Praktijk therapie Flashcards
(25 cards)
dwarse rekkingen
- bilateraaal
- beide handpalmen aan paravertebralen
- duwen met handpalmen naar lateraal
- aanhouden voor enkele sec - unilateraal
- heterolaterale paravertebralen
- met duimen naar lateraal duwen
- fixatie van hand met vingers
algemeen harmonics
- algemeen
- rimtische cyclische oscilaties
- natuurlijke oscilatie frequentie
- weinig kracht nodig - optimale ritme
- golf doorheen hele lichaam
- onderhoud zichtzelf - variatie van ritme
- rigide = sneller ritme
- afh van bewegingsrichtingen
effecten harmonische technieken
- types
- harmonische pomptechnieken = inflammatoir stadium voor vochtdrainage
- harmonische strechting = latere stadiu voor herstel mobiliteit - effecten
- anti-inflammatoire werkeing = vochtdrainage & afvoer pijnmediatoren
- pijninhibitie = neurologische weg
–> stimulatie mechanoreceptoren
- centraal effect = pijnperceptie & pijntolerantie
uitvoering harmonics
- modaliteiten
- ontspannend & pijndempend voor patiënt
- geen vast aantal seconden bezig met bepaalde techniek
- algemeen afwisselend tussen verschillende - optische
- harmonische stretch
- harmonische pump
- harmonische tractie vanuit hoofdeinde = tractie, rotatie, lateroflexie of unilateraal
- harmonische tractie vanuit benen
- harmonische tractie vanuit gekruisde armen = tactie, rotatie of unilateraal
harmonische stretch & pump
- algemeen
- zijwaarste spreidstand
- caudale hand onderhoed ritme indien nodig - harmonische stretch
- craniale hand voert dwarse rek uit heterolateraal
- druk aanhouden - harmonische pump
- craniale hand geeft pompende rek homolateraal
- druk is afwisselend
harmonische tractie hoofdeinde
- hoofdeinde
- voor achterwaartse spreidstand
- beide handen duwen op sacrum/crista - varianten
- tractie
- tractie + oscilerende rotaties
- tractie + lateroflexie = afwisselend L/R pumpen
- unilaterale tractie
harmonische tractie gekruisde handen
- gekruisde handen
- zijwaartse spreidstand
- craniale hand duwt op sacrum
- caudale hand duwt tegen thorax - varianten
- tractie
- tractie + oscilerende rotaties
- unilateraal = hand op onderste rib
regio-specifieke tracties
- globale tractie
- ruglig met knieën gebogen
- met riem net onder knieën
- oscilerende tractie geven door met romp naar achter te leunen - regionaal
- houding zoals rotatie mobiliteit onderzoek
- meerdere segmenten = handen TLO & sarcrum
- bovenste hand fixeert proc. spin
- onderste hand op sacrum dat tractie geeft - segmentaal
segmentale tractie
- uitgangshouding
- over arm
- onder arm = rotatie toevoegen
–> doelbewust voor compressie pijn aan zelfde kant = enkel indien facettaire pijn - uitvoering
- meer aanhoudend
- betere fixiatie proc. spinosus = proc. spin met vingers haken
- flexie benen + tractie met handen
oscilaties
- principe
- zelfde handvatting als bij mobiliteit onderzoek
- oscilerende druk geven - uitvoeringen
- CPA
- centraal/bilateraal op proc. transversus met V-geep
–> toegevoegd effect op spieren - handvatting V-greep
- proc articularis tov. proc spinosus
- licht lateraal = tussen beide proc. spin
- 1 vinger naar lateraal
algemeen passieve mobilisaties
- keuze
- vanuit kinesitherapeutisch onderzoek
- rekening houden met relatieve & absolute contra-indicaties - regionaal mobiliseren
- homogene verdeling van beperking
- fysiologische manier = angulair - segmentaal mobiliseren
- beperking niet optimaal verdeeld
- wet van minste weerstand = geen beweging in beperkt segment
passief gelokaliseerde mobilisatie flexie
- algemeen
- beenflexie
- zelfde uitvoering als onderzoek
- van caudaal naar craniaal - varianten flexie
- fixatie bovenliggende proc. spinosus & beweging benen met andere arm & lies
–> enkel voor L4-L5 mogelijk
- fixaite bovenliggende & tractie onderliggende proc. spinosus/sacrum
–> beweging benen met lies - varianten extensie
- 1 hand = duwen van proc. spinosus naar dorsaal + beenbeweging
- 2 handen = duwen van proc. spinosus naar elkaar & dorsaal + beenbeweging
- centrale PA
passief gelokaliseerde mobilisatie lateroflexie
- beenbewegingen
- enkels naar boven/onder
- enkel mogelijk indien geen soepele heupen
- andere hand geeft overdruk naar concaviteit - duwen op sacrum
- beide handen lateraal op proc. spinosi
- onderarm omvat sulcus manipularis = duwen
–> tussen trochanter major & tuber ischiadicum - trekken op sacrum
- beiden handen lateraal op proc. spinosi
- onderste ribben liggen op cirsta = duwen
passief gelokaliseerde mobilisatie rotatie
- uitgangshouding
- onderliggend been gestrekt
- bovenliggend been geplooit met voet in knieholte - voorspanning
- geen voorrotatie = 2° rotatie niveau is anders al op
- wegnemen door leunen op wekken = knie van tafel - beweging
- hefboom = kracht op schouders/bekken gebruiken maar minimaliseren
- grote hefbomen = hoger risico op complicaties
- vooral beweging vanuit vingers op wervels - krachten
- vanuit craniaal = schouders draaien enkel TLO of hoog lumbaal
- vanuit caudaal = meestal
handvatting van handen op proc. spinosi bij passieve mobilisatie
- flexie
- caudaal van bovenliggende
- craniaal van onderliggende - extensie
- craniaal van bovenliggende
- caudaal van onderliggende - lateroflexie
- lateraal zelfde kant
- aan concaviteit - rotatie = lateraal aan andere kant
facettaire compressie pijn
- algemeen
- pijn = facettaire compressie
- beperking = richting van compressie op gewrichtvlakken
- acute blokkade = type I & II na 4-5 sessies - testen = convergentie patroon
- BFO = pijn extensie, lateroflexie homolateraal & rotatie heterolateraal
- diagonaal test = tegengesteld
- provocatie door CPA op L3 & UPA links
- reductie door tractie
- segmentale testen = beperkingen BFO
fase 1 van compressie pijn
- 1D
- pijndemping door openen van facet = decoaptatie
- distractie
- flexie
- lateroflexie heterolateraal
- rotatie homolateraal - 3D = combinatie van zelfde bewegingen
- pijnlijke zijde craniaal
- voorspanning = flexie door beenpositie
- voorspanning = lateroflexie door tractie ribben
- prime mover = rotatie
- minder amplitude door maximale rotatie
fase 2 van compressie pijn
- algemeen
- functie herstel = translatie bevorderen
- wenning aan compressie - 1D
- wenning aan compressie
- extensie
- lateroflexie homolateraal = begin door minst provocatief door gliding
- rotatie heterolateraal = meest provocatief - tussenfase
- 3D mix
- bepaalde componenten compressie/decompressie = meer ROM
- voorspanning = extensie, rotatie & lateroflexie met benen voeteinde
- prime mover = lateroflexie - 3D
- zelfde uitvoering buiten:
- pijnlijke zijde caudaal
- extensie in benen
rekpijn
- algemeen
- pijn = capsuloligamentaire rek
- beperking = richting van rek op gewrichtsvlakken
- laaggradig = therapie type I & II in zelfde sessie - testen = divergentie patroon
- BFO = flexie, heterolaterale lateroflexie & homolaterale rotatie
- provocatie CPA & UPA
- segmentaal beperkt = BFO - dd spierrek
- meer segmenten met breder gebied beperkt
- geen blokkage gevoel maar verend elastisch eindgevoel
fase 1 van rek pijn
- 1D
- pijndemping door openen van HeL facet = cross-talk
- distractie = oscilerend voor type II mechanoreceptoren te stimuleren
- extensie
- lateroflexie homolateraal
- rotatie heterolateraal - 3D = combinatie van zelfde bewegingen
- pijnlijke zijde caudaal
- voorspanning = extensie door beenpositie
- voorspanning = lateroflexie door tractie ribben
- prime mover = rotatie
fase 2 van rekpijn
- 1D
- wenning aan translatie
- flexie
- lateroflexie heterolateraal
- rotatie homolateraal - tussenfase
- 3D mix
- bepaalde componenten compressie/decompressie = meer ROM
- voorspanning = flexie, rotatie & lateroflexie met benen voeteinde
- prime mover = rotatie - 3D
- zelfde uitvoering buiten:
- pijnlijke zijde craniaal
- flexie in benen
indicatie voor mobilisatie neurogeen
- foraminale stenose
- positieve KEMP test
- osteofyten
- intraformainale hernia discus hernia - niveau hernia
- enkel irritatie lumbale wortels
- ruimte sacraal kan niet geopend worden - centrale hernia
- provocatie = extensie
- andere mobilisatie techniek = ruimte spinaal kanaal idpv neuroforamen
- algemene tractie & flexie
neurogene mobilisatie technieken
- uitgangshouding
- beide benen gebogen
–> mogelijk ook afhangend van tafel
- enige keer dat schouder naar therapeut is gedraait
–> arm niet onder arm - beweging
- flexie
- heterolaterale rotatie
- heterolaterale lateroflexie = prime mover - uitvoering
- 8-10sec = blijvend mechanisch effect bekomen
- ook mogelijk handvatting op spieren = dwars rekkend
effecten neurogene mobilisatie
- algemeen = pijn door ischemie
- effecten
- mechanisch openen
- vasculairesatie & zuurstof bevorderen
- ontzwelling van zenuw
- neuromechanosensitiveit reduceren - thuisoefening
- static opener = onderbenen afhangen in zijlig
- dynamic opener = combinatie nerve glides = knieën strekken
- pijnvrij