Begrippen 2.2 denken over natuur & cultuur Flashcards

(27 cards)

1
Q

naturalistische benadering

A

emoties = aangeboren & komen uit biologische processen (universeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fysiologische benadering

A

lichamelijke veranderingen zijn de oorzaak van emoties (aangeboren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

facial feedback hypothese

A

hoe je je voelt wordt bepaald door je gelaatsuitdrukking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sociaal-constructivistische benadering (cultuur historisch)

A

emoties bestaan voornamelijk omdat ze gemaakt worden door sociale & culturele omgeving (aangeleerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

constructivisme

A

emoties bestaan omdat ze zijn gemaakt, geconstrueerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sociaal

A

emoties worden gemaakt door sociale & culturele omgeving (taal + cultuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cognitieve benadering

A

cognitivistische leertheorie
emoties = oordeel over een situatie
verandering, (on)terecht, (on)gepast
(aangeleerd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

paradox v/d cognitivistische theorie

A

iets veilig & gevaarlijk vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil robots natuurlijke benadering

A

groot verschil -> bij geboorte emoties & niet aangeleerd, robots wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verschil robots fysiologische benadering

A

een verschil -> robot kan geprogrammeerd worden, maar emoties waarschijnlijk niet voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil robots sociaal-constructivistische benadering

A

klein verschil-> beide leren emoties van omgeving, gevoel bij robot niet zeker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verschil robots cognitieve benadering

A

weinig verschil -> beide leren een situatie beter in te schatten & emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sterke & zwakke punten natuurlijke benadering

A

+: moeten niet nadenken over emoties
-: niet duidelijk waar emoties vandaan komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sterke & zwakke punten fysiologische benadering

A

+: verklaart herkomst emoties (lichamelijke reacties)
-: niet logisch om emotie pas na lichamelijke reactie te voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sterke & zwakke punten sociaal-constructivistische benadering

A

+: verklaart andere gedachten in andere tijden & waarom bepaalde emoties niet worden gevoeld
-: emoties hebben geen herkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sterke & zwakke punten cognitieve benadering

A

+: emoties beter controleren als je ouder bent & waarom sommige dingen harder aankomen dan bij anderen
-: kinderen hebben geen emotie & altijd eerst moeten nadenken

17
Q

vergelijking Pascal & Nietzsche (2)

A

-geen zijn om rede/emotie & lichamelijkheid te ontkennen (moet beide aanvaarden)
-Nietzsche meer geneigd dat er een soort lichamelijke intelligentie is die groter is dan verstandelijke & redelijke

18
Q

primaire functie van emoties

A

onmiddellijk focus verleggen

19
Q

angst goede raadgever

A

onmiddellijk juist reageren in een situatie

20
Q

angst slechte raadgever

A

mismatch tussen emotie palet van miljoenen jaren & huidige, moderne wereld

21
Q

verschil Benhaddou & Bendegem

A

Bendegem legt nadruk op gradueel verschil tussen mens & dier (mens op andere plek in evolutie)
-activiteiten v/d mens verlammend
Benhaddou vooronderstelt dat men door cultivatieproces erop gericht is om zich zo ver mogelijk van de dieren te verwijderen

22
Q

verschillen mens & AI

A

menselijk denken
-oorsprong: biologisch
-flexibiliteit: sterk
-bewustzijn/emotie: ja
-intuïtie/interpretatie: sterk
-bewustzijn beperkingen: ja
AI
-oorsprong: kunstmatig
-flexibiliteit: zwak
-bewustzijn/emotie: nee
-intuïtie/interpretatie: beperkt
-bewustzijn beperkingen: nee

23
Q

zelfbewustzijn (wat)

A

registreren, afstemmen & voelen van je lichaam en gedachten

24
Q

zelfbewustzijn (hoe)

A

inzien wat in je hoofd & lijf gebeurt, wat jouw belangrijkste waarden zijn, wat je nodig hebt, wat je kan & wie je bent

25
zelfbewustzijn (waarom)
hoe meer zelfbewust, hoe beter je weet wat je nodig hebt om goed te kunnen functioneren & wat echt bij je past
26
redeneren
dingen kunnen overlopen in ons hoofd zonder het moeten uit te proberen
27
verschil kraai & mens redeneren
kraaien moeten eerst uitproberen, mensen niet