demeurer (je demeure)
wonen
50
en bas
beneden
51
en Espagne
in spanje
52
entrée (f)
entree, ingang
53
ici
hier
54
il y a
er is, er zijn
55
je suis espagnole
ik ben spaanse
56
je veux bien
dat wil ik wel, graag
57
jusqu'à
tot (aan)
58
maison (f)
huis
59
manger (je mange)
eten
60
mari (m)
echtgenoot
61
montrer (je montre)
laten zien
62
pays natal (m)
geboorteland
63
porte (f)
deur
64
prendre (je prends)
nemen
65
salle à manger (f)
eetkamer
66
salle de bains (f)
badkamer
67
salon (m)
zitkamer
68
souvent
vaak
69
toilettes (les)
w.c.
70
très peu
erg weinig
71
w.-c. (m)
wc
72
visiter (je visite)
bezoeken
73
voilà
kijk eens, kijkt u eens
74
appareil photo numérique (APN)
digitale fotocamera
75
brancher
aansluiten
76
clavier (M)
toetsenbord
77
imprimante (f)
printer
78
liseuse
e-reader
79
ordinateur (m) portable
laptop
80
souris (f)
muis
