Grand Lignes 2 havo vwo deel A chapter 2 vocab - words Flashcards
(205 cards)
1
Q
être en forme
A
fit zijn
2
Q
la santé
A
de gezondheid
3
Q
bon pour la santé
A
gezond
4
Q
mauvais pour la santé
A
ongezond
5
Q
important(e)
A
belangrijk
6
Q
manger
A
eten
7
Q
avoir faim
A
honger hebben
8
Q
la viande
A
het vlees
9
Q
qui
A
wie
10
Q
comme
A
zoals
11
Q
seulement
A
alleen maar
12
Q
selon moi
A
volgens mij
13
Q
parce que
A
omdat
14
Q
le truc
A
het ding
15
Q
la chose
A
het ding
16
Q
penser
A
denken
17
Q
rester
A
blijven
18
Q
le cours
A
de les
19
Q
l’élève m/v
A
de leerling
20
Q
la fois
A
de keer
21
Q
fit zijn
A
être en forme
22
Q
de gezondheid
A
la santé
23
Q
gezond
A
bon pour la santé
24
Q
ongezond
A
mauvais pour la santé
25
belangrijk
important(e)
26
eten
manger
27
honger hebben
avoir faim
28
het vlees
la viande
29
wie
qui
30
comme
comme
31
alleen maar
seulement
32
volgens mij
selon moi
33
omdat
parce que
34
het ding
le truc / la chose
35
penser
penser
36
blijven
rester
37
de les
le cours
38
l'élève m/v
l'élève m/v
39
la fois
la fois
40
trop (de)
te veel
41
bouger
bewegen
42
je dors mal
ik slaap slecht
43
être de bonne humeur
in een goede bui zijn
44
faire de la natation
zwemmen
45
l'infirmière v
de verpleegster
46
le conseil
het advies
47
le repas
de maaltijd
48
le petit déjeuner
het ontbijt
49
le sucre
de suiker
50
presque
bijna
51
en plus
bovendien
52
parfois
soms
53
alors
dan
54
peut-être
misschien
55
je ne me sens pas bien
ik voel me niet goed
56
facile
makkelijk
57
malade
ziek
58
tard
laat
59
accro
verslaafd
60
fatigué(e)
moe
61
te veel
trop (de)
62
bewegen
bouger
63
ik slaap slecht
je dors mal
64
in een goede bui zijn
être de bonne humeur
65
zwemmen
faire de la natation
66
de verpleegster
l'infirmière v
67
het advies
le conseil
68
de maaltijd
le repas
69
het ontbijt
le petit déjeuner
70
de suiker
le sucre
71
bijna
presque
72
bovendien
en plus
73
soms
parfois
74
dan
alors
75
misschien
peut-être
76
ik voel me niet goed
je ne me sens pas bien
77
makkelijk
facile
78
ziek
malade
79
laat
tard
80
verslaafd
accro
81
moe
fatigué(e)
82
le temps
de tijd
83
pendant
tijdens / gedurende
84
dommage
jammer
85
aussi
ook
86
on ce moment
op dit moment
87
avoir lieu
plaatsvinden
88
apprendre
leren
89
sauver
redden
90
avoir mal
pijn hebben
91
savoir
weten
92
la cheville
de enkel
93
le bras
de arm
94
le pied
de voet
95
grâce à
dankzij
96
j'ai vu
ik heb gezien
97
derrière
achter
98
rien
niets
99
sauter
springen
100
la piscine
het zwembad
101
premier / première
eerste
102
de tijd
le temps
103
tijdens / gedurende
pendant
104
jammer
dommage
105
ook
aussi
106
op dit moment
on ce moment
107
plaatsvinden
avoir lieu
108
leren
apprendre
109
redden
sauver
110
pijn hebben
avoir mal
111
weten
savoir
112
de enkel
la cheville
113
de arm
le bras
114
de voet
le pied
115
dankzij
grâce à
116
ik heb gezien
j'ai vu
117
achter
derrière
118
niets
rien
119
springen
sauter
120
het zwembad
la piscine
121
eerste
premier / première
122
la tête
het hoofd
123
l'oreille v
het oor
124
l'oeil m
les yeux
125
le nez
de neus
126
la bouche
de mond
127
le ventre
de buik
128
la jambe
het been
129
le genou / les genoux
de knie / de knieën
130
attendre
wachten
131
entrer
binnenkomen
132
la gorge
de keel
133
l'épaule
de schouder
134
le dos
de rug
135
la main
de hand
136
les doigts
de vingers
137
le docteur / le mèdecin
de dokter
138
tomber
vallen
139
terrible
vreselijk
140
sûrement
zeker
141
sans doute
ongetwijfeld
142
les fesses v mv
de billen
143
les doigts de pied
tenen
144
het hoofd
la tête
145
het oor
l'oreille v
146
les yeux
l'oeil m
147
de neus
le nez
148
de mond
la bouche
149
de buik
le ventre
150
het been
la jambe
151
de knie / de knieën
le genou / les genoux
152
wachten
attendre
153
binnenkomen
entrer
154
de keel
la gorge
155
de schouder
l'épaule
156
de rug
le dos
157
de hand
la main
158
de vingers
les doigts
159
de dokter
le docteur / le mèdecin
160
vallen
tomber
161
vreselijk
terrible
162
zeker
sûrement
163
ongetwijfeld
sans doute
164
de billen
les fesses v mv
165
tenen
les doigts de pied
166
le corps
het lichaam
167
l'homme m
de man / de mens
168
le chien
de hond
169
le chat
de kat
170
la nuit
de nacht
171
la distance
de afstand
172
jusqu'à
tot
173
voir
zien
174
par contre
daarentegen
175
mieux
beter
176
la vitesse
de snelheid
177
l'eau v
het water
178
le cœur
het hart
179
dormir
slapen
180
boire
drinken
181
avoir besoin de
nodig hebben
182
comparer
vergelijken
183
sans
zonder
184
longtemps
lang
185
environ
ongeveer
186
het lichaam
le corps
187
de man / de mens
l'homme m
188
de hond
le chien
189
de kat
le chat
190
de nacht
la nuit
191
de afstand
la distance
192
tot
jusqu'à
193
zien
voir
194
daarentegen
par contre
195
beter
mieux
196
de snelheid
la vitesse
197
het water
l'eau v
198
het hart
le cœur
199
slapen
dormir
200
drinken
boire
201
nodig hebben
avoir besoin de
202
vergelijken
comparer
203
zonder
sans
204
lang
longtemps
205
ongeveer
environ