Bindweefsel Flashcards
(43 cards)
Lamina propria
Bindweefsel onder het epitheel
Functie bindweefsel
Andere weefsels ondersteunen (mechanisch of voeding o.i.d.) en verbinden.
Onderdelen in bindweefsel
- Fibroblasten (maken bindweefsel)
- Vezels -> collageen, elastische, reticulaire
- Zenuw en bloed
- Gastcellen
- Tussenstof (proteoglycanen en weefselvocht)
Gastcellen
Cellen in bindweefsel die van oorsprong ergens anders vandaan komen. Ze komen binnen via het bloed (waar niet hard stroomt -> postcapilaire venulen)
Extracellulaire matrix
Vezels + tussenstof, veel in bindweefsel
Soorten bindweefsel en verhouding (cellen : tussenstof : vezels)
Losmazig (1:1:1), gericht dicht en ongericht dicht (collageen één of alle kanten op) (cellen&tussenstof<vezels)
Mesenchymale cellen
Hieruit ontstaat bindweefsel, in embryo heet dan ook nog mesenchym (minder vezels voor migratie)
Verschil fibroblast en fibrocyt
Fibrocyt is een inactieve fibroblast
Collageenfunctie
Trekvastheid: stevigheid geven in trekrichting
Procollageen opbouw
Bestaan uit drie alfaketens bestaande uit glycine, proline en lysine (hydroxyleren)
Collageensynthese (type 1)
Procollageen gemaakt in cel, exocyteren en uiteinde knippen met peptidase (niet meer oplosbaar), dan fibrilvorming tot collageen fibril, deze vormen samen weer ene vezel.
Reticulinevezels (collageen type lll)
Zeer dun en vormt netwerk. Om vetcellen, in basaal membraan en lymfoïde weefsel.
Elastische vezels
Zorgen voor elasticiteit (bijv in wand arterie), deze zijn vertakt/netwerk. Bestaan uit twee onderdelen -> elastine (amorf) en microfibrillen (vorm geven)
Glycoproteïne vs proteoglycaan
Glycoproteïne -> eiwit met een suikergroep
Proteoglycaan -> kerneiwit met vele suikers er aan
Suiker op proteoglycaan
Eerste een linkage tetrasaccharide met GAG (herhalende disaccharide).
Hyaluronzuur
Lange GAG waar andere proteoglycanen op kunnen zitten (WC-borstel vorm)
Functie proteoglycanen
Water aantrekken (door negatieve lading Na+ & water aantrekken) en bundelen met collageenvezels voor stevigheid
Waar zit basale lamina?
Tussen bindweefsel en niet verwant ander weefsel
Vet zorgt voor ..vastheid
drukvastheid (want vetcel met daaromheen reticuline vezels). Ze zorgen ook voor opslaan TAG ofcourse.
Hoe weet een gastcel dat hij het bloedvat uit moet het bindweefsel in? Diapedese of extravasatie .
Een macrofaag scheidt cytokines uit naar bloedvat. Bloedvat brengt selectine receptor tot expressie, gastcel kan er aan binden en komt tot stilstand (rolling), gastcel heeft ook integrine voor aan die receptoren. Epitheel beetje uit elkaar en gastcel en tijdelijke bindingen
Waar gastcellen gemaakt?
In beenmerg uit een hematopoëtische stamcel
Welke gastcellen in het bindweefsel?
NK-cel, T-cel, B-cel, macrofagen, dendritische cellen, neutrofiele, eosinefielen, basofielen en mestcellen.
Macrofaag (wat doet het en kenmerken)
Vuilnisbakken van de immuuncellen, ze kunnen fagocyteren. Ze hebben dus veel granulen, uitlopers en een ronde kern.
Drie soorten granulocyten en hun kenmerken
Granulocyten hebben een gelobde kern en veel granulen. Deze kunnen bacteriën fagocyteren (opnemen en stoffen afgeven), ze leven kort.
- Neutrofiel: kleurt niet echt aan
- Eosinefiel: kleurt roze (twee lobben)
- Basofiel: kleurt paars