Rationeel voorschrijven en op evidentie gebaseerde farmacotherapie Flashcards

1
Q

Wat betekent rationeel voorschrijven

A
  1. Enkel de gnm’s waarvoor evidentie van effect bestaat
  2. Deze gnm’s juist toepassen (indicatie, dosering, interacties,…)
  3. Oog hebben voor kosten/baten verhouding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij de gecontroleerde studies onderscheidt men

A

Observationele studies

Gerandomiseerde studies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Observationele studies kunnen

A

Retrospectief of prospectief zijn
oorzaak naar gevolg zijn (cohort)
gevolg naar oorzaak (case-control)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gerandomiseerde studies zijn steeds

A

prospectief

oorzaak naar gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke types gerandomiseerde studies?

A

open
enkelblinde
dubbelblinde
parallel groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De hoogste graad van evidentie wordt geleverd door

A

gerandomiseerde gecontroleerde dubbelblind studies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voor elke therapie gelden uiteindelijk 2 doeleinden: (= harde eindpunten)

A

kwantiteit van leven verlengen (mortaliteit)

kwaliteit van leven verbeteren (morbiditeit en QoL)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een gunstig effect van een geneesmiddel op een risicofactor of intermediair eindpunt betekent niet altijd een gunstig effect op

A

harde eindpunten vanwege de toxiciteit van gnm’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Iatrogene ziekten maken … % van de hospitalisaties uit

A

10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NNT =

A

aantal personen dat moet worden behandeld om één event te vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De NNT is afhankelijk van de

A

ARR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

NNH=

A

number neaded to harm = hoeveel patiënten moeten worden behandeld om 1 ernstig ongewenst effect te veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is disease mongering?

A

Het uitvinden van een ziekte zodat een pil er op zou passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Syndroom =

A

combinatie van samenhangende verschijnselen (symptoomcomplex) waarvan de oorzaak (nog) niet bekend is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een risicofactor is geen ziekte want

A

veel mensen met de RF zullen nooit ziek worden

mensen zonder de RF kunnen ook ziek worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Formularium =

A

onderbouwde selectie van gnm’s

17
Q

Bij opmaken formularium: 4 criteria balanceren

A

Effectiviteit
Veiligheid
Geschiktheid
Prijs

18
Q

Wat is belangrijk bij effectiviteit?

A
  • werkzaamheid
  • evidentie
  • op harde/ intermediaire eindpunten?
19
Q

Wat is belangrijk bij het criterium veiligheid

A

bijwerkingen
toxiciteit
problemen bij zwangerschap/lactatie

20
Q

Wat is belangrijk bij geschiktheid?

A
  • veel/sterke interactie met gnm/voeding
  • veel CI’s of bijzondere voorzorgen
  • gebruiksgemak pt (toedingsvorm en frequentie)
21
Q

De six steps methode =

A

van probleem tot voorschrift tot adherence

22
Q

Wat zijn de 6 stappen van de six steps methode?

A
  1. Patiëntenprobleem (met leeftijd en specifiek!)
  2. Therapeutisch doel vaststellen (waarom gnm?)
  3. Standaardtherapie/ geneesmiddelen bepalen
  4. Controleren op geschiktheid voor DEZE pt
  5. Maak voorschrift
  6. Evaluatieplan opstellen en controle geneesmiddelentherapie
23
Q

Wat kan een therapeutisch doel zijn?

A

Genezing
Symptoomverlichting
Complicaties op termijn vermijden
Preventie

24
Q

Wat zijn risicopatiënten?

A
zwangeren
lacterende vrouwen
ouderen
kinderen
nierinsuff
leverinsuff
genetsich (QT-verlenging)
25
Q

De verantwoordelijkheid van de afleverende apotheek bestaat uit een …

A

nazichtsfunctie

26
Q

Wat wordt terugbetaald mbt magistrale bereidingen?

A

terugbetaling als ALLE grondstoffen terugbetaald worden + als minstens één actieve grondstof aanwezig

27
Q

Hoe gebeurt terugbetaling magistralen?

A

Per module = vaste ondeelbare kwantiteit

28
Q

Wat is 1 module?

A

10 gélules
50g crème
5 suppo’s

29
Q

Hoeveel modules maximaal per voorschrift?

A

6 modules

30
Q

Wanneer wordt er terugbetaald bij een verwerking van een specilialiteit?

A

1- Verwerking is noodzakelijk
2- Specialiteit wordt terugbetaald
3- Er bestaat geen grondstof en noodzakelijke dosis verschil van die in de beschikbare specialiteitsvorm
4- toedieningsweg moet dezelfde blijven
5- specialiteit heeft GEEN verlengde werking

31
Q

Welke medicatie wordt gelijkgesteld aan verdovende middelen?

A

ADHD medicatie
flunitrazepam
sommige pijnstillers
substitutietherapie voor opioïden

32
Q

Wat mbt tot voorschrift van verdovende/ gelijkgestelde middelen?

A

sterkte en aantal VOLUIT geschreven (bij handgeschreven, niet verplicht bij elektronisch)

33
Q

Wat is VOS?

A

voorschrijven op stofnaam