behandeling Flashcards

(129 cards)

1
Q

Wat is hoofddoel?

A

Adequate voedsel- en vochttoevoer waarborgen met minimaal risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 bel pijlers van behandeling

A

1) aspiratierisico zo laag mogelijk
2) comfort zo hoog mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

doelstelling acuut probleem

A

= zoveel mogelijk recupereren tot slikveiligheid kan getraind worden (rehabilitatie)
bv CVA –> NPO (even on hold zetten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

doelstelling chronisch probleem

A

= aspiratie- en penetratierisico beperken door veiligheid maximaal te onderhouden (maintenance)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doelstelling progressieve aandoening

A

= levenskwaliteit zo lang mogelijk, zo hoog mogelijk houden (follow-up)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar rekening mee houden tijdens geindivid behandeling

A
  • fase van stoornis = prognose (acuut/chronisch/progressief)
  • gezondheidstoestand
  • taalbegrip
  • leeftijd
  • cognitie
  • ev apraxie
  • bijwerking van medicatie
  • leefomstandigheden
  • hulpvraag patient
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is parentale voeding

A

= in de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is TPN

A

= totale parenterale nutritie
–> langdurig en grote ader
–> meer in de bortkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is PPN?

A

Perifere parentale nutritie: kortstondig en kleine ader
–> in arm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is enterale voeding?

A

= via spijsvertering
- neus-maagsonde
- orogastrische sonde
- duodenale sonde
- jejunostomie
- gastrosomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is orogastrische sonde?

A

= via mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is duodenale sonde?

A

= 1e deel dunne darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is jejunostomie?

A

= sonde via twaalfvingerige darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is doel revalidatie/remediereing?

A

stoornisgericht
doel is om motorpatronen te herstellen (LT blijvend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is doel compensatie?

A

= symptoomgericht
doel is om motorpatronen te vervangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

compensatie persoonsgebonden

A
  • houdingsaaanpassing
  • maneuvres
  • prothesen
  • aanpassing slik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

compensatie omgevingsgebonden

A
  • aanpassing eetmateriaal
  • aanpassing toediening
  • bolusaanpassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

uit welke 2 trainingen bestaat revalidatie?

A
  • krachttraining
  • skilltraining
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

basishouding?

A
  • rechtop zitten: 90-60-80 indien bedlegering
  • knieen geplooid
  • voeten met steun
  • hoofd licht gebogen –> verlengde nek
  • symmetrische houding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is effect van hoofd in flexie brengen tijdens sikact?

A
  • tongbasis dichter bij post farynxwand
  • epiglottis dichter bij post farynxwand
    -> verschuiven naar achter
    hierdoor verruimen van valleculaire ruimte
    hierdoor krijg je vernauwde ingang van de luchtweg
    –> veiligere slik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wanneer houdingsaanpassing compensatie: flexie

A
  • premature spilling
    –> tenzij iemand weinig orale controle heeft
    –> tenzij initiatie van de slik moeilijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

contra-indicatie toepassen compensatie houdingsaanpassing hoofd in flexie

A
  • velopharyngale insufficientie –> nasale reguritatie door zwaarteracht
  • anterieure spilling –> lippen sluiten niet en bolus ontsnapt uit de mond
  • residu in valleculae en sinus piriformes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

houdingsaanpassing rotatie naar welke kant?

A

de verlamde kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

effect van compensatie houdingsaanpassing rotatie?

A
  • vernauwde ingang naar luchtweg ipsilateraal
  • grotere en langere UES- opening contralateraal
  • effectievere bolustransport
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
compensatie houding rotatie waarom bij verlammingen?
- verlamd --> draaien naar verlamde kant --> zal luchtweg beschermen --> bolus glijdt langs de gezonde kant --> gezonde spieren werken --> betere bolustransport
26
wanneer compensatie houding rotatie toepassen?
- unilaterale faryngale/laryngeale zwakte - unil onvoll stemplooisluitng - verminderde UES-opening
27
wat zou contra-indicatie zijn om houdingsaanpassing rotatie niet toe te passen?
- geen contra-indicaties
28
flexie en rotatie combineren opties en resultaat
- rotatie + chintuck (flexie) --> extrinstieke druk op thyroid, betere adductie van SB - chintuck + rotatie --> epiglottis in meer beschermende positie, met vernauwing larynxingang en betere adductie van SB, door extrinsieke druk verschil: waar druk is, maar eindresultaat blijft hetzelfde
29
effect van compensatie houdingsaanpassing kanteling
= bolustransport langs de functionele orale en faryngeale zijde --> zwaartekracht --> naar gezonde kant helpt bolus
30
wanneer compensatie houdingsaanpassing kanteling toepassen?
- unilaterale orale zwakte
31
effect compensatie houdingsaanpassing extensie
- gefaciliteerd orofaryngeaal transport - verkleinde valleculaire ruimte --> epiglottis gaat richting tongbasis
32
voorwaarde compensatie houdingsaanpassing extensie?
- slechte luchtwegprotectie -- NIET DOEN - bv tumor aan tong --> tong slaagt er niet in om bolus naar achter te brengen en daar kan zwaartekracht helpen
33
wanneer compensatie houdingsaanpassing extensie toepassen?
- probleem met orofaryngeaal transport
34
contra-indicatie compensatie houdingsaanpassing extensie?
- probl orale controle - probl hyolaryngeale heffing - probl met UES-opening
35
geef houdingsaanpassing patient orale problemen na CVA links
kanteling (oraal sneller effect)
36
geef houdingsaanpassing patient na behandeling glotiscarcinoom rechts
rotatie (laryngen faryngaal sneller effect)
37
geef houdingsaanpassing patient met tongcarcinoom met goede luchtbescherming
extensie
38
geef houdingsaanpassing neurologische patient met vertraagde slikreflex
flexie
39
effect compensatie houdingsaanpassing zijlig
= zwaartekracht aan 1 zijde
40
wanneer zijlig compensatie houdingsaanpassing?
- liggende patienten - unilaterale farynxhypocontractiliteit met onmogelijkheid tot hoofdbeweging - bij diffuus faryngeaal residu (vespreid)
41
wat is mendelsohn manouvre?
- larynx tijdens slikken hoog houden
42
effect van mendelsohn maneuvre
- isometrische evaluatie larynx (geen beweging, larynx blijft hoog) - verlengen en verbeteren van laryngeale heffing - verlengen stemplooisluiting (afsluiting luchtweg) - verlengen duur opening UES - verhogen coordinatie slikbeweging (bewegen van tongbasis naar post farynxwand)
43
wat was het oorspronkelijke doel van mendelsohn
door laynx hoog houden --> trekken UE --> langer openblijven en minder residu
44
wat gebeurt er met spieren wanneer je mendesohn vaak toepast?
door verlengen en verbeteren laryngeale heffing --> suprahyoidale spieren verbeteren (krachttraining)
45
wanneer mendelsohn toepassen?
- penetratie/aspiratie tijdens slikken
46
contra-indicatie van mendelsohn
- hartfalen - luchtwegprobl - fonochirurgie bv glottischirurgie of chirurgie stempl
47
is mendelsohn remedierend of compenserend?
remedierend --> overstappen naar krachttraining + suprahyoidale spieren trainen compenserend --> opening UES
48
doelgroep krachtig slikken
parkinson --> bradykinesie (trage bewegingen)
49
effect krachtig slikken
- versterkt contact tussen tongbasis en faryngeale wand --> hogere en langere intro-orale druk --> verhoogde farynxdruk --> vertraagde inzet faryngeale fase --> beperkte larynxelevatie
50
wanneer krachtig slikken inzetten?
- residu in valleculae/oropharyngeaal - verzwakte pharyngeale/linguale musculatuur
51
contra-indicatie krachtig slikken
- probl met larynxprotectie en/of UES-opening
52
supraglottis uitvoeren?
- adem in - houd adem vast - neem hap/slok en houd vast - slik - kuch - slik
53
effect supraglottis maneuvre
- stemplooisluiting voor en tijdens slikken --> veiligere slik - verwijderen residu
54
wanneer supraglottisch maneuvre toepassen
- penetratie/aspiratie tijdens slikken
55
contra indicatie supraglottis maneuvre
- AH probl - hartchirurgie - fonochirurgie - cognitief en talig niet sterk bv zware afasie
56
wat is supersupraglottisch maneuvre?
= supraglottisch slik met sluiting van ware EN valse stemplooien --> instructie: adem stevig vasthouden en persen
57
multipel slikken effect
reductie stase en orofaryngeaal residu
58
wanneer multipel slikken toepassen?
- residu in het orofaryngeaal traject
59
contra-indicaties multipel slikken
- pathologische piecemeal deglutition --> persoon die in kleine stukjes slikt
60
wat is three second prep
neem een hap/slok houd bolus 3 sec vast slik nu in 1 keer weg
61
effect van three seconds prep
- uitstellen van slikinzet, waardoor faryngeale slik beter voorbereid kan worden
62
wanneer three seconds prep toepassen?
- beginnende slikprobl met vloeistoffen - ongeremd en haastig slikken - vertraagde faryngeale slik
63
contra-indicatie van three seconds prep
- slechte orale controle - cognitieve en begripsprobl
64
welk maneuvre? patient die bolus voelt steken in de keel
multiple slikken
65
welk maneuvre? patient vertraagde slikreflecx en COPD (longziekte vernauwing luchtwegen)
3 sec prep
66
welk maneuvre? patient residu door probleem opening PE-segment
mendelsohn
67
welk maneuvre? vertraagde slikreflex zonder COPD
supraglottis
68
2 soorten prothesen
1) vervangervan een ontbrekend orgaan 2) toestel om de functie van orgaan te verbeteren
69
effect wanneer prothese los zit
--> minder tongkracht
70
functie gebitsprothese?
- vervangt ontbrekende tanden, nodig bij kauwen en slikinzet
71
wat is een palatale obturator
= vervangt deel van het hard/zacht verhemelte, nodig om de nasale caviteit te scheiden
72
doel palatale obturator
- nasale regurgitatie vermijden - intra-orale druk opbouwen - oraal residu voorkomen
73
wat is palatale agumentatieprothese?
= verlaagt palatum, nodig om tong-palatum cotact te verbeteren
74
functie palatale augmentatieprothese
- intra-orale druk opbouwen - oraal residu voorkomen
75
wat is palatale liftprothese
= heft het palatum molle tot op hoogte van het palatum durum om de nasofaryngeale sluiting te faciliteren
76
leg link tussen prothese en speekselverlies
Mucosa is afgedekt --> sensbiliteit vermindert --> zakdoekje bij speelselverlies --> FB is lager
77
wat is cyclisch slikken?
= liquide-vast-liquide afwisselen doel --> bolustransport faciliteren en residu te klaren zodat kans op aspiratie/penetratie daalt
78
wat is naslikken
= 2x slikken met als doel residu te klaren zodat het risico op penetratie/aspiratie daalt
79
gewicht van materiaal
- verzwaard: tremor - verlicht: spierzwakte
80
waar of niet waar: in rietje sneller verslikken
waar: komt sneller en onverwacht
81
hoe omgeving aanpassen?
tijdstip prikkels bv radio en tv uitzetten vertrouwdheid
82
aanpassing wijze van inbrengen
- neusweg vrij maken - mond bv gebitsprotese vooraf controleren - maaltijd laten zien en ruiken - recht inbrengen - inbrengen aan niet-aangedane zijde - naslikken aanmoedigen - ev drinken tussendoor
83
aanpassing plaats voeder
- indien rechtshandig: schuin rechts tov persoon - in zicht en op ooghoogte - eventueel houdingscontrole
84
parameters van bolusaanpassing
- consistentie (vast-vloeibaar) - grootte - temperatuur - smaak - textuur - carbonatie
85
wanneer bolus aanpassen
- vertraagd oraal transport - verminderde herkenning - vertraging initiatie faryngeale slikact
86
verschil in bolusgrootte
groot --> sensitiviteit --> meer voelen en minder spierkracht klein --> kracht
87
verschil in bolusviscositeit
vloeibaar --> kracht vast -> controle
88
wat is PES
= peripheral stimulation --> elektrische stimulatie farynx om sensorische input te vergroten --> binnenuit farynx stimuleren --> prikkels komen beter binnen in hersenen --> versterken van sensorische input
89
bolus verschil compensatie en revalidatie
compensatie: kleinere bolus revalidatie: bolusgrootte varieren om op LT grotere bolussen te ku slikken
90
verschil maladaptief en adaptief
maladaptief: verlies in functie adaptief: verbeterng van functie
91
neurogenesisis: synaptogenesis: angiogenesis:
neurogenesisis: nieuwe neuronen aanmaken synaptogenesis: nieuwe synapsen aanmaken angiogenesis: nieuwe bloedvaten aanmaken
92
IDDSI drinken
0: dun 1: licht verdikt 2: mild verdikt of een beetje dikker 3: matig verdikt 4: extreem verdikt of sterk verdikt
93
IDDSI eten
3: vloeibaar gemaakt 4: puree 5: dun gemalen 6: zacht 7: normaal
94
vloeibare consistentie
- minimale viscositeit en minimaal hechtvermogen - moeilijk controleerbaar: verspreidt snel - snelle slikreflex en goede protectie noodzakelijk - problemen indien: vertraagde reflex, stase, geen protectie - problemen vermijden --> viscositeit verhogen dus indikken
95
halfvloeibare consistentie
- hogere viscositeit - vrij moeilijk controleerbaar in mond - meer tijd voor slikreflex, goed doorglijden mogelijk - premature spilling, secundaire aspiratie bij stase
96
halfvaste consistentie bv puree
- hoge viscositeit - samenhang maar verdeelbaar - zekere voorstuwingskracht nodig
97
kruimelstructuur bv couscous
moeilijk door te slikken, hoog risico op verslikken
98
vaste consistentie bv vlees, groenten
- hoge eisen aan orale fase en farynxconstricties (kauwen, bevochtigen met speeksel) - aanpassen: fijnhakken, puree, mixen
99
geef vast voedsel met hoog risico
- vezelige, dradige textuur bv vast vlees biefstuk, ananas, sla - schilvlies van groenten en fruit bv rauwkost, druiven, doperwten - gemengde consistenties bv soep met brokken, musli - knapperig voedsel bv chips, toast, bladerdeeg - kruimelige bestanddelen bv droge koeken, broodkorsten - hard voedsel bvharde snoepen, nootjes - zemelen bv volkoren brood, mais
100
smaak aanpassing van eten
tegenstrijdig in literatuur - zuur en pikant sommige beweren trager en anderen sneller kan helpen voor slikinzet
101
temperatuur aanpassen
aanstrijken van slikorganen, meestal voorste farynxbogen, met een koude stimulans bij dysfagie tgv van sensorisch probleem --> KTeffect
102
krachttraining wat is revaliderend maneuvre masako
kan niet compenserend droge slik plaats tong tussen tanden bijt zachtjes op tonpgpunt slik terwijl de tong gefixeerd blijft
103
krachttraining effect van masako maneuvre
- verhoogde faryngeale druk met toename kracht en ROM van farynxconstrictoren - farynxwand naar voor doordat tong tussen tanden
104
waarom masako toepassen?
- zakke posterieure farynxwand --> alleen invloed op farynxconstrictie en NIET op tong werken
105
contra-indicatie van masako maneuvre
beperkte anterieure hyoidbeweging
106
krachttraining waarom mondmotorische oefeningen toepassen
- trainbare structuren ifv slikact, structuren met meest potentieel ifv compensatie
107
krachttraining contra-indicatie van mondmotorische oefenngen
- synkinesen bv bij glimlachen gaat oog dicht - pijn - spiervermoeidheid - hyperfunctie bij gezonde zijde
108
waarom mondmotorische oefeningen op tong doen
- residu thv tongbasis - residu thv valleculae - residu thv sinus piriformis - vertraagd orofaryngeaal transport
109
hoe kan je posterieure tongkracht verbeteren?
hawk herhaaldelijk tong zo ver mogelijk naar achter gorgelen gapen
110
watis IOPI? wat is MIP?
Iowa Oral Performance Instrument Max isometrische pressure
111
tool om mondmotorische oef op lippen
face former --> versterken van kracht
112
kaak mondmotorische oef
therabite system wangen opblazen kaak open en dicht kaak L en R
113
krachttraining wat is krachttraining shaker?
= patient ligt op vlak oppervlak, hoofd wordt opgehoffen en schouders blijven op de grond
114
verschil isometrisch en isotoon bij shaker oefening
isometrisch: 3reeksen van 60 sec + 1 minuut pauze isotoon: 3 sets van 30 shakes
115
krachttraining effect oefening shaker
- verhogen van larynxheffing - verhogen omvang en duur opening UES
116
shaker contra-indicaties
- cardiale probl - cervicale wervelprobl - spiermoeheid
117
krachttraining hoe heet oef met bal of handdoek
chin tuck against resistance towel tuck
118
krachttraining EMST?
Expiratory muscle strenght training neusclip en krachtig uitblazen
119
krachttraining effect van een EMST
- verbeterde respiratoire functie (hoestkracht) - verbeterde velofarygeale aflsuiting - grotere larynxverplaatsing - grotere UES-opening
120
krachttraining wat is neuromusculaire elektrische stimulatie?
patient krijgt transcutane (op huid) of percutane (in huid) elektrische stimulatie die spieren doen samentrekken --> zorgt voor weerstand
121
krachttraining contra-indicatie van neuromusculaire elektrische stimulatie
- cardinale probl - periferen neurol scahde - chirurgie of radiotherapie - zwangerschap - cognitieve beperkingen
122
waarom krachttraining stemoefeningen toepassen?
sluiting faciliteren - persoefeningen met/zonder motorische ondersteuning - glottisdruppels - (super)supraglottische slikact heffing arynx - falsetoefening
123
Skilltraining McNeill Dysphagia Therapy Program
- therapieprogramma - effect op kracht en coordinatie - idee: als je wil slikken, moet je slikken - neuroplasticiteit - geen compensatie--> zo normaal mogelijk - viscositeit verhogen en verlagen
124
Skilltraining biofeedback
- elektrodes op mondbodem --> suprahyoidale spieren - scherm waar grafiek staat hoe slik - slikvaardigheden oefenen op timing en kracht - semg toestel
125
Wat is NIBS
= non invasive brain stimulation = stimulatie van het brein met behulp van magnetisme of elektrische stroom
126
NIBS bestaat uit?
TMS = transcranial magnetic stimulation (magnetisch) tDCS = transcranial direct current stimulation (elektrisch)
127
wat doe je niet bij verslikken
- armen omhoog - lukraak op de rug kloppen - laten drinken - mond op mond beademing
128
hoe zie je gedeeltelijke luchtwegobstructie
- patient hoest - piepend - stemgeving mogelijk
129
hoe zie je gedeeltelijke luchtwegobstructie
- zeer zwakke ineffectieve hoest - heel hoog piepend geluid - blauw - geen stem