Celcyclus Flashcards

(51 cards)

1
Q

G1

A

Keus:
In rust gaan (G0)
Opnieuw delingscyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Restriction point

A

R

Cyclus stopt op dit punt als omstandigheden niet gunstig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

S-fase

A

Synthesefase

DNA wordt verdubbeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

G2

A

Korte rustfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Volgorde

A

G1 > (R) > S > G2 > M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

M-fase

A

Chromosomen verdelen zich over de dochtercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Karyokinese

A

Kerndeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cytokinese

A

Cytoplasmadeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interfase

A

Fase waarin geen celdeling plaatsvindt

Cellen vervullen normale functies, maar bereiden deling voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fasen van interfase

A

G1-fase; cel vult eiwitmassa terug aan na mitose
S-fase; synthese; DNA-replicatie en synthese van histonen
G2-fase; direct voorafgaand aan mitose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Meiose 1

A

Reductiedeling
Uitwisseling van chromosomen
Diploïd > haploïd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fasen mitose

A
Prefase
Profase
Metafase
Vroege anafase
Late anafase
Telofase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Profase

A

Condensatie van chromatine
Vorming van chromosomen
Verdubbeling van centriolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Prometafase

A

Zichtbaar worden chromosomen
Opbouw spoelfiguur
Fragmentatie kernenvelop
Nucleolus verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Metafase

A

Schikking op equatoriaal vlak

Spoelfiguur is volledig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Anafase

A

Splitsing chromosomen en migratie naar polen
Samenkomen van chromosomen aan polen
Begin van cytokinese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Telofase

A

Vorming dochterkernen, kernenvelop, nucleolus

Einde van de deling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Restrictiepunt

A

Einde van G1-fase

Cel bereikt kritische massa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

S-faseactivator

A

Eiwit
Rol bij starten S-fase
VOORKOMT starten M-fase voordat DNA-replicatie klaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

DNA-polymerase

A

Kopieert beide strengen van het DNA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

MPF

A
Maturation Promotion Factor
Initieert de M-fase 
Bestaat uit: 
> CDC2 = proteïnekinase
> Cycline = eiwit
22
Q

Centromeer

A

Deel van chromatide
Bevat speciale DNA-sequentie
Hier vindt splitsing plaats

23
Q

Kinetochoor

A

Draden, ontwikkeld in centromeer

Microtubuli van spoelfiguur hechten hierop aan

24
Q

Cytokinese

A

Cytoplasma deelt door insnoering in klievingszone

25
Klievingszone
Ontstaat door contractie van een ring van actinefilamenten in equatoriaal gebied
26
Lichaampje van Flemming
Dochtercellen blijven tijdelijk met elkaar verbonden via cytoplasmabrug met resten van de spoelfiguur
27
Chromosomen per cel
1 paar geslachtschromosomen | 22 paar autosomen
28
Karyogram
Chromosomen in metafase | DNA is gedupliceerd
29
Genoom
1 volledige set chromosomen
30
Ploïdie
Het aantal genomen dat voorkomt in 1 cel
31
Aantal chromatiden
Interfase: elk chromosoom bestaat uit 1 chromatide Na S-fase: elk chromosoom bestaat uit 2 chromatiden
32
G1-fase
Eerste deel van interfase Celmateriaal verdubbelt (DNA NIET!)
33
Helicase
Splitst de dubbele helix in 2 aparte strengen | > Replicatievork
34
Cohesine
Eiwitcomplex wat twee zusterchromatiden bij elkaar houdt
35
Separase
Klieft cohesine | Wordt geactiveerd in anafase
36
Profase 1 van meiose 1
Crossing over | Verdeling van homologe chromosomen
37
Subfasen profase 1
``` Leptoteen Zygoteen Pachyteen Diploteen Diakinese ```
38
Leptoteen
Chromosomen in dunne draden, gewonden rond eiwitachtige as
39
Zygoteen
Vanaf eerste contact tussen de homologe chromosomen | > Ritssluiting
40
Pachyteen
Synapsis compleet Chromosomen korter en dikker Recombinatie en crossing-over
41
Diploteen
De-synapsis
42
Diakinese
Overgangsfase naar metafase 1
43
Chiasmata
Plaatsen waar crossing-over is opgetreden; verbinding tussen niet-zusterchromatiden
44
Metafase verschil mitose en meiose
Kinetochoortubuli van zelfde pool hechten aan zusterchromatiden van 1 chromosoom bij meiose > Centrosoom niet in equatoriale vlak, chiasmata wel
45
Anafase 1
Chromatiden blijven verbonden bij centromeer Chiasmata lossen op Splitsing in 2 chromosomen, 1 naar elke pool
46
Einde meiose 1 en mitose
Meiose; 1 chromosoom uit 2 chromatiden Mitose 2 chromosomen uit 1 chromatide
47
Tussen 1e en 2e meiose
GEEN S-fase GEEN verdubbeling nodig van genetisch materiaal (Bestaat al uit 2 chromatiden) > Interkinese ipv interfase
48
Tweede meiotische deling
Volledig zoals normale mitose
49
Cdks
Cyclin-dependent kinases | Reguleren de overgang van ene naar andere fase in celcyclus
50
Cyclines
Regulerende eiwitten | Vormen complexen met Cdks
51
Cdk/cycline complexen
Fosforyleren doeleiwitten voor de regulatie van de celcyclus