BLOEDVATEN EN LYMFEVATEN Flashcards
BLOEDVATEN EN LYMFEVATEN (242 cards)
BLOEDVATEN EN LYMFEVATEN
Opbouw aorta
Opbouw aorta:
⦁ Netwerk elastinevezels die in 3 dimensies met elkaar verbonden zijn,
⦁ hiertussen liggen collageen vezels (stevigheid beperken uitrekken van elastine)
⦁ Daartussen gladde spiercellen
Congenitale afwijkingen
Porto-systemische shunts
Intrahepatische shunts en extra-hepatische shunts (enkel deze opereerbaar)
Geeft persneigingen
Congenitale hyperostose
Afwijking diepe venenplexus oppervlakkige venenplexus zet uit (poot is dik)
Hierdoor bereikt onvoldoende bloed het periost fibroblasten maken meer bot aan (hyperostose = dikker bot)
Agenesie van de popliteus lymfeknoop
Agenesie = niet ontwikkeld
De lymfe van de achterpoot kan niet afgevoerd worden, dit veroorzaakt oedeem van de achterpoot.
Persisterende vena vitellina
Verdwijnt normaal door apoptose, maar kan ook een ligament vormen tussen de navel en het mesenterium. Er is dus een streng in de buikholte, dat volvulus (draaiing) van bv. de dunne darmen kan veroorzaken.
Stofwisselingsstoornissen
Arteriosclerose
Pathologie
Op plaats waar veel turbulenties zijn endotheeldefectje bloedplasma kruipt onder het endotheel lokale stolling en depositie van vetdruppels/lipoproteïnes Lipoproteïnes bevatten cholesterol die zorgen voor xxx Gladde spiercellen = PROLIFERATIEVE VORM (bij mens puilt die uit in het lumen, bij dieren niet)
Gevolgen
⦁ Thrombus vorming door makkelijker beschadigen endotheel
⦁ Ontsteking: Cholesterolneerslag trekt macrofagen aan na fagocyteren vrijstelling pro-inflammatoire cytokines ontsteking (aggregaat reuzencellen en cholesterol)
⦁ Secundair kan dit verkalken
Lumen blijft voldoende ruim bij dieren, geen pathologisch belang
Verkalking van de aortakleppen
Wordt veroorzaakt door metastatische verkalkingen, te wijten aan de vitamine D-intoxicatie. Paarden en konijnen zijn hier het meest gevoelig aan
Aneurisme
lokale verwijding van een arterie
Pathologie
Strongylus vulgaris L3 boort gangen onder endotheel van arteria mesenterica cranialis elastine w beschadigt aneurisme
Thrombus
Endotheelbeschadiging = thrombusvorming !!
Gevolg
Thrombus blijft aangroeien, komt los, w meegevoerd, geeft lokaal infarct Haemorrhagisch infarct/lokale ischemie geeft koliek
Paarden met een ernstige vorm van Strongylus aneurisme, hebben herhaaldelijke aanvallen van koliek→intermitterende thrombotische-embolische koliek.
Phlebectasieën
spataders
= uitzetting van een vene, meestal over een langere afstand. Ze gaat heel opvallend kronkelend worden, met een wijd lumen en een vertraagde bloedvloei. Er is daardoor verhoogd risico op intravasculaire stolling.
Lymfangiectasie
Uitzetten lymfevaten
Pathologie
Lymfevat in darmvilli zet uit slechte vertering + proteïn loosing enteropathie
Oorzaak
Stuwing door probleem mesenteriale lymfeknopen
Ontstekingen
Arteritis/vasculitis
Arteritis = ontsteking arteriën Vasculitis = ontsteking arterioles en venules
Pathologie:
Bacterie embolies die blijven steken.
Bij ontsteking gaan de arterioles snel uitzetten en lekken kleine bloedingen
Beeld
- Kleine bloedingen
- Geeft thromboses (want epitheel beschadigt) dus kleine necrose korstjes huid (door infartjes van de thrombose)
- Staarttopnecrose + necrose extremiteiten
Periarteritis nodosa
Is een rheumatische vorm van arteritis en vasculitis. Er zijn allemaal knobbeltjes op het verloop van kleinere arteriën
Etterige vasculitis
Vaak in nieren
Oorzaak
Metastatische bacterie-embolie die evolueert tot abces
Flebitis
Ontsteking van de venen
Oorzaak
⦁ Irriterende vloeistoffen IV gegeven vooral door niet volledig in bufferende bloedbaan te spuiten (lekkage)
⦁ Katherisatie of herhaaldelijke IV injecties
Lymphangitis
Ontstekingen van lymfevaten
Pathogenese
Bacteriële ontsteking in bepaald weefsel waar neutrofielen collageen afbreken weefsel wordt vloeibaar vloeibaar weefsel sijpelt in lymfevaten
2 zaken kunnen gebeuren
⦁ Het wordt meegevoerd met de lymfe en komt terecht in de regionale lymfeknopen→deze zijn altijd mee ontstoken bij infectieuze processen.
⦁ Bacterën hechten zich vast aan endotheel llymfevat = secundaire ontstekingshaarden + lymfeknoop raakt ook ontstoken (permeabiliteit lymfeknoop w verstoord)
Gevolg
Lymfeknoop zit verstopt door de ontstekingscellen kan niet meer draineren orgaan van dat lymfevat w oedemateus
Werking
⦁ Spieren masseren het lymfe naar boven, kleppen maken dat het niet terug stroomt
⦁ Als er geen spieren zijn: 3D network van elastinevezels rond lymfevat zijn verbonden met pees of huid als deze bewegen, zal lymfe naar boven w gemasseerd
Note: Als lymfevat ontstoken is geweest (neutrofielen hebben elastine afgebroken) zal het nooit meer goed functioneren !
Het zenuwstelsel algemeen
De astrocyten = astrogliacellen spelen de verstevigende rol in de hersenen. (want geen collageen aanwezig)
Isolatie zenuwen:
⦁ Thv perifere zenuwen: Schwanncellen
⦁ Thc czs: Oligodendroganglia = oligodendrocyten
Organellen in axon
⦁ Mitochondriën
⦁ Heel soms een lysosoom
⦁ Intra-axonaal transport via neurotubuli
⦁ Organellen w getransporteerd via de microtubili
⦁ Van centraal naar perifeer: door kinesine
⦁ Van perifeer naar central: door dyneïne
⦁ RER: maakt eiwitten aan die neurotransmitters vormt, secreteert en afbreekt bij fout in het transport hiervan = Axonale degeneratie
Bescherming
Microgliacellen = macrofagen die vooral immunosuppressief werken
Selectieve barriers
⦁ P-glycoproteïne op BH-barrière: pompt allerlei mogelijk schadelijke stoffen terug die door de BH-barriere
⦁ Endotheel met goede desmosale connecties + basale membraan + daaronder astrocytenvoetjes (daaronder bloedvaatjes)
⦁ Bloed-cerebrospinaal vocht- barrier
⦁ Bloed-retinabarrière
⦁ Bloedvat-arachnoïdea barrier
Liquor cerebrospinalis
⦁ Plexus choroïdeus zal bloed omvormen tot cerebrospinaalvocht vocht stroomt naar linker en rechterventrikel en dan door Foramen van Monroe Naar 4e ventrikel naar canalis centralis v.h. ruggenmerg
⦁ Foramina van Luschka: op het dak van de 4e ventrikel, maakt dat cerebrospinaalvocht tussen poa mater en dura mater terecht komt (in arachnoiddale ruimte
⦁ Dura mater: Bevat veneuze sinussen (met lage druk) die maken dat het cerebrospinaalvocht terug gaat naar het bloed Als dit gebeurt = Hydrocephalus internus
Hersenbloeding
Vezels (waarin bloedvaten zitten) scheuren los langs de andere kant van waar de impact was.
Neuraal network
⦁ Synaptofysine: komt enkel ter expressive aan voorkant synaptische spleet. Neuronen worden continu gestimuleerd door andere neuronen
⦁ Dying back phenomenon: neuronen hebben stimuli nodig om metabool actief te blijven, als stimuli wegvalt krijg je neuron apoptose, waardoor andere gene stimuli krijgen en er nog meer neuronen gaan atrofiëren (domino-effect).
Bij vroege degeneratie zal synaptofysine wel nog geproduceerd worden, maar niet meer getransporteerd (want als eerste zal intra-axonaal transport verloren gaan)
Congenitale afwijkingen
Stoornissen in cerebrospinaal vocht
⦁ Hydrocephalus
Foramen Monroe is dicht grote druktoename in de laterale ventrikels druk zorgt ervoor dat zenuwweefsel niet tot ontwikkeling komt bij foetus + schedel gaat verder uit elkaar geduwd worden en is abnormaal bol (schedel niet bol als uitzetting laterale ventrikels het gevolg is van primaire atrofie of ontstekingsprocessen)
⦁ Chiari-like malformatie
Kleine hersenen w door foramen Magnum naar buiten gedwd door druk
Vaak bij grote hondenrassen, want groot foramen magnum
⦁ Niet sluiten van de fontanellen
Raskenmerk bij Chihuahuas
⦁ Syringomyelie
Canalis centralis is abnormal groot bij Cavelier King Charles
Hypoplasieën en agenesieën = segmentele ontwikkelingsstoornissen
Alle pathologiën waarbij delen van czs onderontwikkeld is
⦁ Hydranencephalie
Grote hersenen zijn geatrofieerd. Dier kan leven als er w geholpen met voedsel (kan niet slikken)
Bv infectie foetaal rund met blauwtongvirus
⦁ Cerebellaire hypoplasie
Kleine hersenen zijn onderontwikkeld (kattenziekte virus kittens ontwikkelen de kleine hersenen pas na de geboorte). Dieren hebben geen evenwicht en ataxie
Diagnose: 3 lagen (Purkinje cellen, moleculaire laag en korrellaag) niet te onderscheiden van elkaar
⦁ Holoprosencephalie →cycloop
Het voorste gedeelte van czs zorgt voor de ontwikkeling van schedel, neus-en voorhoofdsbeenderen. Stoornissen in voorste deel czs geeft dus ontwikkelingsstoornis in n. opticus en retina holoprosencephalie
Cycloop = versmelten van de ogen en geen neusontwikkeling
⦁ Dysraphia
Alle aangeboren afwijkingen waarbij het sluiten van de neurale buis verstoord is. Hierdoor kan er een gat zijn.
⦁ Prosencephalische hypoplasie
Wanneer de neurale buis niet sluit aan de voorzijde, krijg je niet alleen het niet tot ontwikkeling komen van de cerebrale cortex, maar ook een fout in inductie van de ontwikkeling van de bovenliggende weefsels.
⦁ Spina bifida
Neurale buis niet geslaten ter hoogte van de lumbaalstreek + geen inductie van de bovenliggende structuren opening tussen canalis centralis en buitenwereld
Spina bifida aperta; Opening tussen canalis centralis en buitenwereld
Spina bifida occulta; Huid boven canalis centralis is
⦁ Encephalocoele
Gat in de schedel en een deel van de hersenen die hierdoor uitpuilen.
⦁ Meningocoele
Wanneer het niet de hersenen zijn die uitpuilen, maar de meningen.
⦁ Myelodysplasie
Wanneer er een sluitingsstoornis is, kan dit gepaard gaan met een ontwikkelingsstoornis = hypoplasie. Dit zie je vaak thv het ruggenmerg