BA 6 - Bloedstolling, Trombose en Embolie Flashcards
(19 cards)
3 fasen bloedstolling / hemostase (stap 1)
- Vasoconstrictie/ vaatvernauwing 🡪 bloedvaten trekken samen 🡪 verminderd de bloedstroom in het beschadigde gebied en helpt het bloedverlies te beperken.
3 fasen bloedstolling / hemostase (stap 2)
Primaire hemostase/ bloedstelping: vorming van een bloedplaatjesprop
🡪 Bloedplaatjes/ trombocyten hechten aan het beschadigde endotheel (binnenkant van het bloedvat), vooral aan het collageen in de vaatwand.
🡪 Het von Willebrand-factor (vWF) fungeert als brug tussen het collageen en de bloedplaatjes.
🡪 Na activatie veranderen de bloedplaatjes van vorm, worden plakkeriger en vormen een ‘prop’.
🡪 Er komen stoffen vrij die andere plaatjes aantrekken en activeren; ADP, tromboxaan en serotonine.
🡪 Tijdelijke afdichting: de bloedplaatjesplug.
3 fasen bloedstolling / hemostase (stap 3)
Secundaire hemostase: stollingscascade en vorming van fibrinenetwerk.
🡪 Stollingscascade = stollingsfactoren geactiveerd in een watervaleffect.
Twee paden:
Intrinsic pathway/ intern pad: geactiveerd door schade aan het bloedvat zelf
Extrinsic pathway/ extern pad: geactiveerd door weefselfactor (tissuefactor, TF) bij beschadiging van weefsel buiten het vat.
🡪 Beide komen samen in het common pathway, leidt tot:
Activatie van protrombine 🡪 zet om in actieve trombine
Trombine zet fibrogeen om in fibrine, dat een netwerk vormt over de bloedplaatjesprop heen
Dit fibrinenetwerk stabiliseert de prop tot een stevige trombus/bloedstolsel 🡪 uitdroging = korst.
3 fasen bloedstolling / hemostase (stap 4)
Fibrinolyse: opruimen van het stolsel: zodra het beschadigde vat is hersteld wordt het stolsel afgebroken door plasminogeen, dat wordt omgezet in plasmin. Dit enzym breekt fibrine af tot oplosbare fragmenten.
Bestanddelen bloedstolling
- bloedplaatjes
- stollingsfactoren
- vaatwand/endotheel
Bloedstolling = trombocyten + stollingsfactoren + vaatwand
Triade van Virchow Drie hoofdoorzaken:
- verhoogde stolbaarheid van het bloed / hypercoagulabiliteit
- veranderingen in bloedstroom - blood stasis
- endotheelschade / beschadiging van de vaatwand - vessel injury
wat gebeurt er precies tijdens trombose
Wat gebeurt er precies: stollingscascade wordt onterecht geactiveerd 🡪 fibrine en bloedplaatjes vormen een propje/ trombus 🡪 stolsel blijft zitten en blokkeert gedeeltelijk of geheel het bloedvat; Óf raakt los en schiet naar longen = longembolie.
Verschillende trombose soorten
Type:
DVT > Diepe aders in benen > zwelling risico op longembolie
Longembolie > longslagader > kortademigheid, pijn, levensgevaar
CVA (Beroerte) > hersenslagader > verlammingsverschijnselen, afasie
Myocardinfarct > kransslagader hart > POB, hartschade
Tromboflebitis > oppervlakkige aders > rood, pijnlijk strengetje
Ontstaan DVT
Roken
Lange vliegreis >6 uur
Kanker of andere ernstige ziektes
Hartfalen
Lang bedrust (bv zwangerschap)
Overgewicht
Ouderdom
Beperkte mobiliteit
Oestrogeengebruik (pil of hormonen)
Symptomen DVT
Rood
Gezwollen
Pijnlijk
Oedeemvorming
Zwaar gevoel
Lichte temp stijging
Glanzende strakke huid
Evt kortademig en POB
Diagnostiek DVT
Echografie 🡪 of bloed normaal stroomt of er stolsels zijn
D-dimeertest (bloedonderzoek)
Behandeling DVT
Antistollingsmedicatie (acenocoumarol of fenprocoumon)
Heparine-injecties
Compressietherapie dmv steunkousen/zwachtel
Complicaties DVT
Longembolie 🡪 minder zuurstof in bloed 🡪 longinfarct
Post-trombotisch syndroom: chronische pijn, Oedeem, Ulcera/zweer
Ontstaan embolie
Embolie = afsluiting van een bloedvat door een bloedstolsel (trombus).
Afbraak bestaand stolsel door het lichaam
🡪 Plasmine is actief enzym dat fibrine afbreekt, hierdoor valt het stolsel uit elkaar. De fibrine-afbraakproducten (D-dimeer) wordt via bloed afgevoerd en afgebroken in de lever en nieren.
🡪 Trombolytica zoals Alteplase bootsen dit na bij bv een herseninfarct of longembolie.
Ontstaan arteriële trombose
Artherosclerose/aderverkalking
🡪 Ophoping van vetten/plaques in de vaatwand beschadigd het endotheel |(binnenbekleding van het bloedvat). Deze kunnen scheuren.
Endotheel beschadiging
🡪 Door plaque-ruptuur komt het onderliggende weefsel bloot te liggen 🡪 activatie bloedplaatjes/ trombocyten
Stollingscascade
🡪 Bloedplaatjes activeren stollingssysteem 🡪 fibrinenetwerk start en stolsel vormt
Trombusvorming
🡪 Trombus groeit en kan slagader afsluiten
Hoge bloeddruk
Hoog cholesterol
Weinig beweging
Diabetes
Hart- en vaatziekten
Roken
AF
Kunsthartklep
Waar zit arteriële trombose
Hart (kransslagaders) 🡪 hartinfarct/ myocardinfarct
🡪 Bloedonderzoek en ECG
🡪 Dotteren/ coronaire bypass
Symptomen: POB, Uitstralende pijn arm, kaak, keel, pijn in rust, zweten, Misselijk, kortademigheid.
Hersen arteriën 🡪 herseninfarct/ CVA/ Ischemische beroerte
🡪 Kan komen door AF
🡪 Binnen 4-6 uur behandelen -> trombolyse
Symptomen: Scheef hangende mondhoek, krachtsvermindering in arm of been, verwarde spraak, verminderd bewustzijn.
Beenslagaders/ perifeer arterieel vaatlijden (PAV) 🡪 Clauditio intermittens/ etalagebenen of kritieke ischemie
Orale antistolling
is het gebruik van medicijnen die via de mond (oraal) worden ingenomen om het bloed minder stollingsneiging te geven. Dit is géén “bloedverdunner” in de letterlijke zin, maar het vertraagt de bloedstolling, waardoor de kans op bloedstolsels kleiner wordt.
Twee hoofdgroepen:
1. Vit-K Antagonisten (werken door remmen van vit > acenocoumarol, fenprocoumon) INR vaak prikken
2. DOAC’s (Directe Orale Antiagulantia) > remmen samenklonteren trombocyten, na hart of herseninfarct.
Trombolyse
is een behandeling die een bestaand stolsel actief oplost.
Vooral na of bij:
- acuut hartinfarct (STEMI)
- acuut herseninfarct (beroerte)
- massale longembolie met instabiliteit