Filosofen Flashcards

(42 cards)

1
Q

Réne Descartes (methodische twijfel) 7

A

-argument zintuiglijke twijfel, droom, le malin génie
- 1ste zekerheid: dubit, ergo cogito, ergo sum (denken)
- 2de zekerheid: god bestaat (cartesiaans godbewijs)
-reden 1: denken = eindig, oorsprong oneindigheid = god
-reden 2: idee oneindigheid -> bestaan volmaakte oneindigheid
- 3de zekerheid: materiële wereld bestaat
- god volmaaktheid -> geen neppe wereld maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

René Descartes (dualisme) 4

A

-res extensa = neemt ruimte in (lichaam), machine die zich houdt aan natuurwetten
-res cogitans = denkt (ziel), volledig vrij
-extensa & cogitans gescheiden
-interactie in pijnappelklier (zetel v/d ziel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Plato (dualisme) 2

A

-lichaam: waarneming, bedrog, schijn, kerker v/d ziel, vergankelijk
-ziel/geest: zetel van ware kennis & v/h goede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Paul Ekman 2

A

naturalistische benadering
-emoties = aangeboren & universeel (biologische processen)
-6 basisemoties: boos, afschuw, angst, vreugde, bedroefd, verassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

René Descartes (naturalistische benadering) 8

A

passies van de ziel
-gewaarwording
-van het lichaam
-pijn
-honger
-lichamelijke emoties
-van de ziel
-wil
-intellectuele emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Spinoza 4

A

naturalistische benadering
-onszelf leren kennen (kiezen wat ons gelukkig maakt)
-op de hoede zijn voor droeve emoties
-haat, angst, hebzucht, jaloezie, schaamte & schuld (streven)
-verhinderen potentie (verlammend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

William James 3

A

fysiologische benadering
-lichamelijke veranderingen zijn oorzaak van emoties
-facial feedback hypothese = gevoel wordt bepaald door gelaatsuitdrukking
-aangeboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Heleen Pott 5

A

sociaal-constructivistische benadering
-emoties worden gemaakt door sociale & culturele omgeving
-constructivisme: emoties worden geconstrueerd
-sociaal: emoties gemaakt door sociale & culturele omgeving (taal + cultuur)
-aangeleerd
-vb: Inuit geen woede -> samenwerken voor voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Martha Nussbaum (cognitieve benadering) 11

A

-congnitivistische theorie
-emoties = oordeel over situatie
-oordelen kunnen door redenen veranderen
-ooit gedacht dat je vlees van koeien kan oogsten
-oordelen kunnen (on)terecht zijn
-ooit gedacht dat spruitjes niet lekker zijn
-oordelen kunnen (on)gepast zijn
-ooit gedacht dat grappen over concentratiekampen grappen leuk waren
-vliegangstbezwaar
- angst zelfs bij weten dat een vliegtuig veiliger is dan een auto
-paradox v/d cognitivistische theorie (angst = oordeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Blaise Pascal 8

A

gok van Pascal
-geloven in god is niet in strijd met verstand
-afweging geloven o.b.v. een spel
-bestaat: wel = eeuwig geluk, niet = status quo
-bestaat niet: wel = eeuwige ellende, niet = status quo
-keuze voordeel = wel geloven
-rede zonder emoties = goden
-emoties zonder rede = dieren
-mens moet middenweg volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Friedrich Nietzsche (verstand) 3

A

-lijf = groot verstand
-zuivere rede = klein aspect
-men die lichaam minacht moeten stil zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aristoteles (de rede) 12

A

-mens = zoön logikon
-zoölogie: alles wat leeft
-logikon: logica
-hiërachie: mens > dier > plant > materie
-mens = existentie, ziel, zintuigen, ratio
-dier = existentie, ziel, zintuigen
-plant = existentie, ziel
-materie = existentie
-existentie = bestaat
-ziel = voorplanten
-zintuigen = beweging waarnemen
-ratio = redeneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

René Descartes (de rede) 4

A

-mens = lichaam/buitenwereld (res extensa) & ziel (res cogitans)
-cogitans = actief (handeling uit denken) & passief (handeling uit ervaring)
-dier = enkel res extensa (mechanisch & zielloos)
-geen pijn voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Friedrich Nietzsche (de rede) 5

A

-mens = onvoltooid dier, gericht op zichzelf & wereld
-continue strijd (mooier, slimmer…)
-rede = noodzakelijk om wereld te overleven
-dier = enkel gericht op wereld
-niet bezig met dood, idealen…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Pavlov 5

A

klassieke conditionering
-type gedrag: onvrijwillig, reflexmatig
-associaties: tussen 2 stimuli
-type leerproces: passief
-beloning/straf: geen
-timing stimuli/gedrag: belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Skinner 5

A

operante conditionering
-type gedrag: vrijwillig & actief
-associaties: tussen gedrag & consequentie
-type leerproces: actief
-beloning/straf: gedrag versterkt door beloning/ verzwakt door straf
-timing stimuli/gedrag: consequenties moeten direct na gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Benhaddou 1

A

onderscheidt mens van dieren
-men gaat door cultiveren zich verwijderen v/d dieren

18
Q

Bendegem 1

A

onderscheidt mens van dieren
-men produceert veel kennis (verlammend)

19
Q

Euthyphro 3

A

dilemma van Euthyphro
-is iets goed omdat de goden het goed vinden, of vinden de goden het goed omdat het goed is?
-1ste: goedheid lijkt willekeurig, besloten door de goden
-2de: bestaan standaard voor goedheid buiten de goden

20
Q

Socrates (socratische methode) 3

A

-stelling confronteren met tegenargumenten (elenchos/beschaming)
-gesprekspartner komt dat besef dat hij het niet weet (aporie/twijfel)
-maieutiek: zelfkennis helpen ‘baren’ door te dialogeren

21
Q

Savater 3

A

het goede leven
-savoir-vivre: men kan door een deel vrije wil zelf kunnen bepalen, dieren & planten niet
-kan uit een ding geen vriendschap/liefde halen
-mens worden = fundamentele betrokkenheid nodig

22
Q

Arnon Grunberg 2

A

het goede leven
-wij zijn geen goden
-acceptatie v/e zekere mate van tekortkoming v/h goede

23
Q

Socrates (het goede leven) 2

A

-hij is wijs als hij weet dat hij niet wijs is
-ander = slijpsteen voor eigen denken

24
Q

Friedrich Nietzsche (het goede leven) 2

A

-Amor fati = lot omarmen
-zelf verantwoordelijk voor eigen leven

25
Dirk de Wachter 1
het goede leven -goede = kleine, dagdagelijkse dingen die betekenisvol zijn voor anderen
26
Martijn Simons 3
het goede leven -stoppen met zoeken naar bevestiging/kijken naar anderen -kunstwerk = egoïstisch -kunst = open
27
Emmanuel Levinas (het goede leven) 2
-la petit bonté: kleine, dagdagelijkse tekenen van goedheid die zorgen voor een betere & humanere samenleving -gek -> kleine goedheid gaat tegen heersende normen & waarden
28
David Hume 3
het is-ought probleem -descriptieve uitspraken: werkelijkheid beschrijven (is) -prescriptieve/normatieve uitspraken: hoe de wereld zou moeten zijn (ought) -Hume' guillotine: hoe de wereld is, kan je niet afleiden hoe het zou moeten zijn
29
Aristoteles (deugdenethiek) 8
-alles in het leven heeft een doel (=teleologisch) -volmaaktheid bereiken door goed/gelukkig te leven -deugdenleer -doel = bereiken Eudaimonia (=geluk door goed te leven) -hoe? -beoefening/ontwikkeling 4 kardinale deugden (intellectueel + moreel) -wijsheid, matigheid, moed, rechtvaardigheid -gulden middenweg opzoeken
30
Martha Nussbaum (deugdenethiek) 3
-deugdzaam leven = humaniteit -groei = mogelijk door 10 essentiële mogelijkheden -leven & levensduur, lichamelijke gezondheid, lichamelijke integriteit, zintuigen, voorstellingsvermogen & gedachten, emoties, praktische rede, erbij horen, andere wezens, spelen, controle over je omgeving
31
Immanuel Kant (plichtsethiek) 10
-morele juistheid v/e handeling bepaald door mate waarin die voldoet aan de norm -ied handelt autonoom & zelf in staat voor morele veratnwoordelijkheid -tot moreel oordeel komen door te denken, niet door gevoel -universele morele wet: moreel toelaatbaar = hetzelfde voor iedereen -categorische imperatief: altijd handelen volgens een regel waarvan ze willen dat het een algemene wet is (=moreel absolutisme) -men als middel & doel behandelen -hypothetische imperatief: praktisch voorschrijft, afhankelijk v/d wensen v/h individu -wat moet is afhankelijk van de situatie -categorische > hypothetische -deontologie = plichtenleer, gaat uit van absolute gedragsregels
32
Emmanuel Levinas (plichtsethiek) 3
-kritiek op egologie (ik staat centraal) -vertrekt vanuit heteronomie (relatie met de ander) -'gelaad v/e ander' verplicht om het goede te doen & verantwoordelijkheid op te nemen
33
Jeremy Bentham (gevolgenethiek) 4
-Beginsel v/d utiliteit: moreelgrondprincipe waarmee gevolgen van daden 'gewogen' kunnen worden -geluksbalans: hoeveelheid plezier - hoeveelheid pijn (=geluk) -Maximalisatie van geluk voor zo veel mogelijk mensen (persoonlijk niet) -bedenker panopticum-principe
34
Aristoteles (ethiek & geluk) 2
-zelfverwerkelijking: enkel gelukkig bij inspanning om deugdzaam te worden -niet -> plezier over geluk gekozen
35
Immanuel Kant (ethiek & geluk) 3
-gelukkig door handelen vanuit morele plicht, zonder geluk als direct doel -gelukkig leven = gevolg leven geleid door morele principes & rationeel handelen -samenleving met morele handeling met categorische imperatief = rechtvaardige & harmonieuze samenleving
36
Jeremy Bentham (ethiek & geluk) 3
-zo veel mogelijk genot najagen & pijn vermijden (geluksbalans) -geen conflict tussen individueel & sociaal geluk -wel -> streven naar grootste geluk
37
Arthur Schopenhauer 3
-gelukkig zijn = onmogelijk -leven = zinloos (alleen pijn& lijden) -enkel muziek, meditatie & filosofie bieden tijdelijke uitweg
38
Hippocrates 1
-kwaliteitsvolle geneeskunde ten dienste v/d patiënt
39
Carol Gilligan 4
-kritiek op Heinz-dilemma van Kohlberg (morele ontwikkeling) -geen lagere morele ontwikkeling bij meisjes -waardenschaal Kohlberg moet aangepast worden -zorgethiek vanuit genderdiversiteit (meisjes empathischer)
40
Kohlberg 7
-morele ontwikkeling (Heinz-dilemma) -straf vermijden: niet stelen, autoriteit gehoorzamen -eigenbelang: steelt medicijn, gelukkig -loyaliteit: steelt, vrouw verwacht het -wetten repsecteren: niet stelen, wet verbiedt het -mensenrechten: steelt, iedereen recht op leven ongeacht de wet -universeel menselijke ethiek: steelt, mens > eigendomsrecht
41
Joan Tronto 6
-zorg: omvat alles wat wij doen om de wereld in stand te houden -4 fasen zorgproces -caring about: zorgen maken om (aandachtige betrokkenheid) -taking care of: verantwoordelijkheid nemen -giving care: zorgen geven & ertoe in staat zijn (competentie) -receiving care: zorg ontvangen, responsiviteit
42
Annelies van Heijst 1
-menslievende zorg