Bodemchemie Flashcards

1
Q

Primaire mineralen

A

zand/steen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Secondaire mineralen

A

Klei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Organische stof

A

Plantresten, Humus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oxiden

A

oer/IJzeroxiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

als wat fungeert de bodem

A

als een grote buffer die alles in evenwicht wilt houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kristalijn vrom

A

glimmend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Amorf vorm

A

dof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Allochtoon

A

ontstaan op een andere plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Autochtoon

A

ontstaan op dezelfde plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tetraëder

A

kleideeltjes met vlakken als 3hoek (4 vlakken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Octaëder

A

kleideeltjes met 8 vlakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke lading heeft klei

A

negatief, waardoor ze kationen (positief) opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CEC (cation exchange capasity)

A

aantal plusdeeltjes die zich aan de klei kunnen hechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DEC

A

opgeloste organische stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fixvatie

A

Een redelijk sterke verbinding aangaan. Bijv. fosfaat wordt gefixeerd aan ijzerhydroxide, waardoor deze samen een neerslag kunnen vormen. Is omkeerbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Absorptie

A

Vrije kationen > absorptie> gebonden kationen

17
Q

Desorptie

A

Gebonden kationen > desorptie > vrije kationen

18
Q

Massiek oppervlak

A

het gezamenlijk oppervlak van een bepaalde gewichtshoeveelheid bolvormig gedachte korrels

19
Q

Isomorfe Substantie

A

onen binnen een tetraeder of octaeder vervangen worden door een soortgelijk ion, maar in dit geval alleen met een mindere lading. Dus een silicium (4+) wordt vervangen door een aluminium (3+), of een aluminium door een magnesium (2+). Dit resulteert uiteindelijk in de negatieve lading aan het oppervlak van kleimineralen.

20
Q

Absorbaat

A

de oplossing waaruit ionen geadsorbeerd kunnen worden. Bijv. de bodemoplossing/grondwater waaruit ionen aan een kleimineraal (=adsorbens) kunnen binden.

21
Q

Absorptiecomplex

A

Adsorbaat + Adsorbens