basisboek hfdst 5. Voortplanting Flashcards

(41 cards)

1
Q

twee manieren om eigenschappen aan nakomelingen door te geven

A

geslachtelijke voortplanting

ongeslachtelijk voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de mannelijke geslachtsorganen in een bloem?

A

meeldraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de vrouwelijke geslachtsorganen in een bloem?

A

stamper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van meeldraden?

A

stuifmeel wordt hierin gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van de stamper?

A

Onderin de stamper bevindt zich het vruchtbeginsel met daarin een of meerdere zaadbeginsels. Hierin zit de eicel. De bovenkant is de stempel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noemen we een plant met aparte mannelijke en vrouwelijke bloemen (wel aan 1 plant)

A

eenhuizig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noemen we een plant waar aan de ene alleen mannelijke en aan de andere alleen vrouwelijke bloemen zitten?

A

tweehuizig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bij bevruchting groeit het … uit tot een zaad

A

zaadbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij bevruchting groeit het … uit tot een vrucht

A

vruchtbeginsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij naaktzadigen liggen de zaden in een …

A

kegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn sporenplanten?

A

varens, mossen, paardenstaarten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem een aantal vormen van ongeslachtelijke voortplanting

A

bollen, knollen, uitlopers, wortelstokken, stekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een knol is een …

A

verdikte wortel met reservestoffen, bv aardappel, winterpeen, radijs en krokus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen bol en knol?

A

Bol bestaat uit aantal vlezige schubben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij stekken heeft een plant ….. eigenschappen in vergelijking met de moederplant

A

precies dezelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

paddestoel is het …

A

vruchtlichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke dieren blijven hun hele leven bij elkaar?

A

bv zwanen, ganzen, zeepaardjes, tortelduif

18
Q

Vrijwel alle zoogdieren zijn … barend

19
Q

ongeslachtelijke voortplanting vindt vooral plaats als er … voedsel is.

20
Q

noem voorbeelden van aanpassingen aan voortplanting

A

bv sappige vruchten maken als dieren deze verspreiden, pauwenstaart om indruk te maken

21
Q

hoe gaat het zaad van de man?

A

in zaadballen gemaakt, opslag in bijballen, via zaadleiders richting penis, eerst langs zaadblaasjes en prostaat, via urinebuis eruit

22
Q

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?

A

penis, vagina,

23
Q

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?

A

borsten, schaamhaar, baard in de keel

24
Q

Wanneer is de dikte van de baarmoederwand het grootst?

A

vlak voor de menstruatie

25
hoeveel chromosomen in een menselijke spermacel?
23
26
Hoeveel chromosomen in een menselijke cel?
46 ofwel 23 paar
27
Wat is mitose?
van 1 naar twee dochtercellen, dus waarbij 23 paar chromosomen zich kopieren tot 46 chromosomen paren, dan deelt de cel en krijgt elke dochtercel weer 23 paar
28
Wat is meiose?
gebeurt alleen bij voortplantingscellen. chromosomen kopieren maar dan blijft in elke cel n kopie, uiteindelijk vormen daaruit 4 dochtercellen met een enkelvoudige set. 23 chromosomen dus, ipv 23 paar
29
Chromosoom bestaat uit
DNA, stukken ervan zijn genen
30
Wat is een gen?
Een bepaalde volgorde van bouwstenen. ofwel een soort instructie voor de cellen
31
Elk chromosoom bevat vele ...
genen
32
Wat is het genotype?
Alle genen in een lichaamscel bij elkaar. Het geeft je aanleg aan, zoals kleur van ogen
33
Wat is het fenotype?
Alle eigenschappen die je kunt waarnemen, bv de kleur van je ogen
34
Het genotype speelt dus ... bij het ontstaan van het fenotype
een grote rol
35
Een man heeft een
XY chromosomen paar
36
Een vrouw heeft een
XX chromosomen paar
37
Dominant of
recessief
38
wanneer ben je drager?
Als je een recessief en dominant chromosoom bij je draagt
39
als een ziekte dominant erfelijk is dan ...
krijg je de ziekte al als een van de genen het kapotte gen is
40
Wat zijn mutaties?
foutjes die kunnen ontstaan bij het delen van de cellen
41
kruisen en veredelen
plant met grote vruchten en een met extra rode tomaten -> hopelijk plant met grote rode vruchten