Chapter 1 begrippen Flashcards

(31 cards)

1
Q

Agglomeratie

A

Steden en dorpen die aan elkaar gegroeid zijn tot een stedelijk gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Arbeiderswijken

A

Woonwijk bij het stadscentrum waar vroeger de mensen woonden die van het platteland kwamen om in de fabrieken te werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bevolkingsdichtheid

A

Gemiddeld aantal inwoners per vierkante km.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Binnenstad

A

Het oudste deel van een stad dat gebouwd is voor 1870.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Breedtecirkel (parallel)

A

Horizontale lijn van het graadnet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Coördinaat

A

Een getal dat de precieze ligging van een plaats aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Eengezinswoning

A

Een woningsoort die bedoeld is voor iemand met een partner en kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Evenaar

A

Horizontale cirkel over het midden van de aarde verdeeld in een Noordelijk en in een Zuidelijk halfrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Forens

A

Iemand die dagelijks heen en weer reist tussen woongemeente en werkgemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Graadnet

A

Netwerk van verticale lijnen (lengtecirkels) en horizontale lijnen (breedtecirkels) waarmee je heel precies een positie op de aarde kunt bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Halfrond

A

Helft van de aardbol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoogbouw

A

Flats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Lengtecirkels (meridiaan)

A

Verticale lijn van het graadnet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Meridiaan (lengtecirkel)

A

Verticale lijn van het graadnet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nieuwbouwwijk

A

Wijk aan de rand van de stad met vooral eengezinswoningen, die gebouwd zijn na 1985

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noordpool

A

Gebied aan de noordkant van de aarde

17
Q

Nulmederidiaan

A

De lengtecirkel die door Greenwich (dorpje bij London) loopt

18
Q

Overgangsgebied

A

Gebied rond een stad waar de invloed van de stad groot is

19
Q

Parallel (breedtecirkel)

A

Horizontale lijn van het graadnet

20
Q

Platteland

A

Landelijk gebied buiten de stad

21
Q

Re-urbanisatie

A

De terugkeer vanuit de dorpen naar de stad

22
Q

Stad

A

Een plaats met tenminste 50.000 inwoners en een hoge bevolkingsdichtheid en veel voorzieningen

23
Q

Stadscentrum

A

Het hart van de stad, waar winkels, kantoren en uitgaansmogelijkheden zijn

24
Q

Stadsgewest

A

Een grote stad met sterke relaties met omliggende plaatsen

25
Stedelijk netwerk
Aantal stadsgewesten met veel onderlinge contacten
26
Stedelijke functies
De taken van een stad voor zijn inwoners en een groot gebied in de omgeving, zoals wonen, werken, recreëren, onderwijs en gezondheidszorg
27
Suburbanisatie
Trek van de stad naar het platteland
28
Urbanisatie
Trek van het platteland naar de stad
29
Verpaupering
Achteruitgang van een stadwijk
30
Verstedelijking
Trek naar de stad
31
Zuidpool
Gebied aan de zuidkant van de aarde