BIOMOLECULEN Flashcards

(42 cards)

1
Q

MONOMEER

A
  • kleine moleculen, bouwsteen van macromolecule
  • de grondstof v synthetische polymeer
    –> uit koolwaterstoffen afkomstig uit aardolieaffinage
    –> grondstoffen geproduceerd uit natuurlijke producten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dimeer

A

aaneenschakeling 2 monomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

polymeer

A

macromoleculen of reuzenmoleculen, aaneenschakeling groot aantal moleculen K moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

natuurlijke polymeer

A
  • plantaardig of dierlijk = biomoleculen = biopolymeren
  • biomoleculen zijn in levende organismen gesynthetiseerd, wat belangrijk is voor biologische processen: celdeling, cellulaire ademhaling, dragers genetische code, enzymen die chemische processen aan sturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

natuurlijke polymeren voorbeelden

A

lipiden, polysachariden, proteïnen, polynucleotiden = nucleïnezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

synthetisch polymeer

A

chemische macromoleculen die door N- natuurlijke chemische processen worden vervaardigd = kunststoffen = plastics

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

polysachariden bouwsteen
+ formule

A

monosachariden de monomeren of de K bouwsteen van een polysachariden
Cn(H2O)m of (CH2O)n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

chemische opbouw disachariden en polysachariden

A

glycosidebinding = binding tussen 2 monosachariden
disachariden = 2 monosachariden aan elkaar

  • condensatie reactie: afsplitsing H, vormt glycoside binding tussen de 2 monosachariden bouwstenen en wordt gevormd tot een grotere moleculen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer spreekt men van een polysachariden

A

bij minimum 10 monosachariden

  • door polycondensatiereactie worden monosachariden aan elkaar gebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zetmeel

A

bestaat uit twee polysachariden
- amylose: onvertakt spiraalvormige gewonden ketens (250 à 300 glucosidebindingen)
- amylopectine: lange vertakte ketens opgebouwd uit duizenden glucosebouwstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

glycogeen

A

meervoudig vertakt polymeer van glucose
- vind men terug in dierlijke organismen en breekt de mens af in de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

glucose

A

druivensuiker
- energie uit glucose wordt door cellulaire ademhaling omgezet naar energierijke verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fructose

A

vruchtensuiker, zoete vruchten
- sacharose is de disachariden ervan in hoge concentraties in diverse planten (suikerbiet en suikerriet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

lactose

A

ontstaat uit monosacharide galactose en glucose
- zit in melk en melkproducten
- enzym lactase is belangrijk voor de afbraak van lactose

lactose intolerant
- door onvoldoende of geen lactose aan te maken
of
- lactose word onvoldoende of niet afgebroken
dit levert darm klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

functie zetmeel

A
  • in vorm van k korreltjes in de cellen v reserveweefsel (wortels knollen zaden)
  • afkomstig uit maïs, aardappelen en rijst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functie glycogeen

A

meervoudig vertakt polymeer van glucose
- langdurige energieopslag
als je glucose nodig hebt wordt glycogeen met behulp van het hormoon glucagon afgebroken tot glucose
- energieopslag is in spieren en lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

proteïnen

A

aminozuur, K bouwsteen monomeer
- carboxylgroep (-COOH)
- aminogroep (-NH2)
- R restgroep

  • 20 verschillend aminozuren: verschillend door aard R
18
Q

chemische opbouw proteïnen

A

condensatiereactie tussen 2 aminozuren met afpslitsing H = peptidebinding

polypeptide: meer dan 10 aminozuurbouwstenen aan elkaar worden door peptidebindingen ontstaan door polycondensatiereactie

19
Q

structuur proteïnen, wanneer

A

als een polypeptide met veel groter aantal aminozuren ruimtelijk opgevouwen wordt door interacties tussen de atomen v aminozuren
1) primaire structuur: aaneenschakeling v aminozuren –> kan verschillen in aantal, type en volgorde
2) secundaire: vorming H-bruggen tussen O -atoom van carboxylgroep en H atoom v andere aminogroep
A) alfa-Helix: H bruggen zorgen voor draaiing
B- beta vouwblad: H burggen zorgen dat polypeptide voor- en achterwaarts geknikt wordt
3) tertiaire: driedimensionale structuur, waar secundaire structuur opvouwt
4) quaternaire: twee of meer tertiaire structuren (subunits) zich verenigen tot quaternaire
–> structuur kan verbroken worden door te hoge temperatuur en zuurtegraad = denaturatie, ze verliezen hun biologische activiteit

20
Q

structurele proteïnen

A

1) structurele: vezelige strengen, vaak rond elkaar gedraaid
- steun en bescherming
bv keratine (haar en nagels), collageen (pezen en botten)

21
Q

antilichamen

A

beschermen tegen lichaamsvreemde indringens
- virussen en bacteriën (antigenen)

22
Q

hormonale

A

boodschappersmoleculen
- helpen met coördinatie v lichaamsfuncties
bv. insuline en glucagon verantwoordelijk voor glucosemetabolisme

23
Q

contractiele

A

spierencontracties en beweging (actine, myosin)

24
Q

enzymen

A

versnellen en reguleren biochemische reacties
in spijsverteringsstelsel voedsel afbreken tot bouwstenen

25
transport
dragerproteïnen die moleculen vervoeren door lichaam bv hemoglobine in rode bloedcellen en zorgt voor transport O
26
alle andere
ferritine: opslaan Fe
27
permanente krullen
1. aanwezig disulfidebruggen in haar verbroken door reductieproduct 2. in krullen gelegd en behandelt met oxidatiemiddel 3. nieuwe disulfidebruggen gevormd op haar en behouden de nieuwe structuur
28
lipiden
heterogene groep van biochemische stoffen, onoplosbaar in H - chemische samenstelling en biologische functies zeer divers
29
bouwstenen lipiden
glycerol vetzuren fosfaatgroep (PO3)
30
glycerol+ formule
propaan-1,2,3-triol (C3H8O3), driewaardig alcohol met 3-OH groepen
31
vetzuren
C- keten (12-20C's) (R) en een carboxylgroep (-COOH) A) verzadigd: opeenvolging E binding tussen C-atomen B) onverzadigd : minstens één D bindingen tussen C-atomen --> meer dan één D? = polyonverzadigd vetzuur
32
steroïden
- bij dieren en planten - basisstructuur karakteristiek "gonaan" - C17H28: 3 hexaanringen en één pentaanring
33
chemische opbouw triglyceride
gevormd door 3 condensatierreacties tussen een van de hydroxylgroepen v de glycerolmolecule en de carboxylgroep v vetzuur - H afgesplits --> ontstaan 3 esterbindingen tussen elk vetzuur en de glycerolmolecule
34
onverzadigd vetzuurrest
- bij 20° c vloeibaar - olie - planten
35
verzadigd vetzuurrest
vet - vast - dieren
36
vetten en oliën
belangrijk bij dierlijke organismen: ! rol bij opslag energie, isolatie om warmteverlies tegen te gaan, vorming beschermende laag rond organen
37
fosfolipiden
bouwstenen celmembraan D en P -materiaal opgebouwd uit een dubbele fosfolipidenlaag (membraan) met polaire koppen buiten en apolaire staarten naar binnen
38
functie steroïden
- functioneren als hormonen - bv. cholesterol: opgebouwd in lever, in dierlijke weefsels
39
steroïden geslachtshormonen
geslachtshormonen : progesteron, oestrogeen, testosteron --> afgegeven door gonaden/ geslachtsklieren --> belangrijk voor rol ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
40
corticosteroïden
= bijnierschorshormonen: regulatie allerlei metabole processen cortisone --> cortisol: stresshormoon, breekt bepaalde eiwitten in spieren af tot aminozuren --> energiebron
41
fosfolipiden chemische opbouw
ontstaan door 3 condensatiereacties met afsplitsing H 1) tussen 1ste hydroxylgroep v glycerol en 1ste vetzuren 2) 2de ...... en 2de 3) 3de hydroxylgroep en het fosforzuur - fosforzuur gaat reactie aan met choline --> fosfocholinegroep draagt elektrische ladingen waardoor polaire kop v moleculen hydrofiel (waterminnend is)
42