Chapter 12 Flashcards

Thermochemie

1
Q

Welke soorten systemen bestaan er?

A

1) open (uitwisseling van materie en energie)
2) halfopen (geen uitwisseling van materie, wel van energie)
3) gesloten (geen uitwisseling van materie of energie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt de thermodynamische toestand van een systeem bepaald?

A

1) chemische identiteit
2) fysisch voorkomen
3) concentratie (aantal mol)
4) intensieve eigenschappen (P en T)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de definitie van inwendige energie

A

= de som van alle vormen van energie binnenin het systeem: alle vormen van kinetisch en potentiële energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit ontstaat potentiële energie.

A

uit bindingskrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waaruit ontstaat kinetische energie?

A

uit bewegen van atomen, ionen en moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is warmtecapaciteit?

A

de hoeveelheid warmte nodig om een bestanddeel 1°c op te warmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is specifieke warmte(capaciteit)?

A

De hoeveelheid warmte nodig om 1g stof 1°C op te warmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de standaard molaire vormingsenthalpie?

A

de enthalpieverandering als 1mol van die stof gevormd wordt bij normomstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly