B2.1 - A Flashcards
(48 cards)
De oorsprong
die Herkunft
Ontwerp, ontworpen, heeft ontworpen
entwerfen, entwarf, hat entworfen
het alternatief
die Alternative -n
De opsomming, en
die Aufzählung, en
de beperking, en
die Einschränkung, en
Het tegenovergestelde
der Gegensatz
de smaak
der Geschmack, -er; denselber Geschmack haben
Het onderzoek
die Umfrage, n
toevertrouwen
anvertrauen
Iets goedmaken voor iemand
jemandem etwas ausmachen
Vertrouwen op
sich verlassen auf
Begrijpen onder
verstehen unter + Dat
Verscheurd worden tussen
hin- und hergerissen sein
Uit het oog verliezen
(sich) aus den Augen verlieren
Aan de ene kant - aan de andere kant
einerseits - andererseits
ofwel-of
Entweder - oder
Niet enkel, maar ook
Nicht nur - sondern auch
Zowel - ook
Sowohl - als auch
Niet, ook niet
Weder - noch
Niet blabla - maar wel blabla
zwar - aber
de bestelling
der Auftrag - e
Commisie
in Auftrag geven
way of speaking
die Redensart
Ondertussen - je weet het ondertussen
mittlerweile - Mittlerweile wussten sie Bescheid