begrippenlijst: fysische landschappen Flashcards
(122 cards)
aardbeving
is een trilling of schokbeweging van de aardkorst
afschuiving
breuk die ontstaat wanneer delen van de aardkorst uit elkaar getrokken worden. tijdens de uitrekking breken de stukken los van elkaar. sommige stukken zakken dieper weg (schuiven weg) omdat er door de uitrekking ook ruimte ontstaat tussen de stukken. het breukvlak vormt dan een steile helling met een scherp afgelijnde rand in het landschap
afzettingsgesteenten of sedimentaire gesteenten
ontstaan door sedimentatie of bezinking van minerale deeltjes uit water of uit de atmosfeer of chemische neergeslagen deeltjes uit een oplossing
afzettingsgesteente
door herhaalde afzetting in hetzelfde gebied ontstaan er lagen. de druk op de onderste lagen neemt de hele tijd toe. elke nieuwe laag zorgt namelijk voor extra druk op de onderliggende lagen. hierdoor worden de losse korrels samengedrukt. er ontstaan harde en compacte brokken
alluviale vlakte
rivieren die door een vallei met een vlakke boden stromen, overstromen soms. op dat moment is er veel puin in de rivier. wanneer de rivier buiten haar oevers treedt, moet ze plots over een veel grotere breedte stromen en vertraagt ze. haar energie neemt af en er wordt veel puin afgezet. aan weerszijden van de oevers van de rivier ontstaat een zone waarin puin wordt afgezet bij overstromingen. deze zone is de alluviale vlakte
alpiene orogenese
afrika botst tegen eurazie waardoor de alpen, pyreneeen en kaukasus ontstaan
anticline
er wordt een stuk naar omhoog geduwd. er ontstaat een plooirug. oudere lagen liggen in het centrum van de rug
antropogene erosie en biogene erosie
men en dier
asthenosfeer
is het bovenste deel van de aardmantel, max 300km dik. deze is opgebouwd uit enigszins vervormbaar gesteente, vloeibaar
biogene of organogene sedimentaire gesteenten
ontstaan door de opeenhoping van organisch materiaal
bodemhorizonten
dit zijn min of meer horizontale lagen, die verschillen van kleur, chemische samenstelling, gehalte organisch materiaal, structuur, ..
bodemprofiel
het geheel van deze bodemhorizonten noemt men het bodemprofiel
bodemtextuur
het materiaal waaruit de grond bestaat, wordt volgens de korrelgrootte in fracties ingedeeld: de onderlinge verhouding ervan wordt bodemtextuur genoemd
caledonische orogenese of gebergtevorming
ontstaan van hooglanden in scandinavie, massief van Brabant in Belgie, ..
cenozoicum
het tijdperk van het nieuwe leven
chemische sedimentaire gesteenten
ontstaan door het neerslaan van mineralen in water. er kan steenzout en kalksteen ontstaan. sedimentair gesteente is de enige soort gesteente waarin fossielen voorkomen
chemische verwerving
kan leiden tot de afbraak van bep mineralen in het gesteente en het ontstaan van nieuwe mineralen. bij chemische verwerving verandert de samenstelling van het gesteente dus
consolidatie
een proces waarbij sedimenten of bodems onder hun eigen druk inkrimpen
convectiestroming
door het verschil in warmte tussen de aardkern en de aardkorst, ontstaat er een warmte stroming vanuit de kern naar de korst
convergerende platen
platen botsen
de schaal van Richtir
wordt overal ter wereld gebruikt om aan te geven hoe groot en krachtig een aardbeving is
Delta
wanneer een rivier uitmondt in een zee met weinig getijdenwerking of in een meer ontstaat er aan de monding ook een plotse vertraging. daar wordt dan extra veel puin afgezet. de rivier wordt na een tijd gehinderd door de eigen afzettingen en vormt verschillende vertakkingen rond het puin
deltakusten
rivieren monden uit in de zee en zetten daar puin af
detritische gesteenten
door mechanische verwering komen materialen vrij. die worden daarna door wind of water getransporteerd. de deeltjes kunnen na transport chemisch bidnen. het resultaat is een sedimentair gesteente, samengesteld uit puin