Cameron en Quinn

Question 1

Van welke waarden gaat dit model uit?

Answer 1

Orientatie; intern of extern, flexibiliteit; laag of hoog

Question 2

Welke 4 culturen zijn er in dit model?

Answer 2

Familiecultuur, adhocratiecultuur, hierarchiecultuur en marktcultuur

Question 3

Familiecultuur

Answer 3

Flexibiliteit hoog, orientatie intern, bijv. fietsenmaker, greenpeace

Question 4

Adhocratiecultuur

Answer 4

Flexibiliteit hoog, orientatie extern, bijv. communicatiebureau

Question 5

Hierarchiecultuur

Answer 5

Flexibiliteit laag, orientatie intern, bijv. gemeente of ziekenhuis

Question 6

Marktcultuur

Answer 6

Flexibiliteit laag, orientatie extern, bijv. callcenter, salesbedrijf

Question 7

Kenmerken familiecultuur

Answer 7

Vriendelijke werkomgeving, loyaliteit en traditie, mensen werken er vaak al hun hele leven, teamwork, participatie, overeenstemming

Question 8

Kenmerken adhocratiecultuur

Answer 8

Creatieve, ondernemende en dynamische werkomgeving, leidinggevenden zijn innovators en risiconemers

Question 9

Kenmerken marktcultuur

Answer 9

Resultaatgerichte organisatie, afronden van het werk, competitief, doelgericht, winnen, leiders zijn veeleisend

Question 10

Hierarchiecultuur

Answer 10

Gestructureerde en formele organisatie, procedures bepalen wat de werknemers doen, stabiliteit en resultaten, soepel verlopende uitvoering is cruciaal, lage kosten