Boek hoofdstuk 1.3 De voortplanting van bloemplanten Flashcards

1
Q

veel planten kunnen zich zowel …. als … voortplanten

A

ongeslachtelijk en geslachtelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bij ongeslachtelijke voortplanting beschikken nakomelingen over … erfelijk materiaal als de ouderplant

A

dezelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat vindt plaats bij geslachtelijke voortplanting?

A

Versmelting tussen de mannelijke geslachtscel (in stuifmeel) en vrouwelijke geslachtscel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe ontstaat variatie bij planten waardoor natuurlijke selectie kan plaats vinden?

A

Door de geslachtelijke voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn drie voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting?

A

Bollen
Knollen
Uitlopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem voorbeelden van bollen

A

bolgewassen zoals uien, tulpen, barcissen, sneeuwklokjes.

bolrokken in gespecialiseerde bladeren onder de grond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe gaat de ongeslachtelijke voortplanting van bolgewassen?

A

reservevoedsel in gespecialiseerde bladeren onder de grond, genoemd bolrokken. Eindknop groeit uit tot plant. verbruikt reservevoedsel uit bolrokken. Deel van voedsel wordt opgeslagen in nieuwe bolrokken. Er komt nieuwe bol binnen de oude. Ook zijknoppen krijgen voedsel, waardoor zij tot nieuwe bollen kunnen ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe gaat de ongeslachtelijke voortplanting bij knollen?

A

stengels waaraan stengelknollen gevormd worden. De knol is een verdikte stengel en geen wortel. Er zitten knoppen aan die kunnen uitgroeien tot nieuwe stengels en wortels (aardappel) Radijs/winterwortel spelen geen rol bij voorplanting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vertel over uitlopers

A

Knoppen van kruidachtige planten lopen uit en vormen nieuwe scheuten, uitlopers. aan de knoppen hiervan kunnen nieuwe wortels en stengels groeien. Zo ontstaan nieuwe plantjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je uitlopers onder de grond?

A

Wortelstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn wortelstokken?

A

Uitlopers onder de grond. het zijn stengels, geen wortels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is afleggen?

A

Een stuk stengel naar de grond buigen en met grond bedekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kun je planten ongeslachtelijk vermeerderen?

A

Door stekken van stengel, wortel of blad
Door scheuren
Door af te leggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe kun je de manier van ongeslachtelijk vermeerderen ook noemen?

A

klonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke bladeren zijn felgekleurd?

A

kroonbladeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke bladeren beschermen de knop?

A

Kelkbladeren

17
Q

wat zijn helmknoppen?

A

Zij produceren stuifmeelkorrels, mannelijke geslachtscellen

18
Q

Wat zijn lipbloemigen?

A

Bv witte dovenetel

19
Q

hoe heten de bloemen in een paardebloem?

A

lintbloemen

20
Q

stampers en meeldraden zitten vaak in …. bloem?

A

1

21
Q

Wat zijn tweeslachtige planten?

A

stamper en meeldraden zitten in 1 bloem

22
Q

wat zijn eenslachtige planten?

A

Stamper en stuifmeel zitten aan verschillende takken. bv hazelaar. katjes en van die lange dingen

23
Q

Wat zijn tweehuizige planten

A

plantensoorten waarbij mannelijke en vrouwelijke bloemen op aparte planten voorkomen

24
Q

wat zijn eenhuizige planten?

A

Zoals de hazelaar, tweeslachtig, beide op 1 bloem

25
Q

Bestuiving vindt plaats door?

A

Insecten en wind

26
Q

Hoe heten de knoppen die stuifmeel produceren?

A

Helmknoppen