Biomechanica Flashcards
(24 cards)
1
Q
krommingen in wervelzuil
A
- evolutie van kyfose & lordose
- geboren = lumbaal in kyfose
- tijdens groei & ontwikkeling naar rechte zuil = 12-13m
–> in deze periode is baby in staat om zich te
rechten & lopen
- op 10j = lordose - reden
- soepel kunnen bewegen
- veel krachten kunnen opvangen - weerstand door wervelzuil
- R = N^2+1
- de weerstand die een structuur heeft met krommingen = kromming in kwadraat
- 3 krommingen = 10x zoveel druk kunnen opvangen
- natuurlijke manier van weerstand bieden tegen Fz
2
Q
wervelsamenstelling
A
- corpus
- spongieus bot centraal
- wand compact = sterke structuur
- samenstelling van botbalkjes = trabeculae is niet overal gelijk - systemen binnen coprus
- verticaal systeem = van bovenste sluitplaat naar onderste sluitplaat
- horizontaal
- schuin
- + systemen buiten coprus - gevolg
- segment ventrale driehoek heeft minder botbalkjes
- veel zwakker dan de rest van de wervel
- trauma indeukingsfractuur = wigvormige vermindering van hoogte ventraal aan wervel
- Acute indeuking = botoedeem zichtbaar onder fractuur = zichtbaar op MRI
3
Q
problemen wervelkolom
A
- definitie functionele eenheid
- 2 op elkaar gestapelde wervels
- discus
- lig. - problemen
- pathologie ventrale/dorsale pilaar verspreid zich
- onderscheid is moeilijk te maken
- vb: discus lijden -> facet degeneratie
4
Q
scoliose
A
- evaluatie
- hoek van Cobb
- maximale hoek tussen craniale zijde van meest kromme wervels - therapie
- hoek zo klein mogelijk maken
- brace 23/24
- te grote hoek = operatieve rechting & fixatie - opvolging
- 6m tussen 2 foto’s = minimale tijd voor evolutie in scoliose te zien
- maximaal 1° per maand evolueren
- vooral bij groeispurt
5
Q
algemeen discus
A
- opbouw
- nucleus pulposus = waterrijk & hydrofiel
- gesloten door kraakbeenringen = annulus fibrosus - annulus fibrosus
- verschillende richtingen
- buitenrand = verticaal
- centraal = schuin = grote circulaire baan van vezels tussen O/I
6
Q
druk op discus
A
- prinicpe van voorspanning
- voorspanning door annulus fibrosus
- druk op discus = nooit 0
- discus wordt boven annulus geduwt
- goede tolerantie voor compressie - verdeling
- 3/4 opgevangen door nucleus
- 1/4 doorgegeven aan annulus
7
Q
gedrag van discus bij belasting
A
- rust
- licht ovale nucleus
- minimale voorspanning - compressie
- ovale discus = spanning
- annulus puilt meer buiten de randen van wervel
- onstaan/provocatie bij discopathie - tractie
- annulus rekken = negatieve druk op nucleus
- reducerend bij discopathie
8
Q
water in discus
A
- overdag
- continue druk
- water van nucleus naar corpora = diffusie door KB dekplaten
- op einde van dag = kleiner - nacht
- geen druk
- omgekeerde waterverplaatsing
- opzwelling nucleus & groei - beeldvorming bij pathologie
- RX = afname hoogte
- MRI = black disc T2
9
Q
zelfstabiliserend mechanisme
A
- algemeen
- wisselwerking nucleus & annulus
- bij goede conditie nucleus
–> waterrijkheid & elasticiteit - verloop
- assymetrische belasting = uitrekken annulus aan 1 kant
- beweging van nucleus tegen uitgerokken annulus vezels = druk
- stoppen van beweging
- door druk nucleus terug naar rustpositie - rotatie
- geen rek 1/2 annulus = kruisend verloop vezels
- van nature midner bescherming voor rotatie
10
Q
discus hoogte
A
- hoogte = cervicaal < thoracaal < lumbaal
- verhouding discus/corpus hoogte
- bepaalt mobiliteit
- thoracaal < lumbaal < cervicaal
- cervicaal meeste mobiliteit - gevolg waterdrainage overdag
- daling van hoogte
- daling van verhouding
- minder mobiliteit savonds
11
Q
lig. van wervelzuil
A
- belangerijkste
- lig. longitudinale anterius & posterius
- over hele WZ - lig. longitudinale posterius
- over elke discus breed uitwaarier
- zorgt voor lagere densiteit vezels = minder bescherming
- lateraal = stoppen lig
–> zwakke plek voor protrusio/hernia - andere
- inter/supraspinale
- intertransversale
- flavum
12
Q
statische stabilisatoren van bewegingen
A
- flexie = zacht
- rek op facetgewricht
- rek van posterior lig. = long post, inter/supraspinale - extensie = hart
- compressie facetstructuren
- compressie proc. spinosi - lateroflexie
- lig. intertransversus & facetgewricht
- homolateraal = compressie
- heterolateraal = rek
13
Q
slechte bewegingen op discus
A
- flexie
- verhoogde druk op discus
- combinatie met rotatie = gevaarlijk
–> meestal ontstaansmechanisme - zitten
- hogere druk op discus dan stand
- vaak symptoom of vermoeden op discopathie - HNP
- drukverhoging discus
- pijn bij alle bewegingen met hogere druk
14
Q
pathologie extensie
A
- algemeen
- compressie facet & proc. spinosus
- facet = 60-70% afremmen extensie
- pathologie bij repetitief - annulus
- compressie op posterior annulus
- daling diameter spinaal kanaal = 2mm
- provocatief voor mediane hernia - degeneratie
- afname hoogte discus
- sneller contact
- syndroom van Baasrup = pathologie proc. spin
15
Q
pathologie rotatie
A
- as van rotatie
- begin van beweging = door dorsaal corpus
- 3° = compressie van heterolateraal facetgewricht
- nieuwe as = op facet gewricht
- gevolg = veel grotere verschuiving homolateraal - gevolg
- rotaties beperken tot 3° per gewricht
- grotere slijtage - traumatische rotaties = majeure letsels
- barsten
- breuken
- avulsies
16
Q
bevloeiing van discus
A
- vascularisatie
- enkel buitenste lammellen annulus
- rest = nood aan diffusie - diffusie
- kraakbeen aan dekplaat nucleus & wervellichaam
- vasculaire buds = verbindingsweg in corpus voor voedsingstoffen - probleem diffusie
- bloedvaten raken op 30-40j alreeds verstopt
- nog meer nood aan diffusie
17
Q
diffusie moleculen discus
A
- glucose & zuurstof
- voornamelijk door eindplaten = 35% per plaat
- rest door annulus = 15% per kant
- relatief tekort = langwerpig centraal
- gevolg tekort = anaerobe metabolisme
–> lactaat & pH daling - sulfaat
- voornamelijk door annulus = 40% ventraal & 30% dorsaal
- rest door eindplaten = 15% per plaat
- relatief tekort = bol centraal
18
Q
degeneratie van discus
A
- algemeen
- nutritioneel
- biomechanisch - nutritioneel
- diffusie afh van type molecule
- relatieve tekorten door andere aanvoer
- altijd meer centraal gelegen - biomechanisch
- lordose = meer druk op posterior discus
- posterior/centraal deel zal als eerste degeneren
19
Q
graad 1-2 van discus
A
- graad 1
- 15-40j
- gezond
- waterrijk & spanning op annulus - graad 2
- 35-70j
- degeneratie maar niet pathologisch
- uitdrogingsfenomenen
- nog steeds voorspanning & behoud van hoogte
20
Q
graad 3-4 van discus
A
- graad 3
- licht degeneratief = discopathie
- minder voorspanning
- bulging annulus in nculeus
- beschadiging eindplaten
- ingroeiende bloedvaten door inflammatie - graad 4
- bruin epigementatie
- disruptie eindplaten & mogelijk raken
- interne collaps annulus
- daling hoogte
21
Q
hogere kans herniatie
A
- lumbaal tov. cervicaal
- meer gewicht/kracht
- meer posterior gelegen nucleus = kleinere afstand herniatie
- geen uncovertebrale gewrichten
- dunner lig. longitudinale posterior - lateraal tov. centraal = uitwaaiering lig. long. post.
22
Q
pijn in wervelzuil
A
- nociceptoren
- dorsale 1/3 discus
- lig. long. posterior
- facet gewrichten
23
Q
oriëntatie van facet gewrichten
A
- coronale oriëntatie
- verhinderd voorwaartse translatie
- bevorderd rotatie - saggitale oriëntatie
- verhinderd rotatie
- bevorderd voorwaartse translatie - biplanaire oriëntatie
- realiteit
- alle bewegingen deels bevorderd/verhinderd
24
Q
meniscoïde structuur
A
- algemeen
- in facetgewricht
- verbreding kapsel
- stabilisatie gewricht
- bescherming van kraakbeen
- sterk bezenuwd = pijn - kliniek
- lijkt op facet blokkade
- depositie of inflammatie
- niet volgen bij beweging naar neutrale
- therapie = coaptatie
- indien pijn aanhoudend is = verdikking
