Blok 1: Rechterlijke organisatie. Week 1 (hoorcollege 1) Flashcards
(10 cards)
Wat zijn de verschillen tussen rechtspraak en besturen?
Rechtspraak is het beslissen over een concreet geschil.
Rechtspraak geeft een rechtmatigheidsoordeel
Rechtspraak is het uitspreken van een bindende beslissing.
Besturen is het uitvoeren en handhaven van wetten
Het geven van een doelmatigheidsoordeel
Het geeft geen bindende uitspraak
Leg het EHRM Bentham arrest uit
Het arrest gaat over de vraag of er sprake is van een schending van artikel 6 EVRM. Dit artikel waarborgt namelijk het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter. Echter heeft in deze zaak de kroon een uitspraak gedaan. De kroon is de regering (uitvoerende macht) en deze kan normaal gesproken geen recht spreken. Hij doet namelijk een doelmatigheidsoordeel. Je moet er als burger vanuit kunnen gaan dat je zaak wordt beslist door een rechtmatigheidsoordeel te geven.
Wat is het legaliteitsbeginsel?
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat al het handelen van de overheid op een wet moet berusten.
Leg het arrest HR Fluoridering uit
Dit arrest gaat om de vraag of het toedienen van fluoride aan water een handeling is van de gemeente die op een wet moet berusten. In casu heeft de gemeente fluoride aan het water toegevoegd, zonder dat hier een wettelijke grondslag voor bestond. Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord. Het toedienen van fluoride aan water is namelijk zo’n ingrijpende handeling dat deze niet mag worden uitgevoerd zonder dat hier een wettelijke grondslag voor is.
Leg het HR Meerenberg arrest uit
Het gaat hier om de vraag of er aan de kroon wetgevende bevoegdheid toekomt als deze niet uitdrukkelijk in de grondwet of dmv delegatie wordt verleend. Hier gaat het dus om het legaliteitsbeginsel. De kroon mag wetten zelfstandig opstellen alleen als dit wetten zijn die straffen handhaven dan moet de bevoegdheid berusten o peen wet een formele zin en dan is delegatie niet voldoende.
Wat houdt de functionele machtenscheiding in?
Dit houdt in dat er een wetgevende, uitvoerden en rechtsprekende macht is die ieder zijn eigen functie en verantwoordelijkheid hebben.
Wat houdt de organisatorische machtenscheiding in?
Dit houdt in dat de drie machten worden toebedeeld aan verschillende ambten en instellingen om te zorgen voor een duidelijke scheiding van de machten. op deze manier wordt voorkomen dat een enkele persoon of groep te veel macht krijgt en daardoor een bedreiging vormt voor de individuele vrijheid.
Uit welke 3 machten bestaat de rechtstaat?
Wetgevende macht (Staten-Generaal)
Uitvoerende macht (regering)
Rechtsprekende macht (rechters)
Waar uit de grondwet blijken checks and balances?
Artikel 42 Gw: ministeriële verantwoordelijkheid: De ministers moeten verantwoording afleggen bij de S-G
Artikel 64 Gw: Kamerontbinding: als de regering geen vertrouwen meer heeft in de kamers, kan deze ontbonden worden
Artikel 81 Gw: Gedeelde bevoegdheid. De regering en S-G stellen gezamenlijk wetten op.
Vertrouwensregel: De regering kan zijn vertrouwen opzeggen in 1 of meerdere ministers. (Ongeschreven)
Wat zijn de vereisten voor het zijn van een rechtstaat?
- Legaliteitsbeginsel
- Machtenscheiding
- Democratie
- Onafhankelijke rechter
- Bescherming van de klassieke grondrechten