Basisprincipes van de farmacologie Flashcards
(33 cards)
Bij controlled release: twee mogelijkheden:
- uitgestelde afgifte
- vertraagde afgifte (sustained)
Waarom uitgestelde afgifte?
beschermen gnm tegen maagmilieu
beschermen maag tegen etsende werking gnm
maximaliseren lokaal effect in GI-tractus
enterische omhulling =
tablet intact in maag
desintegratie pas in darm (bij hogere ph)
waarom vertraagde afgifte?
verlaging toedieningsfrequentie
afvlakken piek- en dalconcentraties in bloed
Welke systemen bij sustained release?
matrix-systemen
reservoir-systemen
Gnm verlaat reservoir via
diffusie
Matrix kan … of … gestuurd zijn
diffusie
erosie
Vloeibare vormen
oplossing (troebel)
suspensie (helder)
siroop
emulsie
vloeibare dermale preparaten
lotion (obv alcohol)
oplossing (obv water)
Halfvaste vormen
gel: zwelbaar polymeer + water
zalf: vetfase -> plakt = langer werken
creme: waterfase + vetfase -> makkelijk weg te spoelen
pasta: vet/water, hoge concentratie vaste stof
Transdermale preparaten werken via
reservoir/ matrix systeem
PMDI=
pressurised metered dose inhaler (=doseeraerosol)
Wat is cold freon effect? Vermijden?
pt stopt met AH of ademt door neus als koude nevel van aerosol keel bereikt.
Vermijden door spacer te gebruiken
Bij poederinhalatoren creert … , terwijl bij doseeraerosol creert ….
poederinhalator: inhalatie van patiënt creert de aerosol
doseeraerosol: het drijfgas creert de aerosol
Nebulisatie =
vernevelen van oplossing met externe krachtbron
= klassieke aerosol
SKP=
samenvatting kenmerken/karakteristieken vh product
Farmacodynamiek =
effect van gnm op het lichaam
Farmacokinetiek=
effect van lichaam op gnm
Welke types ongewenste effecten?
- Type A (augmented): voorspelb. adhv farmacologisch profiel. DosisAFHANKELIJK
- Type B (bizar): niet voorspelbaar. dosisONafhankelijk
- Type C (chronic): OE’s na langdurig gebruik
- Type D (delayed): carcinogeen/ teratogeen
- Type E (end of use): withdrawel effect
- Type F (failure): onverwacht niet aanslaan van behandeling (bv. door interactie: pil en sint-janskruid)
Wat zijn predisponerende factoren voor OE?
- geslacht
- leeftijd
- metaboliserende capaciteit (cyp-enzymes)
- nierlijden
- leverlijden
- zwangerschap en lactatie
Welke zijn belangrijke ongewenste effecten?
- QT-verlenging (risico torsade de pointes)
- Anti-cholinerge effecten
- HyperK+
Wat is geassoceerd met QT verlening?
Torsades de pointes = mogelijk fataal verlopende ventrikeltachycardieën
Anticholinerge effecten?
- Centrale: vooral duizeligheid, zelden
cognitieve achteruitgang en delirium, met of zonder agitatie. - Perifere: vooral monddroogte, droge ogen, verminderde zweetsecretie, nausea en obstipatie, mydriase en accomodatiestoornissen, urineretentie;
zelden tachycardie en ritmestoornissen
Farmacokinetiek wordt gekenmerkt door …
ADME