Chapitre 5 Mon style est chic! : Vocabulaire A et B Flashcards
(91 cards)
1
Q
le vêtement
A
het kledingstuk
2
Q
le T-shirt
A
het T-shirt
3
Q
le pantalon
A
de broek
4
Q
le sac
A
de tas
5
Q
les lunettes de soleil
A
de zonnebril
6
Q
le magasin
A
de winkel
7
Q
la capitale
A
de hoofdstad
8
Q
les cheveux
A
het haar
9
Q
de taille moyenne
A
gemiddeld van lengte
10
Q
gris(e)
A
grijs
11
Q
ou
A
of
12
Q
porter
A
dragen
13
Q
acheter
A
kopen
14
Q
adorer
A
dol zijn op
15
Q
détester
A
een hekel hebben aan
16
Q
trouver
A
vinden
17
Q
jouer
A
spelen
18
Q
entrer
A
binnengaan
19
Q
découvrir
A
ontdekken
20
Q
descendre
A
uitstappen, naar beneden gaan
21
Q
het kledingstuk
A
le vêtement
22
Q
het T-shirt
A
le T-shirt
23
Q
de broek
A
le pantalon
24
Q
de tas
A
le sac
25
de zonnebril
les lunettes de soleil
26
de winkel
le magasin
27
de hoofdstad
la capitale
28
het haar
les cheveux
29
gemiddeld van lengte
de taille moyenne
30
grijs
gris(e)
31
of
ou
32
dragen
porter
33
kopen
acheter
34
dol op zijn
adorer
35
een hekel hebben aan
détester
36
vinden
trouver
37
spelen
jouer
38
binnengaan
entrer
39
ontdekken
découvrir
40
uitstapen, naar beneden gaan
descendre
41
gratuit(e)
gratis
42
gratis
gratuit(e)
43
les montagnes russes
de achtbaan
44
de achtbaan
les montagnes russes
45
la vitesse
de snelheid
46
de snelheid
la vitesse
47
génial(e)
geweldig
48
geweldig
génial(e)
49
visiter
bezoeken
50
bezoeken
visiter
51
presque
bijna
52
bijna
presque
53
à partir de
vanaf
54
vanaf
à partir de
55
l'eau
het water
56
het water
l'eau
57
blond(e)
blond
58
blond
blond(e)
59
roux/rousse
roodharig/rossig
60
roodharig/rossig
roux/rousse
61
court(e)
kort
62
kort
court(e)
63
vieux/vieille
oud
64
mince
slank
65
slank
mince
66
oud
vieux/vieille
67
gros/grosse
dik
68
dik
gros/grosse
69
long/longue
lang
70
lang
long/longue
71
la robe
de jurk
72
de jurk
la robe
73
la ceinture
de riem
74
de riem
la ceinture
75
les chassures
de schoenen
76
de schoenen
les chassures
77
le casque
de helm
78
de helm
le casque
79
les yeux
de ogen
80
de ogen
les yeux
81
Wie is Wilfred Zaha?
C'est qui, Wilfred Zaha?
82
Het is een vietballer.
C'est un footballeur.
83
Is hij groot?
Il est grand?
84
Nee, hij is gemiddeld van lengte.
Non, il est de taille moyenne.
85
Crystal Palace FC, wat is dat?
Le Crystal Palace FC, qu'est-ce que c'est?
86
Het is een voetbalclub.
C'est un club de foot.
87
Heeft hij groene ogen?
Il a les yeux verts?
88
Nee, hij heeft blauwe ogen.
Non, il a les yeux bleus.
89
Draagt hij een bril?
Il porte des lunettes?
90
Vind je dat hij mooi is?
Tu trouves qu'il est beau?
91
Ja, ik vind dat hij heel mooi is.
Oui, je trouve qu'il est très beau.
