Begrippen moraalfilosofie Flashcards
(25 cards)
ethiek
wetenschappelijke & filosofische reflectie op moraal (wat is goed & fout)
moraal
geheel van heersende opvattingen, gewoontes, regels…
drukt gewenst gedrag uit
immoreel
in strijd met gewenst gedrag
amoreel
zonder ideeën over goed/fout, zonder ethisch bsef
normatieve ethiek
kritisch nadenken over normen & waarden + oordelen of iets gewenst is of niet (filosofie)
descriptieve ethiek
observeert & beschrijft normen & waarden zoals ze in de samenleving zijn (sociologie/antropologie)
moreel/ethisch relativisme
niet aanvaarden van absolute, geldige morele of ethische waarden (cultureel bepaald, historisch relatief, persoonsgebonden)
moreel absolutisme
uitgaan van absolute & universele waarden (los van cultuur, tijd, plaats, persoon…)
waarden
iets wat belangrijk is (gelijkheid, trouw, eerlijkheid, vrijheid)
norm(aal)
zo hoor je je te gedragen
relativisme
waarden &normen zijn niet absoluut, maar cultureel-, tijds-, & persoonsgebonden
+ & - relativisme
+: respect cultuur, gelijkwaardigheid, flexibiliteit
-: verlies zekerheid/duidelijkheid, eigenbelang primeert ontbreken universele waarden & normen
universalisme
universele waarden die voor iedereen & in alle situaties gelden
+ & - universalisme
+: waarden & normen duidelijk & geldig voor iedereen, morele ethische code voor de hele wereld
-: ontkenning culturele diversiteit, subjectiviteit door eigen interpretatie
determinisme
lot/ gedrag v/d mens wordt bepaald door omstandigheden van buitenaf (niets is willekeurig & alles heeft een reden)
causaal determinisme
gebeurtenissen bepaalt door gebeurtenissen uit verleden
teleologisch determinisme
gebeurtenissen staan vast & worden bepaalt door gebeurtenissen uit de toekomst
-alles heeft een doel en bepaalt door hogere macht
compatibilisme
vrije wil & determinisme zijn met elkaar verbonden
incompatibilisme
vrije wil & determinisme kunnen niet samen bestaan
harde determinisme
geen vrije wil -> morele verantwoordelijkheid?
libertarisme
iedereen heeft vrije wil & geen enkele vorm van determinisme
2 klassieke soorten zorgethiek
-zorg (artsen, verplegers…) toegepast zoals eed van Hippocrates
-vrouwelijke waarden (empathie, naastezorg…) op voorgrond
‘vrouwelijke’ zorgethiek (2)
-ontstaan als reactie op ‘mannelijke’ waarden (rationalisme, rechten & plichten)
-persoon ( niet individu) in relatie tot anderen in omgeving staat centraal
kenmerken zorgethiek (4)
-foucssen op ethische problemen in praktijk & hoe ze kunnen opgelost worden door communicatie
-geen algemene regels voor zorg, alles komt neer op oordeelsvorming (empathie zorgverlener) in concrete geval
-leeft op gespannen voet met notie van plicht (vb. op bezoek bij oma is een plicht)
-draait om behouden & ontwikkelen van relaties tussen mensen & handelen binnen die relaties