cardiovasculaire aandoeningen Flashcards

1
Q

risicofactoren cardiovasculaire factoren (5)

A
  • stress
  • roken
  • dieet met veel calorie inname, rijk aan vet, zout, cholesterol
  • obesitas
  • diabetes mellitus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

reumatische hartzieken: cardiovasculaire aandoening

A

acuut of chronisch systemisch infectieus proces met koorts, polyarthritis en carotitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mondzorg bij reumatische hartziekten (2)

A
  • ab profylaxe niet nodig

- nauwkeurig bestrijden van biofilm ( goede mh vermindert risico op zelf uitgelokte bacteriemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

opvolging mondzorg bij reumatische hartziekten (3)

A
  • frequente recall voor goede mh
  • poetsinstructie
  • mondspoeling chx voor professionele reiniging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

infectieuze endocarditis: cardiovasculaire aandoening

A

vegetatieve groei van S aureus, S epidermidis, S viridans, alfa-hemolytische streptococcen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

risicofactoren infectieuze endocarditis (IE)(4)

A
  • vroegere IE
  • kunstkleppen
  • congenitale hartaandoening
  • harttransplantatie met klepprobleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mondzorg infectieuze endocardititis (2)

A
  • chx mondspoeling voor interventie

- ab profylaxe 1 uur voor de ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opvolging infectieuze endocarditis (3)

A
  • frequentie recall voor goede mh
  • scaling en rootplaning liefst in 1 lange zittijd
  • interval tussen opeenvolgende profylaxe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

endocardititis profylaxe: cardiale indicaties (4)

A
  • aanwezigheid van kunstkleppen en na klepherstel
  • voorafgaande IE
  • congenitale hartafwijking
  • harttransplantatie met ontstaan van klepaantasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geen indicatie voor endocarditisprofylaxe bij (5)

A
  • nemen van rxen
  • verdoving doorheen niet-geïnfecteerde mucosa
  • plaatsen van uitneembare orthodontische apparatuur of prothese
  • aanpassen van orthodontische apparaten
  • bloeding na trauma van lip of mondmucosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kleplijden mondzorg (4)

A
  • profylaxe 1 uur voor de ingreep bij kunsthartklep
  • chx mondspoeling voor interventie
  • vermijd trauma van zachte weefsel
  • nauwkeurig bestrijden van biofilm –> goede mh vermindert risico op zelf uitgelokte bacteriemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

opvolging kleplijden (2)

A
  • frequentie recall voor goede mh

- aanpassen zorgplan indien gebruik van anti-coagulantia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stelling: hypertensie is een symptoom

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risicofactoren hypertensie (4)

A
  • familiaal
  • stress, roken
  • obesitas, dieet met te veel verzadigde vetten
  • leeftijd, ras
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil tussen primaire en secundaire hypertensie

A

primaire hypertensie is het gevolg van stress, inspanning, slechte leefomstandigheden. secundaire hypertensie is het gevolg van een onderliggende aandoening (bv nierziekte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

stelling: tijdens het geven van anesthesie, adrenaline vermijden bij mensen met hypertensie omdat deze al bloeddrukverhogend zijn

A

juist

17
Q

mondzorg bij patiënten met hypertensie(2)

A
  • bij ongecontroleerde hypertensie behandeling uitstellen

- stress en angst kunnen bd verhogen

18
Q

opvolging patiënten met hypertensie (3)

A
  • stress reductie
  • medicatielijst en nevenwerkingen
  • aanpassen lokaal anestheticum
19
Q

risicofactoren ischemische hartziekten (4)

A
  • leeftijd >40 jaar
  • geslacht
  • dieet, levensstijl, omgeving
  • verhoogde CPR
20
Q

symptomen angina pectoris (4)

A
  • direct resultaat van verminderde zuurstof voorziening
  • brandend/knijpend gevoel in de borst
  • pijn uitstralend naar linker arm, nek, schouderblad en kaak
  • agitatie
21
Q

mondzorg bij stabiele angor (5)

A
  • korte afspraken
  • bij voorkeur ‘s ochtends
  • stress vrije atmosfeer
  • cedocard binnen handbereik
  • stop behandeling bij vermoeidheid
22
Q

wat moet je doen bij optreden van angor? (3)

A
  • stop behandeling, zet pt recht
  • stel pt gerust
  • cedocard toedienen
  • indien pijn aanhoudt bel 112
23
Q

symptomen myocardinfarct (5)

A
  • voorbode van angina pectoris
  • gevoel van indigestie, nausea, braken
  • kortademigheid
  • vermoeidheidsgevoel
  • koud zweet
  • bloeddruk val
24
Q

mondzorg bij myocardinfarct (4)

A
  • behandelen kan minimum 30 dagen na myocardinfarct en indien geen complicaties
  • patiënt kan angstig zijn
  • patiënt kan depressief zijn
  • psychologische situatie kan effect hebben op mondgezondheid
25
Q

waar moet je naar kijken bij cardiale dysrhytmie

A

pacemaker –> vragen of er een oude/nieuwe pacemaker aanwezig is. indien de oude aanwezig is, niet met ultrasoon apparatuur werken

26
Q

congenitale hartaandoeningen en mondzorg (4)

A
  • goede mh om mondaandoeningen te vermijden
  • geen belangrijke aanpassingen in behandelplan
  • overleg met arts
  • profylaxe indien aangewezen
27
Q

de hartpatiënt en mondzorg(4)

A
  • voorkom complicaties
  • monitor vitale parameters
  • motiveer pt om mh op peil te houden door te wijzen op link mondgezondheid en algemene gezondheid
  • planning voorkomt spoedeisende situaties
  • let op medicatieschema