Chapter 5 Flashcards
(137 cards)
1
Q
aankomstplaats
A
perron
2
Q
aanraken
A
to touch
3
Q
aanspannen
A
to tighten
4
Q
ansporen
A
to encourage
5
Q
abonnement
A
season ticket
6
Q
afstand
A
distance
7
Q
andersom
A
the other way around
8
Q
atleet
A
athlete
9
Q
bal
A
ball
10
Q
been
A
leg
11
Q
benaming
A
name
12
Q
beoefenen
A
to practise, to play
13
Q
bestaan uit
A
to consist of
14
Q
bewegen
A
to move
15
Q
beweging
A
movement
16
Q
bij voorbaat
A
in advance
17
Q
binnenkomen
A
to enter
18
Q
borgpasje
A
deposit pass
19
Q
borst
A
breast
20
Q
boven
A
above
21
Q
buigen
A
to bow
22
Q
buik
A
belly
23
Q
carrière
A
carrier
24
Q
conditie
A
condition, shape
25
dame
lady
26
dank
thank you
27
dankzij
thanks to
28
deel
part
29
doorgaan
to proceed, to continue
30
doorzetten
to persevere
31
dus
so, thus, therefore
32
eenmalig
one-time only
33
eens
once
34
ellende
misery
35
energie
energy
36
enkel
ankle
37
enkelpartij
single match
38
evenement
event
39
formeel
formal
40
geachte
dear
41
gehandicapt
handicapped
42
gevolgd door
followed by
43
gezamenlijk
collective, joint
44
gymschoen
sneaker
45
hals
throat
46
hand
hand
47
handdoek
towel
48
heer
Sir
49
hoofd
head
50
hoofdstad
capital
51
hoog
high
52
hoogachtend
sincerely
53
ijs
ice
54
inschrijfgeld
enrolment fees
55
instructie
instructions
56
kampioenschap
championship
57
klimmen
to climb
58
knie
knee
59
komend
coming
60
landen
to land
61
leiden tot
to lead to
62
lichaamsdeel
part of the body
63
mat
mat
64
maximaal
maximum
65
medewerking
cooperation
66
met behulp van
using, with the aid of
67
mevrouw
Madam
68
naar achteren
backwards
69
naar voren
ahead, forward
70
nadoen
to imitate
71
nek
neck
72
omhoog
up
73
omlaag
down
74
omschrijving
description
75
onderdeel
part
76
onverslaanbaar
unbeatable
77
op en neer
up and down
78
opschieten
to hurry up
79
optrekken
to pull up
80
opzeggen
to cancel
81
opzij
aside
82
overbruggen
to bridge
83
pijn
pain, ache
84
pols
wrist
85
polsstokverspringen
pole jumping
86
populair
popular
87
populair
popular
88
prijs
price
89
racket
racket
90
reden
reason
91
rolstoel
wheelchair
92
rondje
round
93
rust
half-time, intermission
94
schoppen
to kick
95
schouder
shoulder
96
smoesje
excuse
97
spier
muscle
98
sporter
athlete
99
sportschool
gym
100
spreiden
to spread
101
springen
to jump
102
sprint
sprint
103
sprong
jump
104
startplaats
starting point
105
sterk
strong
106
stoppen
to stop
107
strekken
to stretch
108
stuk
piece
109
tennisbaan
tennis court
110
tennistoernooi
tennis event
111
tennistoernooi
tennis event
112
toekomst
future
113
top
top
114
trainen
to train
115
uiteindelijk
finally
116
uitspreken
to pronounce
117
vanwege
because of
118
vasthouden
to hold on to
119
verbaasd
surprise
120
vereniging
club, association
121
verliezen
to lose
122
verrassing
surprise
123
verstanding
wise, smart
124
vinger
finger
125
voetbalkampioen
soccer champion
126
voetbalveld
soccer pitch, football field
127
volhouden
to carry on, continue
128
voorbij
over
129
voordoen
to show
130
voornamelijk
mainly
131
vriendelijk
friendly
132
wedstrijd
match, game
133
wereld
world
134
winnen
to win
135
zandbed
stretch of sand
136
zuchten
to sigh
137
zwaarte
heaviness